Dag 9 – Het hart van de Dhaka-stof

Vandaag staat alweer een lange reisdag op het programma en we zijn deze keer niet alleen op de baan. Volgeladen bussen, auto’s en minibussen vergezellen ons op de weg naar de grote stad Pokhara. En daar is een goede reden voor, want de komende dagen valt het hoogtepunt van  één van de belangrijkste feestdagen voor Nepalezen en iedereen tracht zo snel mogelijk de familie te vervoegen. In elk centrum (als je het al een centrum kan noemen) troepen heel wat dorpelingen samen om een plaatsje op een bus te veroveren. Haltes zijn er niet. Je houdt een voorbijrijdende bus aan in de hoop dat die stopt en dat er nog plaats is. Het zou nog een idee voor De Lijn zijn. Geen uurregeling, geen echte haltes, of bussen nu rijden of niet, het is altijd op goed geluk. Oh wacht even? Is dat niet wat De Lijn nu al als service voorstelt 😊?
Het is dan ook een drukte van jewelste op de ‘autosnelweg’ naar Pokhara. Deze parel van het Nepalese wegennet bestaat zoals gebruikelijk uit een bijzonder artistieke stoflaag die menig astmapatiënt in de problemen kan brengen, een reeks archeologische putten waar Indiana Jones of een andere archeoloog met een schepje en kwastje ongetwijfeld enkele schatten uit het pleistoceen kan bovenhalen, de richting waarin moet gereden worden lijkt eerder op een bijzonder creatieve dans die ons laat draaien en kronkelen tot we er bijna dronken van worden. Ja de volgende keer dat wij nog eens klagen over de toestand van onze wegen, buig ik diep voor ons ministerie van verkeer dat er in slaagt ons wegennet toch nog een fractie beter in orde te hebben.
Rond de middag komen we toe in Tansen, dat in de heuvels gelegen is. Niet alleen ligt het in de bergen, het dorpje zelf bestaat uit steile straten, steegjes en kronkelende wegen. De hoofdweg laat het centrum van het dorp links liggen, zodat het redelijk rustig is. Enkel voorbijvliegende moto’s zorgen soms voor een schrik om het hart. Tansen is van oudsher een Newar handelsstad op de route tussen Tibet en Nepal. We zien dan ook vele winkeltjes waar vooral fruit wordt verkocht maar ook varkensvlees en vooral kledingwinkels.
Tansen is vooral bekend voor het vervaardigen van de Dhaka-stof, een stof die een belangrijk onderdeel is van het nationaal gewaad van Nepal. Naaimachines hoor je dan ook overal tikken want de Dhaka-topi is momenteel zeer in trek. Het is het nationaal hoedje van Nepal om het zo te noemen, dat mannen bij feestelijkheden dragen al dan niet vergezeld door het nationaal gewaad. Dat gewaad zelf lijkt aan populariteit in te boeten, maar het hoedje is duidelijk een blijver.


Met de grote feestdag in het vooruitzicht moet elke man zo’n hoedje in huis hebben of liever op zijn hoofd hebben staan. De vele historische koopmanshuizen herbergen een stoffenwinkel of een winkel met afgewerkte kledij. Maar de ambachtslui van Tansen tellen meer dan kleermakers in hun midden, ook metaal wordt hier nog met kunst en kunde bewerkt. De interesse die wij voor de dorpelingen en handelaars hebben, valt in het niets bij de interesse die ons te beurt valt. Wij lijken eerder VIPS en weten nu hoe het voelt als BV door het leven te gaan. Ontelbare selfies later, blijkt de echte reden voor deze populariteitsindicatie nogal heel simpel te zijn. Op de foto staan met westerlingen (en dan vooral Europeanen) verhoogt immers iemand zijn status onder het motto ‘ik ben vriend met een blanke’. Het is alweer iets anders. Of hoe wij plotseling in Tansen een toeristische attractie worden …

Reacties