De Galápagos - Het laboratorium van Charles Darwin
Seeing every height crowned with its crater and the boundaries of most of the lava streams still distinct, we are led to believe that within a period geologically recent, the unbroken ocean was here spread out.
Hence, both in space and time, we seem to be brought somewhat near to that great fact, the mystery of mysteries - the first appearance of new beings on this earth.
- Charles Darwin, HMS Beagle
Terwijl België begin jaren 1830 uitkeek naar een nieuwe toekomst als onafhankelijk land, keek de Engelse natuurkundige Charles Darwin ook uit naar een opwindend nieuw leven. Hij ging immers als onderzoeker mee aan boord van de HMS Beagle, die op een jarenlange reis rond de wereld vertrok.
Die reis zou uiteindelijk 5 jaar duren van 1831 tot 1836. Van die 5 jaar, bracht Charles Darwin de meeste tijd door aan land. Hij onderzocht er de geologie, de natuur en fossielen. De reis voer bijna onmiddelijk naar Zuid-Amerika waar het zeilschip zich onder meer nestelde in de wateren rond Vuurland. Het desolate en vooral winderige landschap van Patagonië liet hem niet los. Na zijn terugkeer in Engeland schreef hij daarop het volgende :
‘Bij het oproepen van herinneringen uit het verleden komen mij herhaaldelijk de vlakten van Patagonië voor ogen : toch zijn die vlakten volgens iedereen miserabel en nutteloos … Waarom dan toch heeft deze dorre woestenij zich zo vastgezet in mijn geheugen?’.
Maar het was vooral zijn bezoek aan de Galápagos-eilanden dat helemaal onvergetelijk werd.
Want een 5 maanden lange verzameling geologische en natuurwetenschappelijke stalen vormde de basis voor zijn latere wereldberoemde evolutie-theorie : ‘The Origin of Species by means of Natural Selection’. Dit boek veroorzaakte uiteraard heel wat ophef omdat erin werd geopperd (met ondersteunend wetenschappelijk bewijs) dat de diversiteit binnen dezelfde soorten niet door een opperwezen werd gecreëerd. Nevensoorten zouden volgens Darwin ontstaan uit een gemeenschappelijke afkomst waarna er over verschillende generaties heen en door natuurlijke selectie gezien veranderende omstandigheden, een evolutie ontstaat binnen die bepaalde soort met erfelijke aanpassingen tot gevolg en er zo wordt gezorgd voor een aanverwante soort.
De Galápagos gelden als het laboratorium van de evolutieheorie van Charles Darwin en die theorie maakte de eilanden dan ook wereldberoemd.
De eilanden, vulkanisch van oorsprong, liggen op zo’n 1.000 km in de Stille Oceaan voor de kust van Ecuador, die de eilanden destijds annexeerde. De archipel bestaat in totaal uit 18 eilanden, waarvan er 4 bewoond zijn. De eilanden komen voor het eerst voor op de kaart van Mercator uit 1570 als ‘Insulae de los Galopegos’ (vertaald als ‘eilanden van de schildpadden’).
Om de Galápagos te bezoeken moet je dus aan island hopping doen. En hoe kan je dat beter doen dan per cruiseboot. Ook al zijn reizen naar de Galápagos nog sterk gereglementeerd, toch is er keuze te over. Wij opteren niet voor één van de grote cruiseboten maar eerder voor een intiemere boot. Onze thuis in de komende dagen is dan ook de Coral I, één van de kleinere cruiseboten die tochten uitvoeren langs de eilanden. Een middelgroot jacht is eigenlijk een betere benaming. Hij beschikt over 20 kajuiten, elk met een eigen badkamer.
Ook al varen er heel wat bootjes rond de eilanden, een echte toeristische hotspot is het nog niet. De toegang wordt immers beperkt tot een 100-tal toeristen per dag en daarbovenop moet er ook nog een eenmalige bezoekersbelasting van 100 dollar betaald worden.
Wij gaan aan boord van de Coral I in Santa Cruz, het belangrijkste eiland voor het toerisme en het op één na grootste eiland van de archipel. Nabij Puerto Ayora hebben we al meteen de kans om de reuzenschildpadden te zien, de naamgevers van de eilanden. De reuzenschildpad is één van de oudste reptielsoorten ter wereld en komt nog slechts op 2 plaatsen ter wereld voor : hier en op Aldabra in de Indische Oceaan. In totaal werden er hier 14 soorten gevonden, waarvan er 3 al uitgestorven zijn. Het moet vermoeiend zijn om zo’n reuzenschild met zich mee te sleuren. Onze vrienden liggen immers lui te wezen, te moe om ook maar één milimeter te bewegen.
We maken ook kennis met Lonesome George. George is echt alleen, want hij is de laatste van zijn soort. Met zijn 80 jaar is hij nog een jongeling aangezien een reuzenschildpad tegen de 200 jaar oud kan worden. Maar aangezien er geen vrouwtje meer van zijn soort leeft, is er geen kans meer om dit geslacht verder te zetten. Bij de dood van Lonesome George zal er dus alweer een reuzenschildpaddensoort uitsterven.
Na een nachtje varen, komen we toe aan Isla Española, één van de kleinste eilanden maar meteen ook één van de oudste. Het eiland wordt niet door mensen bewoond, maar is heel rijk aan endemische soorten. Zo zien we al meteen de zeeleguaan, de enige hagedis ter wereld die zijn voedsel uit de zee haalt. Hij is uniek in zijn soort en leeft enkel op de Galápagos.
Het feit dat de eilanden nooit echt verbonden zijn geweest met het vasteland en daardoor maar met mondjesmaat zijn bevolkt door de dieren vanaf datzelfde vasteland, maakt dat deze dieren in de loop der tijd zijn gaan evolueren onafhankelijk van hun soortgenoten elders. Het zeer specifieke leefgebied én het grotendeels ontbreken van roofdieren, leverden een bijdrage aan die zogenaamde natuurlijke selectie. Zo verloren een aantal vogels het vermogen tot vliegen, groeiden landschildpadden uit tot reuze-exemplaren én ontwikkelde de zeeleguanen aanpassingen om onder water te kunnen grazen op bedden zeewier. Niet enkel leguanen begroeten ons aan de waterkant. Zeeleeuwen liggen languit op de rotsen terwijl het zonnetje hun buikje streelt en krabben de rotsen afschuimen op zoek naar een heerlijk hapje.
Het grappigste dier komt in het vizier, de blauwvoetgent. Zoals de naam doet vermoeden, leven ze niet alleen op grote voet, maar vooral op blauwe voeten. Het lijkt net of ze blauwe sokjes hebben aangetrokken of erger nog, met hun voeten in een pot smurfenverf hebben gestaan.
En geloof me, dat blauw steekt goed af tegen de grijze rotsige achtergrond. Laat het nu net die kleurrijke voetjes zijn, waar de vrouwtjes naar kijken. Hoe blauwer, hoe virieler. De blauwste voetjes verzekeren zich als eerste van een wederhelft.
En waar er blauwe voeten zijn er ook ... rode voeten, ja ook de roodvoetgent leeft hier.
Aan Gardner Bay, een idyllisch stukje strand, begroeten de zeehonden ons. Ze draaien hun hoofd als in een synchroon ballet. Pasgeboren zeehonden zetten hun eerste stapjes of liever kruipen voor het eerst door het mulle zand.
Dat zand kruipt overal in hun pels, dus nadien wordt er even relaxerend gebadderd in de golven van de oceaan. Wij badderen deze avond aan boord van onze cruiseboot en dromen van wat er nog komen gaat. Ik kan niet wachten tot we morgenochtend een nieuw eiland ontdekken.
Cormorant Point is een populaire plaats op Isla Floreana, het meest zuidelijke eiland. Hier bevindt zich immers een zoutwaterlagune waar een aantal flamingo’s ons op hun stelten vermaken. Bovendien is het een leuke plek om andere watervogels te spotten. We nemen daar dan ook even de tijd voor. Mijn mama loopt rond op roze crocks die het haar heel makkelijk maken om vanaf de zodiac (waarmee we steeds van onze boot naar het vasteland worden gebracht) de laatste meters door het water te waden naar het strand. Roze crocks ... elke fashionista huivert al bij de gedachte maar daar trekt deze stijlgoeroe zich niks van aan. Zij gaat gezwind door het water en op het vasteland ontwikkelt ze zich als een nieuwe soort : de roosvoetgent 😀. Op het strand leggen we ons neer op een handdoek én met roze crocks voor een uurtje rust in het zonnetje. Zeeleeuwen lijken het schouwspel eerder goedkeurend te bekijken en lijken een dikke duim te geven voor deze modetrent en vlijen zich naast ons neer op het warme zand. Ik bekijk het schouwspel ook goedkeurend maar ook met een tikkeltje ongeloof. Door het gebrek aan natuurlijke vijanden, zien de dieren van de Galápagos ook geen graten in de aanwezigheid van de mens en komen de dieren ongegeneerd dichtbij. We maken vrienden voor het leven.
Dit eiland is het sterkst beïnvloed door menselijke aanwezigheid. Al in 1793 richtten walvisvaarders hier een soort onbemand postkantoortje in omdat het één van de gemakkelijkst te bereiken eilanden was. Dit postkantoor is nog steeds in gebruik. Hier kan men ongefrankeerd post achterlaten. Het is de bedoeling dat als men hier post legt, zelf door de brieven/postkaarten te kijken en mee te nemen wat voor zijn eigen land bestemd is. Thuis moet er dan een postzegel op en opsturen maar.
En of ze zich hier hebben aangepast. Ik keek elke dag mijn ogen uit op dat uniek stukje aarde, het unieke laboratorium van Charles Darwin.
Oktober 2006
Reacties
Een reactie posten