Dag 6 – Het Sumatraanse platteland

Vandaag reizen we een stuk verder door Noord-Sumatra. Die tocht van enkele honderden kilometers,
gaat door steden en dorpen, over het platteland, via heuvels maar ook door rijstvelden en palmboombossen. Het wordt dan ook een dagje mensenkijken, maar ook de omgeving bewonderen. De Nederlandse invloed laat zich hier nog goed voelen. Niet alleen kerken en andere gebouwen overleefden de kolonisatieperiode, maar ook Nederlandse woorden leven nog voort in de Indonesische taal. Een bloemlezing : gratis (natuurlijk ook zeer belangrijk voor mijn Nederlandse reisgenoten 😊), notaris, advokaat, alergie, dokter, firma, halte… zijn woorden die behoren tot het ‘Algemeen Indonesisch’. Makkelijk ook voor ons natuurlijk.
Vele dorpen en steden lijken versierd te zijn met grote borden, rijkelijk volgehangen met bloemen met daarop Indonesische teksten. Die borden blijken echter helemaal geen versiering te zijn. Deze bloemborden worden immers gebruikt bij huwelijken om het toekomstig echtpaar te feliciteren maar ook bij het overlijden van iemand om de familie veel sterkte toe te wensen. Vergelijk het een beetje met onze kransen, maar dan met een beetje meer uitleg. Hoewel de Batak-bevolking overwegend christelijk is, volgen zij bij de begrafenisrite toch nog traditionele gebruiken. Zo wordt de begrafenis pas gehouden als de priester daarvoor een goede dag heeft geprikt. Dat kan gaan van enkele dagen maar ook enkele weken. In het warme klimaat van Indonesië betekent dit dat op het platteland (niet in de stad waar een gekoeld mortuarium voorhanden is) het lichaam in een laken gewikkeld wordt en tijdelijk begraven wordt tot de dag daar is. De overledene wordt op de dag van de begrafenis opgegraven, gewassen en in een kist begraven. Maar daar eindigt de begrafenisrite niet, immers een jaar na de teraardebestelling worden de resten weer opgegraven en de overblijvende beenderen opnieuw gewassen en dan definitief begraven. Zoals we al eerder op onze tocht met eigen ogen konden vaststellen, worden de menselijke resten begraven in tombes op begraafplaatsen, maar ook in kleine huisjes. Bovendien gebeurt dit niet noodzakelijk op een kerkhof, maar worden sommigen gewoon begraven aan huis, in een rijstveld of waar de overledene zich thuis voelde of gewoon gelukkig was. De Batak geloven in een onder-, midden- en bovenwereld.
Naast de alomtegenwoordige vulkanen bewonderen, is mensenkijken ook een toffe manier om de dag door te brengen. Transport gebeurt hier op alle manieren. Er is uiteraard het privé-transport, maar ook openbaar vervoer. Dat komt in vele maten, soorten en gewichten voor. Er is de bus, waar de Indonesiërs liever op het dak zitten dan veilig binnenin, vooral onder de jeugd is dit populair. Dan is er nog het kleine vrachtvervoer waarbij men staand in de laadbak vervoerd wordt. Maar onvermijdelijk zijn er nog de brommertjes. Mijn god, de brommertjes. Ontelbaar zijn ze en met stip op één het populairste vervoermiddel. Ze vlammen je langs links en rechts voorbij. Het is populair omdat het snel gaat, wendbaar is en redelijk goedkoop om aan te schaffen want ook makkelijk om hiervoor een lening te krijgen. Je kan er met een onbeperkt aantal personen op, zolang hij maar recht blijft rijden, kan je verder. En ook belangrijk, op een brommer, kan je een andere brommer vervoeren 😉. En dan zijn er nog de fietstaxi’s, een karretje waar een fiets aan bevestigd is en de fietser al het werk doet, al wordt de huidige generatie vooral door een brommer aangedreven in plaats van het betere benenwerk.
Je kan niet naast de palmboombossen  kijken. Ze zijn overal aanwezig. Op het platteland of net buiten de stad. Het ene bos al groter dan het andere. Een idyllisch plaatje zou je denken. Palmolie is echter big business want is zeer gegeerd wereldwijd maar de oogst ervan komt ook met een immense tol, zoals we morgen met eigen ogen zullen aanschouwen. Een dag waar ik al even zeer naar uitkijk en die hopelijk het toppunt wordt van deze reis.



Reacties