Dag 5 - De wereld verzamelt in Dubai
Sinds oktober 2021 komt de wereld samen op 4,38 km² zand in de Arabische woestijn. Nog tot 31 maart 2022 vindt hier in Dubai de 35ste wereldtentoonstelling plaats. De wereld in een notendop, zo kan je de Expo 2020 Dubai beschrijven. 182 dagen om het allerbeste van onze planeet te zien op gebied van kunst en cultuur maar ook geavanceerde technologie, innovatie en architectuur komen aan bod. Nieuwe mogelijkheden, mobiliteit en duurzaamheid zijn trouwens de thema’s van deze expo vertaald in drie districten met in totaal maar liefst 191 paviljoenen.
Het duurzaamheidsdistrict is gevuld met oplossingen voor het beschermen van onze planeet met behulp van technologie.
In het mogelijkheidsdistrict volgen we de voetsporen van inspirerende personen en sociale innovaties en komen we zo meer te weten over hoe we een betere toekomst kunnen creëren.
Voor de eerste keer in de geschiedenis heeft trouwens elk deelnemend land een eigen paviljoen. Naar die landen kijk ik het meeste uit. Maar we hebben al direct pech. Een bezoek aan het Spaanse paviljoen valt in het water of beter gezegd het paviljoen staat letterlijk in het water. Het is noodweer boven Dubai met harde windstoten en veel neerslag. Dubai ligt in de woestijn en is niet voorzien op regen die normaal maar enkele dagen per jaar valt. Er is geen rioleringstelsel, dus al dat water kan niet afgevoerd worden. De bakken regen die er al sinds deze nacht vallen, blijken fataal vandaag voor één van de smaakmakers. Het paviljoen blijft spijtig genoeg heel de dag gesloten.
Kazachstan staat ook op het verlanglijstje. Het paviljoen heeft o.a. een indrukwekkende show te bieden over het samengaan of -leven van artificiële intelligentie met de mens. Een meer dan gesmaakte acrobatische show die zich afspeelt op en rond een gigantische robotarm. Symbiose tussen mens en machine. Ongetwijfeld zal artificiële intelligentie belangrijker worden in de toekomst, maar de boodschap die we vooral meekrijgen, is dat de waarde van het menselijk kunnen één van de grootste waarden blijft voor diezelfde toekomst.
Alif, het mobiliteitspaviljoen én hoofdpaviljoen van het mobiliteitsdistrict, heeft een grootse opzet en laat ons binnen kijken in de toekomst. Het vat ook ineens het thema van het paviljoen goed samen. Mobiliteit heeft altijd ons leven beheerst. Vanaf de eerste menselijke stappen in Afrika tot onze digitale wereld, het is mobiliteit die altijd de drijfveer is geweest achter de menselijke ontwikkeling. Van de aarde tot Mars, mobiliteit zal onze manier van leven veranderen, de manier hoe we met andere mensen communiceren, andere culturen verstaan en ideeën uitwisselen. We stappen hier een toekomst binnen gecreëerd met artificiële intelligentie, robotica en data. Alif doorbreekt de grenzen tussen de fysieke en digitale wereld in een groots display.
Het paviljoen is een absolute aanrader al is het maar om binnen te stappen in de grootste passagierslift ter wereld die meer dan 160 mensen tegelijkertijd kan vervoeren.
Het Belgische paviljoen wordt internationaal gezien als één van de smaakmakers van Expo 2020 Dubai en portretteert onze visie op de mobiliteit in het jaar 2050 als thema onder de titel ‘2050 our vision for the future’.
Geesten verbinden en bouwen aan de toekomst zijn het motto van deze expo en dat hebben wij als Belgen ook letterlijk genomen voor de bouw van het paviljoen.
Het ontwerp van Vincent Callebaut is voor mij de mooiste constructie van de expo. ‘De Groene Boog’ zoals het bouwwerk officieel heet, is België op zijn best. Het demonstreert onze industriële, technologische en wetenschappelijke know-how. Het bestaat uit een gigantische houten boog en twee gevels die opgezet zijn als een reuze meccano-spel dat na de expo snel kan afgebroken worden en heropgebouwd worden in Belgë. Over kringloopeconomie gesproken. De boog is een kwinkslag naar de virtuele bruggen die we bouwen tussen vernieuwende techniek op een internationale schaal en het samenbrengen van verschillende disciplines. Het bouwwerk verenigt volgens de architect ‘belgitude’, ons uitzonderlijk vermogen om de Latijnse romantiek in de kunst waarvan we zo houden en het technisch vernuft van Duitstalige landen waarmee we begenadigd zijn, te laten samensmelten.
Het vele groen dat bestaat uit ongeveer 2.500 struiken, bomen en planten en waarmee de gevels lijken behangen te zijn, zorgt meteen voor een aangename sfeer. Bovendien genereert het paviljoen op deze manier meer energie dan het verbruikt. België is zo voor mij het enige paviljoen dat dermate inzet op zowel technologie, esthetica en ecologie.
Bij aankomst worden we opgewacht door zes beroemde Belgen die buitengewone prestaties leverden in ‘mobiliteit’. We hebben het dan over o.a. Eddy Merckx, Marc Herremans maar ook over ruimtevaarder Frank De Winne ... in kartonvorm weliswaar.
Binnenin worden we verwelkomd in de utopische wereld van 2050. Een wereld waarin alle mobiliteitsproblemen zijn opgelost. Het verhaal dat de Belgische denktank brengt, is een toekomst gebaseerd op een slimme, veilige en vooral ecologische mobiliteit. We worden hierin begeleid door bekende Belgische stripfirguren zoals Suske en Wiske en Jommeke. Onze visie wordt trouwens als één stripverhaal verteld. Op die manier brengen we ook onze Belgische troeven zoals onze bekende monumenten, striptekenen en sportvedetten samen om te tonen waar België voor staat. Oh ja, ook aan chocolade en bier is gedacht. De chocolade en de speculaas zijn te vinden het winkeltje en aan bier geen gebrek in het restaurant waar er ook Belgische frietjes op het menu staan.
België boven op de Expo 2020 Dubai. Trouwens overal op de expo is er wel een Belgisch tintje te vinden, want constructiemaatschappij BETIX is verantwoordelijk voor de algemene bouw van Expo 2020 Dubai.
En we zagen dat het goed was.
Parijs heeft de Eifeltoren, Londen de Big Ben. Ook Dubai moest en zou iets hebben waarvan iedereen het met Dubai zou associëren. Neen niet de Burj Khalifa, die dateert van later, maar ik heb het over een evengoed unieke constructie. 280 m in de Perzische Golf werd door Jan De Nul een stuk zee uitgebaggerd waarna 40 m lange palen in zee werden geheid en opgevuld met zand en steen. Daarbovenop kwam een nieuwe zandlaag. Ziehier de geboorte van een nieuw eiland. Een lange bevalling en geboorte want de constructie van het eiland nam algauw 2 jaar in beslag.
Dit eiland diende als fundament voor de bouw van één van de beroemdste hotels ter wereld, de Burj Al Arab. De bouw van het hotel nam nog eens 3 jaar in beslag en kostte ruim één miljard dollar. Het resultaat is een hotel in de vorm van een mast met zeil. Het zeil verwijst naar een dhow, een typische boot die zo belangrijk is voor de streek, zeker nog in de tijd van de parelvissers.
Het hotel heeft een hoogte van 321 m, goed voor 27 verdiepingen. De hotellobby heeft een ongeloofelijke hoogte van maar liefst 180 m. Om je een idee te geven, het Vrijheidsbeeld van New York mét voet kan met gemak in het atrium geplaatst worden. De Burj Al Arab behoort tot de duurste hotels ter wereld en is naar eigen zeggen 7 sterren waard. Het hotel beschikt enkel over zogenaamde suites, een simpel kamertje huren zit er niet in. Er werd ook niet beknibbeld op de afwerking. Het beste marmer werd gebruikt als ook 1.800 m² bladgoud en ontelbare Swarovski-kristallen. Per dag kost het trouwens 400 dollar om het bladgoud te herstellen. Het hotel is één bloemenzee. Acht uur per dag is een team bezig om alle bloemarrangementen te schikken. Het eiland is via een brug verbonden met het vasteland. Het hotel even binnenspringen zit er niet in. Zonder reservatie voor een kamer of voor één van de restaurants geraak je er niet in. Gelukkig heb ik een reservatie deze avond als afsluiter van deze Expo-dag voor ‘Gilt’, zoals de naam het al zegt, een bar ontworpen met heel wat goud-accenten en gelegen op de 27ste verdieping met een schitterend uitzicht op Dubai by night.
Zodra ik het hotel binnen kom, word ik met verstomming geslagen door de weelderige en kleurrijke decoratie.
Het gespannen zeil is het eerste wat opvalt. Het omvat één volledige zijde van het gigantische atrium en is gemaakt van vezeldoek en reikt tot in het allerhoogste topje. Een roltrap brengt me naar de eerste verdieping waar winkels en enkele restaurants te vinden zijn. Marmer, goud, glinsterende stenen, alles blinkt, zover het oog reikt. Het Indisch restaurant ziet er eerder uit als een kamer uit een Maharadja-paleis afgewerkt met zware, luxueuze stoffen.
De boetiek Rodeo Drive verkoopt alle luxemerken die je ook in Beverly Hills zal vinden.
Ik neem hier de lift naar de 27ste verdieping, waar nog meer bling bling op mij staat te wachten. De bar is volledig met bladgoud bedekt, tafels en muren hebben gouden accenten.
Bling bling rondom mij, meer bling bling in mijn bord en gouden bubbels in mijn glas. Een glaasje goddelijke Dom Périgon, wat heerlijke foie gras, gevolgd door soesjes gevuld met een hemelse banketbakkersroom.
Reacties
Een reactie posten