Dag 11 - Memphis - All roads lead to Memphis

Stel, je boekt een kamer in ongetwijfeld het meest elegante en charmantste hotel van Memphis, bekend om zijn gastvrijheid en waarvan elke cm² de rijke geschiedenis uitstraalt en geniet na een dagje sightseeing van een welgekomen drankje in de poepchique bar van het hotel.  Het hotel wordt niet voor niets ‘the South’s Grandest Hotel’ genoemd. Plotseling wordt de rode loper uitgerold... Je ogen gaan nieuwsgierig op zoek naar een bekende ster gehuld achter een donkere zonnebril en omringd door bodyguards. Onverwachts duikt er gekwaak op in de achtergrond. De menigte die zich ondertussen in de grote lobby van het hotel heeft verzameld, wordt op afstand gehouden door gespannen koorden. De grote ster of liever sterren plonsen hun laatste rondje in de fontein. De duckmaster in ceremonieel uniform, maant de beroemde eenden van het Peabody Hotel als een dirigent aan, om het water van de marmeren fontein te verlaten. Het is 17 uur en de eenden beginnen aan hun dagelijkse tocht naar hun nachtverblijfplaats op het dak van het hotel. Ze marcheren over de rode loper richting liften om daar als VIP-gasten in complete privacy zich voor de avond en nacht terug te trekken.
Deze traditie ontstond in 1932 toen de toenmalige manager van het hotel na een jachttrip (én een beetje teveel Tennessee whisky) besloot de eenden die hij had gebruikt als lokaas, in de prachtige fontein in de lobby van het hotel te zetten. Het publiek reageerde enthousiast op de eenden en in 1940 stelde portier Edward Pembroke die ooit nog met circusdieren had gewerkt aan, om de dieren te trainen en hen de beroemde ‘eendenmars’ aan te leren. Elke dag wandelen de eenden ‘s morgens van hun nachtverblijf naar de fontein en ‘s avonds terug. Omdat de eenden zo belangrijk zijn voor het hotel, heeft  restaurant Chez Philippe geen eend op het menu staan. Het is waarschijnlijk het enige Franse restaurant ter wereld waar dit zo is.
Elvis mag dan de koning van de rock’n roll zijn, de eenden zijn de koningen van het Peabody Hotel. 

Op 4 april 1968 eindigde het leven van Martin Luther King op een balkon van het Lorraine motel in downtown Memphis. Daar werd hij op 39-jarige doodgeschoten na een leven gewijd aan de strijd voor rassengelijkheid. Een absoluut dieptepunt in de jaren zestig waarin ook andere voorstanders van burgerrechten het slachtoffer werden van dodelijk geweld zoals de broers Kennedy en Malcolm X.

Maar zelfs na zijn dood bleef hij het symbool van gelijke rechten. Zijn begrafenis werd bijgewoond door maar liefst 150.000 mensen. Zijn nagedachtenis blijft ook bewaard op de 3de maandag van de maand januari die tot Martin Luther King dag werd uitgeroepen en een officiële feestdag is. Zijn leven stond in het teken van de geweldloze inzet voor de burgerrechtenbeweging. Wie had kunnen denken dat de zoon van de predikant van de Ebenezer Baptist Church in Atlanta zou opgroeien tot een voorvechter die op de barricades stond voor gelijkheid en daarbij beschikte over een charismatische uitstraling, een eloquente spraak die begeesterende toespraken opleverde en uiteindelijk ook de Nobelprijs voor de Vrede in 1964. Zijn inzet voor de vrede en gelijkheid was zijn levenstaak. Vanaf zijn eerste bewuste herinneringen in Atlanta via Montgomery tot het einde in Memphis, zette hij zich in voor zijn medemens. Niemand zal ooit de gevleugelde woorden vergeten die hij uitsprak tijdens de ‘Mars naar Washington’, waar hij één van de meest inspirerende toespraken ooit hield op de trappen van het Lincoln Memorial. De ‘I have a dream speech’  is nog steeds één van de meest iconische redes ooit gegeven. 200.000 mensen volgden rond de Reflecting Pool zijn 17 minuten durend pleidooi voor meer gelijkheid en vrijheid van de zwarte medemens :’I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal. I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. I have a dream that one day even the state of Mississippi, a state sweltering with the heat of injustice and sweltering with the heat of oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice. I have a dream that one day my four little children will live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today’.
Een droom die nu zovele jaren later nog steeds niet in vervulling is gegaan.
Het Lorraine motel, ooit begonnen als het Lorraine hotel, was een typisch zuidelijk hotel dat initiëel enkel  blanke gasten verwelkomden maar tegen het einde van WO II, ook Afro-Amerikanen met open armen ontving. Count Basie, Nat King Cole en Aretha Franklin, zijn slechts enkele van de beroemde gasten die hier destijds logeerden. Net door de link met de zwarte gemeenschap, verkoos Martin Luther King  hier te logeren in 1968. Hij was hier om de stakende zwarte 1.300 arbeiders in openbare dienst te steunen in hun strijd voor meer loon. Daags voor hij vermoord werd, hield hij nog een profetische toespraak alvorens hij op 4 april vermoord werd op het balkon van kamer 306 waar hij steeds verbleef.
In 1988 sloot het hotel de deuren. Jacqueline Smith woonde in het hotel sinds 1973 waar ze werkte als poestvrouw. Ze werd op straat gezet en haar spullen op een hoop gegooid. Daar liggen ze nu nog steeds, weliswaar beschermd door een blauw zeil tegen regen en wind. Het is bovendien de plaats waar ze nog dagelijks op post is om aan te klagen dat door teveel te focussen op de gewelddadige dood van MLK, men het werk vergeet dat hij deed bij leven. Ook vandaag is ze nog  met vol vuur aanwezig en spreekt ze iedere voorbijganger aan. Zo blijft ook de nagedachtenis aan Martin Luther King levend, hier op de plaats waar hij meer dan 50 jaar geleden zijn niet aflatende ijver voor een gelijke wereld en zijn begeesterende stem voor eeuwig liet rusten.
Het hotel werd in 1991 tot het National Civil Rights Museum omgevormd.


’And then I got to Memphis. And some began to say the threats, or talk about the threats that were out. What would happen to me from some of our sick white brothers? Well, I don't know what will happen now. We've got some difficult days ahead. But it doesn't matter with me now. Because I've been to the mountaintop. And I don't mind. Like anybody, I would like to live a long life. Longevity has its place. But I'm not concerned about that now. I just want to do God's will. And He's allowed me to go up to the mountain. And I've looked over. And I've seen the promised land. I may not get there with you. But I want you to know tonight, that we, as a people, will get to the promised land. So I'm happy, tonight. I'm not worried about anything. I'm not fearing any man. Mine eyes have seen the glory of the coming of the Lord’.                                                                                                                                                                                                      
        - Martin Luther King -  3 april 1968

Reacties