Hij is één van de weinige artiesten die er
in geslaagd is meer dan 100 miljoen platen te verkopen. Van de meer dan 1.500
liedjes die hij opnam, bereikten 48 singles de Billboard Hot 100 Pop lijst,
ongeveer hetzelfde aantal als de Rolling Stones en de Beach Boys; hij maakte meer
hit singles dan Michael Jackson, Elton John, Billy Joel, B.B. King, ...
Op de Billboard Country Singles lijst werden dat zelfs 130 hits. Hij is de
enige artiest die liedjes had staan in de verschillende Billboard lijsten
gedurende zes opeenvolgende decennia.
Hij werd als enige opgenomen in zowel de Country Music Hall of Fame, de Rock’n
Roll Hall of Fame en de Songwriter Hall of Fame.
Johnny Cash, want over hem gaat het, ontving maar liefst 17 Grammy Awards
tijdens zijn carrière. Bovendien werd hij geëerd met twee prestigieuze
onderscheidingen : de National Medal of Arts en de Kennedy Center Honors.
De ‘Man in Black’ is ongetwijfeld één van de meest populaire en succesvolle
artiesten aller tijden.
In Nashville werd hij daarom geëerd met zijn eigen museum.

Al vroeg werd Johnny Cash geïnspireerd door de country muziek die hij op de
radio hoorde. Op 12-jarige leeftijd schreef hij al zijn eerste liedjes. Na zijn
legerdienst in Duitsland, speelde hij in de Tennessee Two met gitarist Luther
Perkins en bassist Marshall Grant.
In 1954 waagt hij zijn kans bij Sun Records van Sam Phillips. Alhoewel Sam
onder de indruk was van de prachtige diepe bariton stem van Johnny, had die niet
het juiste liedje ingestudeerd. Gospel vond hij niet bij Johnny Cash
passen. Sam stuurde hem wandelen en
raadde hem aan nog eens terug te komen met een eigen geschreven hit. Dat wordt
‘Hey Porter’. Johnny is gelanceerd. Hij zal één van de meest invloedrijke
Country muzikanten worden en wordt door Rolling Stone Magazine uitgeroepen tot
31-ste grootste Rock ‘n Roll artiest allertijden.
Maar Johnny was niet alleen muzikant, ook op het grote en kleine scherm kon hij
zijn mannetje staan als acteur. Hij speelde voorname rollen in populaire
reeksen zoals North and South, Dr. Quinn, Medicine Woman, Little House on the
Prairie en Columbo.

Als je, net als ik en mijn mama, fan bent van Johnny Cash, biedt het museum een
mooi overzicht van zijn carrière. Van zijn eerste stappen in de muziekwereld,
over persoonlijke spullen tot de laatste video die hij heeft opgenomen. Bij
zijn overlijden in 2003 behoorden de grootste artiesten ter wereld tot zijn
fans: Bruce Springsteen, U2, Bob Dylan, ... Zelfs verschillende presidenten
staken hun liefde voor Johnny Cash niet onder stoelen of banken. Zijn
indrukwekkende carrière en zijn opmerkelijk privéleven waarbij hij zijn
jeugdliefde verliet voor mede-artieste June Carter, werden verfilmd in de film
‘Walk The Line’. Mijn favoriet liedje ‘Burning Ring of Fire’ werd geschreven
door June en gaat net over die beginnende verliefdheid die zij op dat moment
ervaarde. Het meest indrukwekkende lied is ongetwijfeld zijn laatste : het
schrijnende ‘Hurt’, een remake van de hit van de Amerikaanse groep Nine Inch
Nails. Vooral de videoclip is daarbij opvallend. Het toont een fragiele Johnny
met grijze slapen en een verweerd aangezicht. Drie maanden later overlijdt hij.
Zijn nalatenschap is veel meer dan dit museum, maar het is een mooie plaats om
de ‘Man in Black’ te gedenken.

In 1956 speelt Johnny Cash voor de eerste keer in de Grand Old Opry terwijl
zijn nummer ‘I walk the Line’ de hitlijsten bestormt.
De Grand Old Opry is een wekelijks radio-concert dat in 1925 begon vanuit een
opnamestudio in downtown Nashville. De show werd al snel een groot succes en de
studio bleek te klein voor de horde fans die de opnames wilden bijwonen. Een
nieuwe studio werd gebouwd, maar ook deze bleek al snel te klein. In 1943 werd
een nieuwe thuis gevonden in het Ryman Auditorium.
Het Ryman Auditorium heeft er dan al een interessante geschiedenis opzitten.
Het begon ooit als het Union Gospel Tabernacle in 1892 en werd gebouwd op
initiatief van Thomas Ryman, een zakenman die eigenaar was van een vloot
rivierboten. Nadat hij een preek van predikant Samuel Port Jones bijwoonde,
besliste hij dit tabernakel te bouwen.
Om de enorme schulden af te lossen aangezien het gebouw ver boven budget
werd afgewerkt, werden er ook niet- religieuze bijeenkomsten gehouden. Die
werden geboekt via het Rice Bureau. Lula C. Naff zorgde voor de boekingen en
trad op als manager van ‘haar gebouw’. Nadat het bureau failliet ging, huurde
ze het gebouw zelf en ging als onafhankelijke agent aan de slag. In 1920 werd
ze op haar beurt zelf ingehuurd als event manager door het Ryman en met haar
zakeninstinct, visie en standvastigheid zette ze Nashville op de nationale
culturele kaart. Zo stonden Charlie
Chaplin, Bob Hope, Doris Day, Harry Houdini en Caruso hier ooit op het podium.
De crème de la crème. Het Ryman, dat ondertussen naar zijn overleden oprichter
werd genoemd, kreeg dan ook de bijnaam
‘Carnegie Hall of the South’. En toen kwam in 1943 de Grand Old Opry naar het
Ryman en werd het een belangrijk onderdeel van de muziekgeschiedenis. In 1945 werd Bluegrass hier geboren toen Bill
Monroe hier optrad samen met zijn mandoline en zijn muziek samensmolt met die
van banjospeler Earl Scruggs en gitarist Lester Flatt. Tijdens een optreden van
Mahalia Jackson, de koningin van de gospel, kwam de herinnering aan het oude
tabernakel even terug. Haar gospelgezang bracht de toehoorders in hogere sferen.
In 1954 trad ene Elvis Presley hier op. Het zou bij een éénmalig optreden
blijven aangezien het publiek niet echt warm liep voor hem en hij er zelf een
slecht gevoel bij had. Johnny Cash ontmoette hier June Carter. Het werd het
begin van één van de meest beroemde romances. Van 1969 tot 1971 verzorgde Johnny Cash zijn
televisieprogramma ‘The Johnny Cash Show’ vanuit het Ryman. Hij nodigde
o.a. Joni Mitchell, The Who, Bob Dylan
en Eric Clapton’s Derek and the Dominos uit. In 1974 vertrok de Grand Old Opry naar een nog groter gebouw. Jaren later begon
het volledig verkommerde gebouw door de lange leegstand, na een grondige
renovatie aan een nieuw leven als concertzaal. Enkele jaren geleden had ik het
geluk de Beach Boys hier aan het werk te
zien. Het Ryman wordt nog steeds gebruikt voor Opry optredens tijdens het
laagseizoen. Maar ook voor speciale gebeurtenissen zoals de herdenkingen voor
Tammy Wynette en Johnny Cash naar aanleiding van hun overlijden.
Vandaag
staat er geen optreden gepland, maar wel een rondleiding voor en achter de
schermen. De impressionante geschiedenis
van het Ryman wordt ontvouwd in woord en beeld. Als hoogtepunt mag ik ook het opperaltaar van de country betreden : het
podium waar zoveel grote artiesten mij zijn voorgegaan. Het gospel tabernakel van weleer werd dank zij de
Grand Ole Opry, de kathedraal van de country.

Wat Hollywood is voor de film, is Nashville voor de muziek. Ze laat zich haar
bijnaam als Music City dan ook welgevallen.
Wie Nashville zegt, zegt vooral country muziek en Nashville wordt dan ook niet voor niets de
hoofdstad van de country muziek genoemd.
Op Broadway, jawel in Nashville, liggen de bars naast elkaar. Al van ‘s morgens
loeit de honky tonk muziek uit de boxen. Het is al lang het lunchuur voorbij en
na deze interessante maar vooral vermoeiende voormiddag is het meer dan tijd één
van die establissementen in te duiken. Een goede cocktail zou mij smaken, zeker
als die vergezeld wordt door goede muziek. Ik word bijna direct gezogen naar
The Valentine als ik de diepe warme en doorleefde countrystem hoor van Blaine
Holcomb. Een klassieke ruwe country stem met een eigen randje. Niet voor niets
is hij één van de succesvolle artiesten hier op Broadway met een reeks
uitgebrachte EP’s en singles. Twee cocktails later en met mijn hartje helemaal
verwarmd, verhuis ik naar de Tootsies Orchid Lounge aan de overkant van de
straat en waar het ooit voor Blaine begon. Niet alleen voor Blaine, maar ook
grotere countrysterren zetten hier hun eerste stapjes voor een live
publiek. Zo speelden Patsy Cline, Kris
Kristofferson, Waylon Jennings én Willie Nelson hier op één van de drie podia.
Het leverde Willie Nelson zelfs zijn eerste schrijversklus op. Tootsies is een begrip
in Nashville. De moeder aller honky tonk bars. Foto’s aan de muren herinneren
aan dit roemrijke verleden. Vandaag
staat een beginnende band op het podium van de tweede verdieping. Met hun
up-tempo muziek zwepen ze het publiek op. Iets verder op de hoek ligt Legend’s
Corner. Ook hier hangen de muren vol met foto’s en memorabilia van een
onvergetelijk verleden. De plaats waar legenden geboren worden, waar
podiumervaring wordt opgedaan en het publiek begeesterd wordt.
Zelf aan de slag gaan, kan in de Wildhorse Saloon. Een grote dansvloer nodigt
uit voor gratis lessen line dancing. Terwijl het tikken van de cowboyboots op
de dansvloer me uit mijn overpeinzingen haalt, wordt het grote podium in
gereedheid gebracht voor het bandje van de dag dat het beste van zichzelf
geeft. De Wildhorse Saloon is wereldberoemd in Nashville en daarbuiten.

Printer Alley was ooit het hart van een bloeiende drukwerk nijverheid. Een
bijna verloren gelegen steegje waar twee kranten (The Tennessean and
the Nashville Banner, trouwens de grootste kranten van Nashville), tien
drukkerijen en dertien uitgevers hun thuis hadden. Maar er bevonden zich ook
hotels, restaurants en cafés, waarvan enkele tijdens de Drooglegging zogenaamde
’speakeasies' werden. In 1940 werden de eerste nachtclubs geopend. Zij werden algauw het podium voor toekomstige
sterren als Waylon Jennings, Dottie West, The Supremes en Jimi Hendrix.
Ook al ligt Printer’s Alley een stukje verder van het iconische Broadway, toch
is het één van de leukste plekjes. Een verdoken steegje geprangd tussen de
hoogbouw van Nashville met nog een allegaartje aan bars. Het gebulder van de
drukpersen en de geur van drukinkt werd door de jaren heen vervangen door
klinkende muziek en de geur van alcohol. De Fleet Street Pub herinnert nog aan
het drukwerk-verleden van Printer’s Alley. Een beetje Londen gevoel in Music City. Ik loop op goed geluk binnen bij
de The Bourbon Street Blues and Boogie Bar, om nog even in New Orleans sfeer te
blijven. En wat een avond beleef ik hier. De blues band die hier vanavond
optreedt, overtreft meer dan mijn verwachtingen. Ze zetten elk lied in alsof
het hun laatste zal zijn. Vingers tokkelen ijverig op de snaren van gitaren en
basgitaren. De drums worden niet gespaard. De doorleefde stem van de zanger
opent even de blueshemel. De saxofoon wordt bovengehaald, er wordt gedanst en
getrompetterd.
De blues neemt het even over in de country hoofdstad van de
wereld. Foto’s en filmpjes leggen deze avond vast voor de eeuwigheid. Al deed
vooral Paul McCartney dat door Printer's Alley te vereeuwigen in zijn liedje ‘Sally
G’.
Reacties
Een reactie posten