Dag 9 – Prambanan – Van ruïne tot hindoe-parel

Rakai Pikatan, de plaatselijk regerende hindoe koning uit de 9de eeuw, gaf destijds opdracht tot de bouw van een tempelcomplex om de goden te eren en een overwinning te vieren. Na zijn overlijden breidde zijn zoon het complex nog verder uit. Het resultaat overtrof de wildste dromen, want de megalomane visie resulteerde in het grootste hindoe-complex van Indonesië. Niet alleen groot, maar ook schitterend gedecoreerd.
Het Prambanan complex was echter geen lang leven beschoren en dat had dan vooral te maken met het feit dat na voltooiing het gebied verlaten werd door de val van het Mataram koninkrijk nadat de islam zich verder verspreidde over Java.
De leegstand liet het ooit schitterende complex verpauperen en ook de natuurkrachten waren niet lief. Zo viel het ten prooi aan aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.
In 1811 ontdekte de Britse ontdekkingsreiziger Colin McKenzie het door groen overgroeide complex en het is vooral aan het Nederlands koloniaal bestuur te danken dat men begon het immense complex weer in ere te herstellen. Een begin, want het werk is verre van gedaan zoals we vandaag zullen merken.
Vergezeld van de eerste druppels regen op deze reis, komen de grootste tempels al van ver in het vizier.
Die grootste zijn gewijd zoals dat meestal gaat aan de drie belangrijkste hindoegoden, de heilige Drievuldigheid zeg maar : Brahma, Vishnu en Shiva. Ook al is Brahma de oppergod, toch wordt de grootste tempel meestal voor Shiva gereserveerd. Zevenenveertig meter hoog maar liefst meet de tempel na restauratie. Die restauratie ging/gaat moeizaam. Immers na verschillende aardbevingen lag het complex in puin als een volledig uit de hand gelopen mikado spel. De restauratie heeft dan ook veel meer weg van een complex puzzelwerk om de tempels terug in hun glorie te herstellen. De restaurateurs beginnen pas aan de wederopbouw van een tempel als men inschat dat er minstens 75% van de originele stenen voorhanden zijn. En velen van die stenen zijn er niet meer. Immers de lokale bevolking, voor wie de ruïne niet onbekend was, gebruikte de stenen voor de bouw van een eigen huis. Met liefde en toewijding slaagde men er ook in om ten noorden van de tempel van Shiva die van Vishnu uit de as te doen herrijzen en ten zuiden die van Brahma. Ook lukte het ondertussen om een aantal kleinere tempels weer op te bouwen, vooral dan diegenen die tegenover de hoofdtempels liggen. Die tempels zijn gewijd aan de rijdieren van de hoofdgoden : de stier van Shiva, de gans van Brahma en de vogel van Vishnu. Aan de noordelijke en zuidelijke poort, bevindt zich nog een kleine hoftempel van zestien meter hoog en samen vormen deze tempels het hart van het complex, het zogenaamde binnenhof. Het gerestaureerde hart is wat we vandaag kunnen bezoeken. Echter hierrond bevinden zich naar schatting de ruïnes van nog eens tweehonderdvierentwintig tempels die zich meestal nog in een embryonaal stadion van wederopbouw bevinden. Meer dan een muurtje hier en daar is het niet. Volgens tekeningen zouden deze in rijen van vier rond de hoofdtempels moeten opgebouwd worden, maar of dat ooit gaat lukken...
Alsof de historische verwoestingen dit complex nog niet erg genoeg in het hart geraakt hadden, gebeurde het ondenkbare in 2006. Een verwoestende aardbeving trof Centraal Java waarbij meer dan zesduizend doden vielen en  tweehonderdduizend mensen dakloos werden door de instorting van duizenden gebouwen. En ja, ook de Prambanan ontsnapte niet aan ernstige schade. Voor 30 tot 40% van het complex was het terug naar de tekentafel.
De grootsheid van het complex is natuurlijk al imposant, maar ook het detail van de versieringen is ronduit indrukwekkend. Zo wordt het verhaal van het zogenaamde Ramayana-epos hier letterlijk breed uitgesmeerd op de tempel in prachtig bas-reliëf. Het vertelt het verhaal van Rama en zijn geliefde Sita. Die laatste wordt ontvoerd maar met hulp van de heer van de apen en zijn apenleger bevrijd. Eind goed, al goed.


Elke beeld is minuscuul uitgewerkt met gedetailleerd beeldhouwwerk.  En zelfs al is maar een fractie van het complex gerestaureerd, toch geeft het een beeld van de megalomane visie van de bouwheren destijds. Een grandioos eerbetoon aan hun hindoegoden. Een ronduit indrukwekkende ode ook aan hun visie en bouwkunsten. Enkel de meest verwoestende natuurkrachten gooiden roet in het eten, maar slechts tijdelijk, want uiteindelijk triomfeerden kunst en architectuur met ongetwijfeld goddelijke steun. Vandaag straalt het Prambanan complex als weleer. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ooit alle kleinere tempels hier in Yogjakarta zullen verrijzen, misschien wel met de hulp van Garuda, de vogel van Vishnu.

Reacties