Dag 10 – Het gouden Chobe National Park

Onze teller van de Big Five staat nog steeds op vier (olifant, buffel, leeuw en luipaard). Zullen we de vijf halen? De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik op dit moment al weet, dat dit een onmogelijke opdracht is. Immers de neushoorn komt niet langer in het wild voor in Botswana. Door preventief alle in het wild levende neushoorns destijds te vangen en uit te zetten in het Khama Rhino Sanctuary dat in 1992 werd opgericht, wordt de neushoorn in Botswana voor uitsterven behoed. Het doel van het reservaat is ook om op lange termijn de neushoorns zich veilig te laten voortplanten en ze eventueel later opnieuw in hun natuurlijke habitat te introduceren. 
Ook de neushoorns van Chobe National Park werden destijds verhuisd, zodat het nu wel zeker is dat we het op deze reis op de Big Four gaan houden.
Chobe National Park is het oudste park van Botswana en het derde grootste. Het bezit vooral een grote diversiteit wildlife, zelfs van zuidelijk Afrika, en is niet voor niets daarom het populairste park. Dat wordt smullen de komende dagen.
Het karakteristieke rode zand katapulteert me al meteen terug naar zoveel jaar geleden en de succesvolle safari’s die we toen maakten. Vanaf het hoge punt waar we het park binnenrijden, zien we in de verte de Chobe rivier liggen, de oh zo belangrijke waterader en levenslijn voor dit deel van Botswana en de prachtige vlakte errond. Het rode zand wisselt af met groen gras en blauw water. Een prachtige compositie. Van een impala of koedoe kijken we op dit moment al niet meer op. Toch passeert langs ons een prachtig mannelijk koedoe exemplaar. Het indrukwekkend gewei van deze bewoners maakt zelfs van de robuuste mannetjes sierlijke dieren. 


Toch trekt vooral een kudde buffels onze aandacht vooral omdat … er geen einde aan lijkt te komen. Onze gids houdt op met tellen als hij de honderd haalt en nog is het niet gedaan. Over een grote concentratie dieren gesproken. Het blijkt om een zogenaamde broedkudde te gaan, een kudde waarin kleintjes geboren worden en hun eerste maanden onder de bescherming van heel wat volwassenen doorbrengen.
Iets verder komen we de koningen van Chobe tegen, niet de koning van de jungle maar de olifant die hier in grote getale aanwezig is. Het gaat hier om de zogenaamde Kalahari variant, die de meest voorkomende soort is.
Iets verder wordt een leeuwin met een lange geeuw wakker uit haar middagslaapje. Het is al wat later op de dag en de grootste hitte is voorbij. Ook haar beide zussen rekken zich nog eens goed uit. Onze leeuwin laat haar blik over de vlakte naast de Chobe rivier gaan. Plotseling ontdekt zij (en wij ook) een impala die zich afgezonderd heeft van de kudde. Dat zou wel eens een lekker hapje kunnen worden. Onze leeuwin stapt met lichte tred richting impala die zich nog op een redelijke afstand, zeg maar 100 meter, bevindt. Ze maant haar twee zussen aan om de tactiek van insluiting toe te passen, de meest voorkomende tactiek die leeuwen bij de jacht aanwenden. Die zussen moeten daar duidelijk nog eens over nadenken. Behalve rechtstaan, lijken ze vooralsnog  niet veel zin te hebben in bijkomende fysieke activiteiten. Ze kijken net als wij en een aantal bootpassagiers vanop de Chobe rivier, naar het tafereel dat zich hier voor onze neus afspeelt. Gaan we eindelijk dan toch eens een kill zien? Mijn hart begint er al wat sneller van te kloppen, ik voel de stress van de leeuwin maar ook ineens de stress bij de antilope die de leeuwin opgemerkt heeft. Hoe graag ik ook een kill wil zien, zoveel medelijden krijg ik ook met de underdog. Stiekem hoop ik op een ontsnapping. Zolang de twee zussen niet echt in actie komen, heeft onze impala alle kansen: zolang ze niet ingesloten raakt, wint ze het sowieso op snelheid. Want dat is het verdedigingsmechanisme van deze schattige antilopen. Onze leeuwin sluipt dichterbij terwijl de impala haar vanuit de ooghoeken goed in de gaten houdt. Plotseling zet de antilope het op een lopen, weg van de leeuwen. Met een duizelingwekkende vaart legt ze snel een veilige afstand af. Alweer een dag overleefd in de Afrikaanse savanne.


Wie ook overleven zijn de wrattenzwijnen die hun badje nemen in het verkoelende water. Met een kletsnat buikje grazen ze even later hun avondsnack bij elkaar.
Nog aan de oevers van de Chobe rivier komen de nijlpaarden aan land. Nu de zon haar warmste stralen verloren heeft, durven de bulldozers van de Nijl hun gevoelige huid blootstellen aan het avondzonnetje. Wie ook nog geniet van een badje, is een familie olifanten. Met hun slurf maken ze van modder en water een aangenaam huidmaskertje. Verderop ligt een troep leeuwen uitgeteld aan het water. Zij likken zich schoon, dollen wat met elkaar, maar liggen graag uitgestrekt neer om nog even te rusten alvorens de avond valt en ze op pad gaan. De gelijkenis met gewone huiskatten is nooit veraf.
Nu de zon zakt en het gouden uur is aangebroken vult de savanne zich met een gouden gloed. Het zorgt ervoor dat een gigantische kudde van wel honderden impala’s oplicht als kletterend edelmetaal.


We laten de savanne en zijn bewoners achter in een gouden aureool.

Reacties