Dag 13 – Victoria Falls – Een koloniale sfeer

Wie Victoria Falls zegt, zegt in mijn ogen ook Victoria Falls hotel, het meest tot de verbeelding sprekend hotel van de stad.


Het Victoria Falls hotel werd in 1904 gebouwd en is nog steeds een symbool van het Britse koloniale rijk. De Engelse ladies met hagelwit parasolletje hebben ondertussen wel plaats gemaakt voor toeristen in fel gekleurde shorts met hoofddeksels allerhande, toch straalt het hotel nog altijd iets uit. De muren hangen vol met historische foto’s, vol herinneringen aan vervlogen tijden. Ook nu voel ik me er direct weer thuis.  Ben ik dan toch een koloniaal geweest in een eerder leven? Ik hou van de rust die het hotel biedt. Vooral in de tuin die grenst aan Stanley’s Terrace. Hier zie ik me nog wel rondstruinen in een lang wit kleed, dito hoofddeksel en de onontbeerlijke parasol. Vandaag echter heb ik mijn beste cocktailjurkje aangetrokken om te genieten van een exquise lunch op het terras. De koloniale tijd mag dan wel verder achter ons liggen, toch is dat verleden niet ver af. De witte muren afgewerkt met terracotta dakpannen, de tropische tuinen, de kledij van het personeel, niets van dat alles doet vermoeden dat we ondertussen al in de 21ste eeuw zijn binnengestapt. 


In het salon lijkt het net alsof we nog eind jaren 1930 zijn, terwijl het gigantische statieportret van de Engelse koning George VI de ruimte overheerst.


Ik waan me even in het Britse koloniale rijk. De voorkomendheid van het personeel, het lekkere eten én vooral de zeer smaakvolle cocktail maken dit een geweldig uitje, mét een ongelooflijk uitzicht op de ‘kloof’ en de Victoria Falls Bridge.
Die brug staat vanavond op het programma. Niet zomaar met een wandelingetje vanuit ons hotel dat slechts op een paar honderd meter ligt, neen, we reizen vanavond in stijl.
Toen in 1867 diamant werd gevonden in zuidelijk Afrika, kwamen tal van Europese immigranten hierop af. Op korte tijd werd dit een ware industrie. Er werden grote investeringen gedaan in mijnbouw, machines en spoorlijnen. Cecil Rhodes was één van die investeerders en maakte fortuin in de diamantindustrie als één van de stichters van de De Beers Consolidated Mining Company, een bedrijf dat maar liefst 90 % van de diamanthandel wereldwijd beheerste. Rhodes die ondertussen de British South Africa Company had opgericht, werkte hard aan zijn droom : een spoorweg van Kaapstad naar Caïro over Brits koloniaal gebied die ook via een brug over de Victoria Falls zou lopen. Cecil Rhodes was een pure kolonist die zijn fortuin maakte met het delven van de grondstoffen van de kolonie. Op zijn 18de had hij al miljoenen dollars verdiend. Hij werd parlementariër en zelfs premier van de Kaapkolonie. Zijn droom wat de trans Afrikaanse spoorweg betrof, bleef echter een droom. Meer zelfs, hij zou zelf nooit de Victoria Falls zien en stierf daarenboven nog voor men zelfs nog maar met de brugconstructie begonnen was. Die brug kwam er uiteindelijk wel en werd over de Zambezi rivier in het tweede deel van de kloof gelegd, die de grens vormt tussen Zimbabwe en Zambia. Het is trouwens het enige verbindingspunt tussen deze twee landen per spoor. De brug zelf werd geprefabriceerd in Engeland en nadien naar Victoria Falls overgebracht. Na 14 maanden werken was de brug in 1905 klaar. Ze bevindt zich op 128 m boven het wateroppervlak en is 198 m lang.
De reeds aangelegde spoorweg langs beide kanten werd hier aan vastgeklikt zodat de landen Zambia en Zimbabwe per spoor verbonden werden. Over de spoorwegbrug, reden zowel passagierstreinen maar ook goederentreinen die vooral kopererts, kolen en hout vervoerden.
Deze brug is geen jonkie meer, vandaar dat de snelheid over de brug begrensd is, niet alleen voor de treinen, maar ook voor auto’s, die ook naast voetgangers, dezer dagen de brug mogen gebruiken. Vrachtwagens worden bovendien ook in gewicht beperkt en mogen slechts beurt om beurt de brug over.
Het koloniale gevoel dat ik vanmiddag had in het Victoria Falls hotel, komt nog eens terug als ik mijn vervoersmiddel voor vanavond te zien krijg : The Royal Livingstone Express. Hiervoor zijn we eerst naar Livingstone in Zambia gereisd, waar  de watervallen langs Zambiaanse kant te bewonderen zijn. 


Deze stoomtrein behoort nog tot het patrimonium van het grote en vooral koloniale Rhodesia Railways. De trein werd vakkundig gerestaureerd zodat de elegantie van destijds helemaal terug is. Koper, prachtig houtwerk, leer en rijkelijke stoffen, katapulteren mij terug in de tijd van de elitaire Pullman wagons. 


Terwijl de trein zich richting Victoria Falls Bridge begeeft en de stoomfluit zich af en toe roert, krijgen wij heerlijke hapjes en drank aangeboden. Ondertussen genieten we van de uitzichten op het landschap. Plotseling vertraagt de trein en komt hij tot stilstand. Buiten worden spoorlopers gespot. Geen spoorlopers zoals wij die kennen, neen hier in Afrika gaat het om … een kudde olifanten. Even wachten tot ze zich op veilige afstand bevinden en dan zetten we onze reis verder en stomen we letterlijk door het landschap. Traag maar gestaag rijden we uiteindelijk de brug op tot halfweg vanwaar we een ongelooflijk uitzicht hebben op de ondergaande zon die stiekem achter de watervallen verdwijnt. De Zambezi kabbelt beneden nog wat verder. Livingstone noemde de Zambezi ‘Gods snelweg naar de Indische Oceaan’
Cecil Rhodes wilde de brug bewust bij de watervallen plaatsen, zodat de treinpassagiers bij het passeren de nevel van de watervallen zouden voelen. Zijn megalomane droom van de verbinding naar Cairo stierf een stille dood, maar het nevel-idee maakte hij wel waar. Vanavond voelen we datgene wat Cecil Rhodes ons wou laten voelen: verbondenheid met de Zambezi, verbondenheid met dit immense natuurfenomeen. Ik voel daarbovenop ook nog eens verbondenheid met die koloniale sfeer, met dat koloniale verleden. Had ik nu maar een witte lange jurk en dito parasolletje bij…

Reacties