Dag 16 –Bali - Eat pray love

Wie aan Bali denkt, denkt aan zon, zee en surf. Net wat we zoeken na een vermoeiende twee weken waarin we Sumatra en Java ontdekten.

Bali is natuurlijk het meest toeristische van alle Indonesische eilanden en wordt geroemd om zijn prachtige natuur, het lekkere eten, zijn vriendelijke bevolking en de vele tempels die het eiland rijk is. Vanuit Australië en de rest van Azië vliegen dagelijks toeristen af en aan om hier wat rust en ontspanning te zoeken. En geef ze maar eens ongelijk. Warme temperaturen, het zonnetje aan de hemel waarbij af en toe een verloren wolkje schuift voor de zon om voor de nodige afkoeling te zorgen. Het zal de vele surfers worst wezen. Bali staat bekend als een surfersparadijs met verschillende soorten golven waar ze hun hartje aan kunnen ophalen. En zelfs voor wie niet van surfen houdt, trekt de zee aan. Beeld je maar in een lekkere schotel gegrilde grote garnalen te verorberen op het strand terwijl de zon langzaam zakt in de zee. Garnalen smaken nooit beter. Maar Bali is vooral een spiritueel land. Het hindoeïsme werd vroeger zowel in Sumatra, Java en Bali aangehangen. Op de twee eerste eilanden is dat hindoeïsme zo goed als verdwenen, maar in Bali is het eens te meer nog aanwezig. Tempels rijzen hier als paddenstoelen uit de grond, zeg maar elk huis lijkt over een eigen tempeltje te beschikken. Zen zijn is hier het codewoord.  

En dan is het nog het prachtige binnenland. Rijstterrassen, dichte begroeiing. Bali is de plaats waar je  moest zijn lijkt het. Het duurde dan ook niet lang of het toerisme boomde op het eiland. Gastenverblijven en hotels volgde uiteraard. Die hotels horen allemaal tot het luxesegment waar je als een prinses behandeld wordt. Zicht op de zee, zicht op het zwembad, zicht vanuit het zwembad op de zee met een cocktail in de hand. Het is altijd wel ergens 16 uur in de wereld 😉.

Bali is er vooral om je te ontspannen, je zorgen te vergeten en in mijn geval om even uit te rusten na wat al een onvergetelijke reis blijkt te zijn.  Ontspannen en liefhebben is hier de stelregel, maar dat betekent niet op je luie kont gaan zitten. Bali is te mooi om het niet te ontdekken.