Dag 7 – Moremi Game Reserve - Een echt paradijs
Safari’s lijken
op het eerste zicht makkelijk. Je gaat in een jeep zitten (waarbij het ene
model al wat makkelijker is dan het andere 😊), laat je rond rijden en je haalt op het
gepaste moment een camera boven om er naar hartenlust op los te flitsen. Toch
heb je een goed getraind oog nodig om de dieren te identificeren. Toegegeven,
een olifant of giraf zijn door hun grootte goed te onderscheiden, anders is het
gesteld met kleinere of liggende dieren. Zo wordt een kei onder een struik al
snel een leeuw die zich in de schaduw heeft genesteld. Een houtblok lijkt soms wel erg op een
slapend luipaard en drijfhout op een krokodil in het water. Gods dode
scheppingen veranderen zo algauw in lokale levende fauna.
Tel daarbovenop
nog de hitte en vermoeidheid bij van het vroege opstaan en je vindt jezelf al
snel in een delirium. Zo worden boomstronken, afgebroken boomstammen, grote en kleine stenen al snel een scala aan goden : ik zie zeker
vishnu en boeddha verschijnen, maar ook mythologische figuren zoals kabouters,
gnomen en trollen. Tja ...
Onze gidsen zijn
ware kunstenaars met een jarenlange ervaring in spoorzoeken. En wil je een succesvolle safari, dan heb je
zeker de beste nodig.
De teller van
onze Big Five staat nog steeds op twee dankzij de olifant en de buffel. Maar al
snel komt daar verandering in als onze gids met zijn arendsoog in de verte een
leeuw ontdekt. In mijn ogen nu voor één keer een kei, maar hij blijkt het bij
het rechte eind te hebben. Als we dichterbij komen vinden we een nog niet zo
oud, maar duidelijk verminkt dier. Hij heeft maar één oog, waarschijnlijk in
een gevecht verloren. Hij is alleen maar lijkt zijn buikje wel vol te hebben.
Op jacht gaan lukt in elk geval nog. Hij strekt zich uit, stapt naar een
waterplas om de nadorst te lessen en zoekt dan terug de verkoelende schaduw op.
Nummer drie van de Big Five is binnen.
Even verder staan
in het kreupelhout twee Tsessebe-antilopen ons nieuwsgierig op te meten. Hun
bijna mahonie-kleurige lichaam en mahonie-kleurige sokken steken schril af
tegen de neutrale achtergrond. Het zijn robuuste antilopen, maar laat je daar
niet aan vangen. Want ondanks hun grootte zijn ze de snelste antilopen van
zuidelijk Afrika. Ze halen met gemak een snelheid van 90 km/uur. Hun habitat
bevindt zich voornamelijk hier in het zuidelijke deel van Afrika, maar ze
kwamen vroeger op het hele continent voor. Echter door jacht en inkrimping van
hun leefgebied was de Tsessebe-antilope op een gegeven ogenblik zelfs met
uitsterven bedreigd. Gelukkig komen ze nu weer meer voor, vooral dan in
Botswana, Zambia, Angola en Namibië.
Maar als plots een
leeuw en daarna nog één en nog één komen aanwandelen en verdwijnen in de
oneindig lijkende savanne, krijgen we een andere kijk op dit broederlijke
schouwspel. Zodra de laatste leeuwin uit beeld is verdwenen, springt één van de
broers uit de boom en zet zich op wacht op de grond. Na zijn goedkeuring, volgt
ook het tweede luipaard. Samen en steeds de omgeving overziend, duiken ze het
kreupelhout in. Daar liggen tot onze grote verbazing, de restanten van een koedoe.
Terwijl één van de broers op wacht blijft staan, zet de andere zijn tanden in
het rode vlees. Onze broers hebben dit goed gezien. Ze laten de kill over aan
de leeuwen en zijn content met de restjes die met smaak verorberd worden. Met
hun vlijmscherpe tanden trekken ze stukjes vlees los van het bot en happen het
in enkele kauwen naar binnen. Hun neus kleurt al snel rood door het bloed. Na
een goed kwartier trekken en knabbelen is hun buikje vol. De broers wandelen
weg, nieuwe avonturen tegemoet.
Bij het vertrek
op avondsafari verrast een Roanantilope ons. Zo snel en schichtig is hij dat ik
enkel nog een flits van zijn grote robuuste gestalte te zien krijg voor hij
alweer in de bebossing verdwijnt.
Tijdens deze rit
volgen we het spoor van de dieren die we eerder vandaag zagen. Toch krijgen we
nu nog enkele verrassingen voor de kiezen. Zo wordt het rottende karkas van een
olifant door een paar krokodillen te lijf gegaan. Zo van dichtbij zijn hun
vlijmscherpe tanden in hun open bek goed te zien. Iets later kan ik nog net
onze gids behoeden voor een bijna ongeluk. Terwijl hij zich suf zoekt naar
interessante savanne bewoners, rijdt hij
bijna over een leeuwin die de zich nogal ongelukkig op een zandweggetje heeft
gelegd. Tja, zo wil je het nieuws niet halen natuurlijk. Gelukkig laat mijn
geslaakte gil de jeep nog net op tijd stoppen. De leeuwin is zich duidelijk van
geen kwaad bewust, richt even haar hoofd op en zet dan haar slaapje verder.
Op de terugweg
naar de lodge springen plots een troep hyena’s in het licht van onze koplampen.
Die kunnen we ook afvinken. De omgeving heet niet voor niets Hyena Pan, net
omdat er zich zoveel hyena’s bevinden. Deze nacht zullen ze trouwens nog letterlijk van zich laten horen als ze
bij onze verblijven, de sanitaire installaties die zich onder de badkamers bevinden,
zullen aanvallen. Geen warm water voor ons morgenochtend, gelukkig werkt mijn
toilet nog wel, wat niet al mijn reisgenoten kunnen zeggen. A very close
encounter met de hyena’s.
Afrika, het
blijft onvoorspelbaar.
Reacties
Een reactie posten