Dag 17 – Het godeneiland Bali

India is het grootste hindoeland ter wereld. Dat kan ook niet anders als bijna 80% van de grootste bevolking ter wereld zich als hindoe identificeert. Echter als we naar het aandeel kijken op ’s lands totale bevolking, is Nepal het grootste hindoeland waarbij 81% het hindoeïsme belijdt. Maar ook buiten deze twee landen is het hindoeïsme wijd verspreid in de hele wereld, vooral in vele Aziatische landen zijn hindoes aanwezig.
Het hindoeïsme uitleggen is een bijna onmogelijke opgave. Daarvoor zijn er net te veel goden, die elk ook nog eens zich in verschillende zogenaamde manifestaties voorkomen.
Eén van de plaatsen waar hindoes nog in grote getalen voorkomen is in Bali. Echter net zoals in Nepal wordt het hindoeïsme hier net wat anders beleefd dat in ‘moederland’ India. Er worden immers ook elementen uit de plaatselijke cultuur geïntegreerd in het geloof. Tempels vind je hier letterlijk op bijna elke hoek van de straat. Voor de hindoeïstische bevolking is het brengen van offers een belangrijk onderdeel van het geloof. Dagelijks leggen de gelovigen een kleurrijk offermandje neer bij de verschillende offerplaatsen. Niet alleen in de dagelijkse beleving is het hindoeïsme hier anders dan bijvoorbeeld in India, maar tempels zien er hier ook wat anders uit dan de klassieke hindoetempels die ik mij herinner uit India.
Dat komt nog het meest tot uiting bij de Taman Ayun Tempel, één van de mooiste tempels van Bali én de tweede grootste op het eiland.  


Architecturaal is het een pareltje, maar niet alleen dat, het is ook nog eens een koninklijke tempel. Hij werd in 1634 gebouwd in opdracht van de toenmalige heerser van het Mengwi koninkrijk. De
  ‘Taman Ayun’ betekent ‘mooie tuin’, en die naam kon niet beter gekozen zijn. Het is een toonbeeld van klassieke Balinese architectuur gecombineerd met een bijzonder harmonieus geheel van spiritualiteit, symbolisme en tuinarchitectuur. De tempel wordt omgeven door een brede gracht wat het idee van een drijvende constructie geeft. De toegang tot de tempel wordt ook hier, net als in de rest van Bali aangegeven door een zogenaamde ‘gescheiden deur’, twee helften van een monumentale en mooi gedecoreerde deur, die uit elkaar staan en waarlangs je de tempel binnengaat. Niet alleen wordt het tempelcomplex door water omgeven, er is ook een magnifieke tuin aangelegd met nog extra waterpartijen.
De tempel is traditioneel opgedeeld in drie stukken waarvan het binnenhof, dat zich achteraan het complex bevindt, het allerheiligste is. In dat allerheiligste vinden we verschillende zogenaamde meru torens, netjes opgelijnd  langs de zijkanten van het binnenhof die elk dienst doen als een altaar. Ze worden elk opgedragen aan één van de hindoegoden. Het altaargebouw heeft meestal een gemetste onderbouw en wordt afgewerkt met een pagodedak bestaande uit verschillende verdiepingen in riet uitgevoerd. Zo’n meru is van vergankelijk materiaal gemaakt en vereist dus wel wat onderhoud. Deze meru’s zijn tot in de puntjes verzorgd, zoals trouwens heel het tempelcomplex. Aan de hand van het aantal daken, kan je tellen aan welke god de meru is opgedragen. Elf daken staan voor Shiva, negen voor Vishnu en zeven voor Brahma, de drie belangrijkste hindoegoden. Bij een lager aantal, gaat het om een minder belangrijke god of is hij gewijd aan een belangrijk voorouder.
Helemaal ondergedompeld in de hindoesfeer en nagenietend van dit prachtig staaltje architectuur en spriritualiteit, staat er nog een bijzonder bezoek op de planning.
Bali heeft als eiland een haat-liefde houding met de zee. Het eiland beschikt over zeven zogenaamde heilige zeetempels waar goden worden vereerd die Bali beschermen tegen de kwade geesten uit de zee. Tanah Lot is de bekendste en ook meest bezochte hiervan. De tempel ligt op een rotsformatie die tijdens de vloed van het vasteland gescheiden wordt. Vandaar zijn naam die  ‘tempel in zee’ betekent. Voor de lokale bevolking is dit een belangrijke tempel, waar gebeden en geofferd wordt maar ook als niet-hindoe, is het een bijzondere plaats. Niet alleen heb je hier een prachtig zicht over de Indische Oceaan, het wordt bij zonsondergang zelfs een mystieke plaats.


De tempel zelf is voor ons niet toegankelijk maar in het gedeelte dat dat wel is, bevindt zich een bron in een grot. Een magische bron zelfs, want hoewel de tempel in zee ligt, komt er zoet water uit die bron. Met dat water word ik gezegend door de hindoepriester terwijl ik een offer neerleg. Het perfecte einde van een perfecte dag. Meer nog, magisch zou ik deze dag durven noemen.  Magisch om eerst rond te dwalen in een adembenemende koninklijke tempel en dan te eindigen op het strand, terwijl de zon zakt in de zee met de zeetempel op de achtergrond. Spiritueler kan het bijna niet worden, of toch?

 

Reacties