Dag 8 - New Orleans - Jazz langs de Mississippi

De klokken van de St. Louis kathedraal van New Orleans luiden 9 uur. Met snelle tred begeef ik mij naar de rand van de French Quarter. Ik had evengoed één van de bekende en nostalgische ‘streetcars’  kunnen nemen, maar ik hou van de sfeer die in het French Quarter hangt.

Ik ben op weg naar het St. Louis Cemetery 1, het oudste en meest bekende kerkhof van New Orleans. Sinds 1789 werden hier de inwoners van The Big Easy begraven. Het verving daarmee de oudere begraafplaats van St. Peter als belangrijkste kerkhof. St. Peter bestaat overigens niet langer.
Op een  plaats die zich onder zeeniveau bevindt, is het niet zo simpel de doden te begraven. Vandaar dat er door de Spaanse overheerser destijds werd geopteerd de doden bovengronds te rusten te leggen onder monumentale graftomben, geïnspireerd op Europees model zoals het Parijse Père Lachaise of het Spaanse Poble Nou nabij Barcelona. Bovendien konden zo meerdere familieleden probleemloos in één familiekelder begraven worden.
Het St. Louis Cemetery herbergt een groot stuk van de geschiedenis van New Orleans. Naast de vele notabelen die hier begraven liggen, rusten hier ook veel notoire inwoners.
De beroemdste is ongetwijfeld Marie Laveau, voodoo-priesteres, genezeres en helderziende. Zelfs vanuit het hiernamaals worden er nog bijzondere krachten aan haar toegewezen. Toch zijn al die ‘bijzondere gaven’ redelijk makkelijk te verklaren. Marie had een kapperszaak waarvan het clientèle behoorde tot de hogere klasse van de stad. De roddels die zij hier te horen kreeg, samen met het betalen van bedienden voor informatie, waren de kennisbronnen waarop zij haar advies als helderziende of voodoo-priesteres aan dezelfde hogere klasse  baseerde. Als genezeres gebruikte zij vooral plantaardige ingrediënten voor haar brouwsels, een beetje homeopathie avant-la-lettre. Door haar successen werd ze de Voodoo Queen genoemd.

Marie Laveau ligt hier begraven in het familiegraf van haar tweede echtgenoot De Glapion. Of toch niet? Sommigen ontkennen dat Marie in dit graf ligt, maar iets verder, in een anoniem graf dat vol geschilderd is met X’en. De gekladde X’n verwijzen naar een oud gebruik waarbij men een gunst vraagt aan Marie en daarbij een X op het grafmonument tekent, driemaal rond draait en een offer achterlaat. Toch lijkt deze ‘faux laveau’ eerder een grapje van de lokale gidsen te zijn, om opstoppingen aan het echte graf te vermijden. De populariteit van het graf van Marie moet niet onderdoen dan dat van JFK op Arlington en maar net onder dat van Elvis, bij uitstek het meest populaire graf ter wereld. De archieven van het bisdom laten er echter geen twijfel over bestaan. Marie ligt waar ze moet liggen, in het graf dat officieel wordt aangeduid.
Het oude kerkhof heeft geen structuur. Het is een wirwar van grafmonumenten waarlangs we ons een weg banen. Hier en daar werd er nog een poging gedaan om een soort weg te creëren, maar het is duidelijk dat elke centimeter van deze plaats moest benut worden. Naast familiegraven werden er ook zogenaamde ‘society graven’ gebouwd. Zo zijn er de Italian Society en Musician Tombs gebouwd. Wie lid was van één van deze organisaties verzekerde zich meteen van een stijlvolle begrafenisplechtigheid én een plaats in een imposant graf.


Wie hier ook begraven ligt is Paul Morphy, de beste schaker van de 19de eeuw, zowat de Bobby Fisher van zijn tijd. Er zijn dan ook wel parallellen te trekken tussen beiden. Niet alleen waren ze alle twee een groot schaakkampioen, bovendien worden ze ook de beste van hun generatie genoemd tot ze beiden met psychische problemen kampten.

Hollywood-ster Nicolas Cage is geen vreemde voor New Orleans. Hij bezit hier meerdere huizen én heeft ook al zijn plekje aangekocht op St. Louis. Tussen al die oude monumenten waaronder sommige meer dan 100 jaar oud zijn, valt de hagelwitte piramide op. Er staat enkel de woorden ‘omnia ab uno’ op, ‘alles van één’. In 2010 kocht Nicolas Cage de twee laatste beschikbare percelen om zijn latere definitieve rustplaats te bouwen.


Nu we het toch over Hollywood hebben, de kaskraker Easy Rider werd voor een stuk in New Orleans opgenomen. Niet op de traditionele manier, want de vrije geest die in de film centraal stond, werd ook tijdens het filmen als excuus gebruikt om bijvoorbeeld geen vergunning aan te vragen om op het kerkhof te filmen. Erger nog, de scène die hier gedraaid werd, had waarschijnlijk nooit een fiat gekregen. Immers Dennis Hopper en Peter Fonda kropen op één van de prachtige monumenten samen met Toni Basil and Karen Black en gebruikten daar LSD.


Het kerkhof is niet meer vrij toegankelijk en kan enkel met een gids bezocht worden. Het is dankzij hem dat ik deze anekdotes kan optekenen.
Ik snuif de sfeer op in Royal Street, na Bourbon Street zowat de bekendste straat van the French Quarter. Ik loop even langs het iconische LaBranche Building, voor mij het mooiste gebouw van de stad. Het immense hoekhuis met prachtige smeedijzeren balkons, werd in 1830 door suikerplantage eigenaar Jean Baptiste LaBranche gebouwd. Het is één van, zoniet hét meest gefotografeerde huis van New Orleans. Kwatongen beweren ook dat het er spookt. Mijnheer LaBranche zou het immers niet zo nauw hebben genomen met de huwelijkstrouw en daar was Mevrouw Labranche achter gekomen. Zijn maitresse werd op de thee uitgenodigd door de vrouw des huizes en vermoord. Beide vrouwen zouden nu nog ‘aanwezig’ zijn in het gebouw.

New Orleans jazz, ook wel Dixieland muziek genoemd, ontstond in New Orleans aan het begin van de 20ste eeuw en de stad is dan ook onlosmakelijk verbonden met jazz.
Op Royal Street bevindt zich ook The Court of Two Sisters, al even iconisch én met live jazzmuziek, wat spijtig genoeg niet meer overal het geval is. Ik neem een heerlijke brunch met lokale zuiderse soulfood specialiteiten, geniet in de tuin van het lekkere lenteweertje én van de jazzmuziek.
Als afzakkertje ga ik naar Pat O’Brien voor de enige echte Hurricane, de cocktail toch. Deze werd in de jaren veertig na de drooglegging uitgevonden door Pat O’Brien en bestaat uit rum, fruitsap en grenadine. Het was de manier om een immense overschot aan rum weg te werken. De leveranciers wilden immers enkel whisky en bourbon leveren aan eigenaar Pat O’Brien als hij ook genoeg niet-kwaliteitsvolle rum afnam.
Om de smaak van de rum te maskeren mengde hij witte en donkere rum met siroop en een grote hoeveelheid sinaasappel- en passievruchtensap. Daarbij voegde hij wat grenadine om de kleur te bekomen. Dat alles mengde hij in een glas en de hurricane was geboren.
Vanavond trekt de Pride Parade door de straten van de French Quarter. Regenboogvlaggen en -tatoeages hebben de bovenhand, maar ook hier en daar een ontblote borst of nog schaarser geklede dames en heren.  De sfeer is uitgelaten. De muziek zweept op, er wordt gedanst en de alcohol vloeit rijkelijk. Een lange stoet praalwagens trekt door de kleine straten. Straatmuzikanten zorgen voor extra sfeer in de straten die de parade niet aandoen. 

Op de vele balkons van Bourbon Street zit de sfeer er ook goed in. Met in de ene hand een glas alcohol en in de andere hand de beroemde kralen van New Orleans, moedigen ze mensen aan een kraal te verdienen. Dikwijls betekent dat iets ontbloten, maar het kan ook anders. Eventjes elegant wuiven naar de mensen, een duimpje omhoog, een lieve glimlach, meer is er niet nodig om kralen te krijgen. Mijn unieke souvenir van New Orleans.
Hotel Monteleone is één van de mooiste hotels van de stad. Het straalt nog steeds die rijke overdadige stijl van de Beaux-Arts periode uit met daaraan een eigen flair gekoppeld. Het is zonder twijfel het elegantste hotel in Royal Street en bij uitbreiding in heel de French Quarter en ver daarbuiten. 

Het was de favoriete overnachtingsplaats in New Orleans van o.a. Ernest Hemmingway, Tennessee Williams en John Grisham. Maar het is vooral de vrij unieke bar die vanavond de aantrekkingskracht is. The Carousel PIano Bar & Lounge is de enige roterende bar in New Orleans. Een moment van nostalgie, even terug op de paardenmolen. De punch cocktails worden bovendien gesmaakt. De perfecte plaats om een avondje New Orleans af te sluiten. Of nog niet helemaal. Want er ontbreekt nog één ding voor ik New Orleans tevreden kan verlaten. Bij een vorig bezoek lukte het niet, maar vanavond zet ik eindelijk mijn tanden in de wereldberoemde beignets van Café du Monde. Dankzij corona is de bediening aan tafel vervangen door afhaal wat de service er meer dan behoorlijk op versnelt. Ondanks dat Café du Monde 7 dagen op 7 en 24 uur op 24 uur open was, nam de wachtrij destijds astronomische proporties aan. Wat wel gebleven is, is het immense terras. Moe maar tevreden geniet ik van mijn laatavond snack. De hemelse beignets voorzien van een dikke laag poedersuiker, worden al snel verorberd.
The Big Easy is de bijnaam van New Orleans. Easy is het leven hier wel. Beignets, hurricanes (liefst de cocktail), een jazz-lunch, uitzicht op de Mississippi en die romantische smeedijzeren architectuur, maken het heel makkelijk om van New Orleans te genieten. The Big Easy doet haar bijnaam alle eer aan.



Reacties