Dag 11 – Chobe – Het leven zoals het is op de savanne
Het klaaglied van
de bavianen ontgaat onze gids op dit vroege ochtenduur niet. Goede spoorzoekers
moeten niet enkel pootafdrukken of uitwerpselen herkennen maar ook de
gevarenroep van de dieren identificeren. We rijden op het geluid af en worden
niet ontgoocheld. Tientallen aapjes hebben zich hoog en dus ook veilig op de
takken van de bomen neergezet en aanschouwen duidelijk een tafereel dat zich
net over de heuvel afspeelt.
Zouden onze zussen leeuwinnen nog op jacht zijn?
Het lijkt er wel op want het is in dit gebied dat we hen gisteren achterlieten. Een bosbok komt ook nieuwsgierig naar al deze commotie kijken. Wat een prachtige vacht hebben ze, het lijkt wel een modernistisch schilderij met
strepen en stippen.
Voorlopig lijkt er
echter niet veel te gebeuren en dringen we verder de savanne in. Een kudde
impala’s waant zich veilig en gebruikt dit rustige uur om nog even hun
gevechtskunsten te oefenen. De mannelijke impala’s toch, die met gewei in gewei
haken en zo hun dominantie willen etaleren. Het schouwspel wordt niet alleen
door ons gadegeslagen maar ook door een toevallig passerende giraf.
Opzij, opzij,
opzij de koedoes komen voorbij. Sierlijk steken deze grote antilopen de weg
over op zoek naar een verse lekkernij die ze dan ook in de acacia-bossen
vinden. Tijdens het verorberen van hun ontbijt, valt ook voor de eerste keer
hun sterke kaak en nekspieren op. Het wordt ook een blij weerzien met het
nationaal dier, onze wandelende streepjescodes. Ook van de partij zijn de
kippen van de savanne, de immer schattige parelhoenen. Onze broedkudde van buffels is ook nog
aanwezig. Ze bevinden zich op één van de eilanden waar ze zich even veilig
wanen. In het water fladderen, baden en drinken pelikanen en ooievaars als één
grote familie. Niet ver hier vandaan zijn de grote troep leeuwen van gisteren nog
ver in dromenland. Nu het warmer wordt, genieten wij ook even van wat uurtjes
droomplezier in onze lodge, want in de late middag vertrekken wij voor een
boottocht op de Chobe rivier.
De Chobe rivier
ligt in het noorden van het park en vormt de natuurlijke grens tussen Botswana
en Namibië, met de zogenaamde Caprivi-strook. Die strook is 30 km lang en ligt geografisch
tussen Botswana en Angola maar behoort tot Namibië. De landstrook werd destijds
na onderhandelingen tussen Engeland en Duitsland aan de toenmalige Duitse
kolonie Zuid-West Afrika toegevoegd. De droom van de Duitsers was om met de
Caprivi-strook een verbinding te maken met die andere Duitse kolonie
Oost-Afrika, het huidige Tanzania. Ene Cecil Rhodes, waarover later meer,
zorgde er echter met zijn activiteiten voor dat die droom bij een droom bleef.
De Caprivi-strook bleef na de onafhankelijkheid van Zuid-West Afrika, dat we nu
kennen onder de naam Namibië, bij het
land horen. De Namibische vlag die langs de andere kant van de grens is gehesen,
herinnert ook voor een stuk aan het feit dat deze strook land destijds vooral
kunstmatig én strategisch werd toegevoegd en nadien vooral militair belangrijk
was, maar verder geen enkele toegevoegde waarde meer heeft.
Op en rond de
Chobe rivier die zowel door Angola, Botswana, Namibië als Zambia stroomt, wordt
de olifantenpopulatie op zo’n 120.000 geschat. Nergens in Afrika doet men
beter. Noem het gerust het walhalla van de olifanten.
Onze boottocht
begint al goed als een aantal vrouwelijke koedoes naar de waterkant komen
gewandeld en met de nodige voorzichtigheid een slokje water tot zich nemen. Je
weet maar nooit natuurlijk wat er zich onder het wateroppervlak bevindt. De
wrattenzwijnen zijn nog voorzichtiger en houden het bij grazen op de oever.
Aan water kan je
alle wild terugvinden. Niet alleen het wild dat komt drinken, maar ook dieren
die van nature in en op het water leven. Met het oog van een arend ziet onze
gids al snel een krokodil langs de waterkant. De schubben hebben de perfecte
camouflagekleur, want het duurt wel even voor wij Mr. Lacoste herkennen. Imposanter
door hun uiterlijk zijn de nijlpaarden natuurlijk iets makkelijker te herkennen
al kijken zij voorlopig nog de kat uit de boom, of toepasselijker de vis uit
het water. Plotseling lanceert een ‘waterslang’ zich uit het water. Als je met
je ogen knippert, mis je het ongetwijfeld, maar mij ontsnapt ze niet.
Wie we ook zonder
problemen herkennen, zijn de buffels. Ze bevinden zich nog net als deze ochtend
op één van de vele eilanden die zich hier in de Chobe rivier gevormd hebben. Nu
veilig is relatief. Het water is hier vooral ondiep zodat alle dieren zich hier
moeiteloos door het water kunnen begeven naar het vasteland en terug, ook
roofdieren uiteraard. Het aantal olifanten stelt niet teleur vanavond. Samen met
een kudde waterbokken, genieten ze van een sappige avondsnack. In de verte ontwaren
we plotsklaps een grote zandwolk. Als het stof wat gaat liggen, herkennen we
een onze grote bollige vrienden die zich met een opzienbarende snelheid
bewegen. Ze zijn duidelijk op de vlucht. De kleine olifanten worden in het
midden van de kudde beschermd. Met hun betrekkelijke korte beentjes, lopen ze
zich de ziel uit het lijf. De stampede gaat verder tot de olifanten het einde
van het eiland bereiken en ze zich iets veiliger voelen. Een roofdier heeft hen
duidelijk aan het schrikken gebracht. Niet dat volwassen olifanten een match
zijn voor leeuwen, maar een kleine olifant, zo tot de leeftijd van zes jaar,
kan wel het slachtoffer worden van de koning van de jungle. Vandaar dat de
kleintjes altijd goed beschermd worden door de volwassenen.
Wat een mooie
manier om afscheid te nemen van de diamant van Afrika.
Reacties
Een reactie posten