Dag 6 – Saint-Paul-de-Vence en Èze – Charme en kunst op een heuvel
Saint-Paul-de-Vence verschijnt aan de horizon als een kroon op een
heuvel, beschermd door een immense stadsmuur. Is het de stilte, het mooie licht of de schijnbare
privacy die het afgelegen dorpje heeft, wat de aantrekkingskracht zou verklaren
die het heeft en had op heel wat beroemdheden. Het is in elk geval één van de
oudste middeleeuwse stadjes van de Azurenkust en over de jaren heen heeft het gediend
als veilige haven voor een schare beroemdheden.
Marc Chagall was een genaturaliseerde Franse joodse
artiest die bekend werd door verschillende kunststijlen : schilderijen,
glas-in-lood ramen, keramiek en wandtapijten. Tijdens de tweede wereldoorlog
ontliep hij de jodenvervolging in Europa door te vluchten naar de Verenigde
Staten. Toen hij in 1948 terugkeerde naar Frankrijk besloot hij te verblijven
aan de Azurenkust waar destijds een hele resem artiesten woonden. Hij liet zijn
oog vallen op Saint-Paul-de-Vence waar hij verbleef tot aan zijn dood op
97-jarige leeftijd in 1985. Hij ligt begraven op het kleine kerkhof van Saint-Paul-de-Vence.
Hij is niet de enige beroemdheid die hier verbleef: ook
voormalig bassist Bill Wyman van de Rolling Stones, Roger Moore en Tina Turner
kochten hier een stulpje. In 1920 opende een Frans echtpaar ‘La Colombe d’Or’,
een kleine herberg die een ontmoetingsplaats zou worden voor heel wat
artiesten. Nog voor de tweede wereldoorlog kwamen hier schilders zoals Matisse
en Miro samen om van gedachten te wisselen. Om hun verblijf te betalen, gaven
ze hiervoor dikwijls schilderijen in ruil. Na de tweede wereldoorlog werd het
stadje bekend in de filmwereld. Onder meer Harry Belafonte en Sidney Poitier
werden hier regelmatig gesignaleerd en
de Britse acteur Donald Pleasence woonde hier tot aan zijn dood. Het
Amerikaanse acteurskoppel Gene Wilder en Gilda Radner traden hier in het
huwelijk. Het grootste huwelijksfeest vond plaats in La Colombe d’Or. Yves
Montand en Simone Signoret onderhielden hier hun gasten na het afleggen van hun
geloften.
Dat kunstzinnige verleden voel je hier nog altijd door de
aanwezigheid van vele musea en kunstgalerijen. Het dorp met zijn smalle,
kronkelende steile steegjes en trappen, met geurige en kleurige klimplanten op
de gevels, is zelf een plaatje en de
vereeuwiging op doek meer dan waard.
Èze is heel vergelijkbaar met Saint-Paul-de-Vence, qua
ligging dan toch en authenticiteit. Het ligt echter ook hoger en vanuit de
Botanische Tuin heb je een prachtig zicht op de Middellandse Zee. Het heeft
daarom niets voor niets de bijnaam het ‘Arendsnest’, gezien zijn hoogte op zo’n
vierhonderd meter en zijn locatie op een klif. Ook hier is het dorp opgebouwd
uit kleine steegjes die allemaal op en neer gaan en waar je sneller verloren
loopt dan je zou denken. Zou Walt Disney, die hier toch een grote tijd heeft
doorgebracht ook zo gevloekt hebben op die wirwar aan straatjes? Door de smalle
steegjes is een oriëntatiepunt soms moeilijk te vinden. Het middeleeuwse dorp
is een toeristische klassieker en wordt al jaren bezocht om zijn onmetelijke
charme en schoonheid. Het ontbreekt dan ook niet aan restaurants en caféetjes
op de gezellige pleintjes en ook hier zijn winkels en galerijen aanwezig. Het toerisme
heeft er wel voor gezorgd dat er nog weinig originele bewoners te vinden zijn,
waardoor het eerder een openluchtmuseum is. Toch is Èze meer dan een bezoek waard.
Al is het maar om te genieten van de omgeving en een terrasje te doen in een
bijzonder charmant kader. Al is het maar omdat de Azurenkust ook meer te bieden
heeft dan die immens populaire kustplaatsen.
Reacties
Een reactie posten