Dag 9 : De zoutpannen van Makgadikgadi
Tienduizenden
jaren geleden werd dit gebied bedekt door het Makgadikgadi Meer dat gevoed werd
door de drie grote rivieren die zich in deze streek bevinden : de Okavango, de
Chobe en de Zambezi. Volgens recente studies, begon de homo sapiens trouwens in deze streek te evolueren. Water en
de daarbij horende vruchtbare grond trekt uiteraard mens en dier aan. Over de
jaren heen verdampte het water echter en bleef een droge, zoutige korst over.
Zo ontstond één van grootste zoutpannen ter wereld te midden van de Kalahari woestijn. Deze
zoutpannen vullen zich af en toe met water, vooral na het regenseizoen.
Door de hoge
concentratie aan zout is vegetatie hier bijna onbestaande. Enkel aan de rand
van de zoutpannen komen wat gras en dode bomen voor. Ook de verschroeiende
harde wind maakt groen leven hier bijna onmogelijk. Groot wild is hier al even
zeldzaam. Een zebra of wildebeest kan je hier met wat geluk nog aantreffen,
andere dieren zijn hier zo goed als onbestaande, een afdruk van een luipaard
daar gelaten.
De aanwezigheid
van water zorgt er wel voor dat dit één van de belangrijkste broedplaatsen,
zeker de grootste van zuidelijk Afrika, voor flamingo’s is. Ze voeden zich met
algen en garnalen in het water. Toch lijkt ook dat de laatste jaren niet meer
zo vanzelfsprekend. De tijd dat de pannen gevuld zijn met water, wordt inderdaad
steeds korter. Zo ontstond enkele jaren geleden het fenomeen dat de jonge flamingo’s
nog niet konden vliegen terwijl het water in de zoutpan al verdampt was en heel
de bende te voet op zoek ging naar een volgende waterbron.
Het zout kraakt
onder onze voeten als we ons naar een met water gevulde pan begeven. Vogels
fladderen af en aan, maar flamingo’s zijn momenteel nog in geen velden of wegen
of lucht te bespeuren. Toch is de aanwezige vogelpopulatie zeker de moeite
waard. Kleine vogels wisselen af met pelikanen en ooievaars. Ze leveren tegen de achtergrond van het
glinsterende, zoute water mooie plaatjes op.
De zon mag van
ons nu zakken. De zonnestralen sprankelen als diamanten op het water. Naar
Afrikaanse traditie kleurt de zon nu vuurrood alvorens voor de nacht te
verdwijnen.
Vanavond onder
een alweer fonkelende sterrenhemel, gaat de waterstraal vol open. Het druist
volop in tegen mijn principes om kwistig met water te zijn op het Afrikaanse
continent maar aan een buitendouche kan ik gewoonweg niet weerstaan, zeker niet
als het buiten pikdonker is. Terwijl ik de hemel afspeur naar de heldere
planeet Saturnus, zink ik weg in diepe gedachten. Niets maakt een mens zo
nederig, niets werkt zo louterend, niets evenaart het unieke gevoel van in
je nakie de warme waterstralen te voelen die uit de douchekop ontsnappen en als
parels dansen op je huid. Eén met de natuur en waarin je onbeschermd je gevoelens
de vrije loop kan laten. Eén met de schitterende sterrenhemel, één met de
nachtelijke dierengeluiden op de achtergrond die als een jungleconcert het
stromen van het water overstemmen. Eén
ook met het absolute niets. Eén met de essentie van het leven. Maar vooral één
met de ziel van Afrika.
Reacties
Een reactie posten