Dag 9 – Het idyllische platteland
Wie ooit de geur van Afrika heeft opgesnoven, laat het
continent niet meer los. Het is het mantra van elke Afrika-liefhebber. Die
geur, ik kan hem zelf niet omschrijven. Het geeft een bekend gevoel, een veilig
gevoel, een gevoel van thuiskomen. Een gevoel dat alles klopt. Misschien is het
wel het besef dat het menselijk leven ontstaan is op het zwarte continent en dat
hier de heilige bron van ons bestaan ligt.
In Afrika voel ik me ook dicht bij mijn grootvader die ik
veel te vroeg verloren heb. Dan denk ik aan de lichtjes in zijn ogen toen hij mij,
toen ik nog klein meisje was, vertelde over
zijn leven in Afrika. Hij werd door het Belgische leger in de woelige aanloop
naar 1960 in Belgisch Congo gestationeerd. Hij sprak altijd met warmte over de
bevolking en Afrika. Misschien zijn het wel zijn verhalen over dat verre
continent, die mijn liefde voor reizen in
het algemeen en Afrika in het bijzonder heeft aangewakkerd.
En die geur en liefde voor
Afrika ruik en voel ik vooral op het platteland. Het leven zoals het is op het
arme continent, ver weg van de Big Five, ver weg van die indrukwekkende prachtige
dieren, voor velen dé reden voor een rondreis door Afrika. Het Afrikaanse
platteland bestaat uit weidse landschappen met kleine dorpen opgetrokken uit
lemen hutten, koterijen gemaakt van weggeworpen aluminium of stenen
constructies. Langs de openbare weg vind je kleine markten waar de gewassen van
een privé stukje land worden verkocht. Heerlijke ananas, smaakvolle tomaten,
suikerriet, exotische mango’s en papaja’s, kleine en grote bananen,
verfrissende meloenen en zoete
aardappels. Alles wat moeder natuur opbrengt, wordt hier verkocht. Dat gebeurt
veelal door vrouwen die zo op hun beurt deelnemen aan het economische leven.
Hier
en daar wordt de weg versperd door overstekend vee. Het wordt gedreven van het
ene naar het andere grasland. Kinderen proberen
zich te vermaken met zelfgemaakt speelgoed : autootjes uit ijzerdraad of ze
dollen rond met een rubberen band die ze met behulp van een stokje voortbewegen.
Een eenzame fietser vervoert gigantische
trossen bananen of zakken bloem terwijl vrouwen van en naar de waterbron op weg
zijn met waterkruiken op hun hoofd. Het echte Afrika dus, het echte leven maar
vooral het zware leven. Maar steeds met de glimlach op het gelaat. Niet alleen
de wildparken zijn interessant om in rond te rijden, ook daarbuiten kijk je je
ogen uit.
Naast koffie verbouwt Oeganda heel wat thee. Deze
theeplantages vind je doorheen een groot deel van het land en zorgen voor een
groene toets in het landschap. Het is oogsttijd en op het veld staan mannen en
vrouwen, elk met een grote rieten mand, voorovergebogen theeblaadjes te
plukken. Theeplukkers zijn dagloners, elke dag opnieuw bieden zij hun diensten
aan. Wie er ook op de velden tewerk gesteld zijn, zijn gevangenen. Ze zijn heel
herkenbaar aan hun erg felle gele overall. Onder begeleiding brengen ze hier
hun dag door. Naast koffie en thee, vind je ook vele toverachtige bananenplantages
met aan de schaduwrijke bomen hele trossen kromme gele banaantjes.
De woelige jaren zeventig in Oeganda hebben heel wat leed
veroorzaakt bij de bevolking maar deze periode had ook een grote weerslag op de
dierenpopulatie. Zelfs in de jaren tachtig en negentig werden de wildparken
gebruikt als persoonlijke provisiekast van de oorlogvoerende legers. Het gevolg
was een sterk dalende dierenpopulatie door massale slachtingen. Daarenboven
wordt al sinds jaar en dag de neushoorn massaal gestroopt in heel Afrika. In
Azië worden er geneeskundige krachten toegekend aan de hoorn en wordt die als
zeer waardevol aanzien. De hoorn van een neushoorn is niets anders dan de hoorn die in onze
nagels zit, maar daar hebben de Aziaten blijkbaar geen boodschap aan. De verhandeling
van hoorn blijft een lucratieve business. Alle maatregelen ten spijt, blijft stropen
een gigantisch probleem in Afrika. De gevolgen van burgeroorlog en stropen
resulteerden in het uitsterven van de neushoorn in Oeganda sinds 1983.
In 1998 werd begonnen met de herintroductie van de
neushoorn. In de gewapende bescherming van een reservaat, werd een
kweekprogramma opgestart met witte neushoorns geschonken door Kenia en de US. Uit
deze twee neushoorns werd een eerste kalfje geboren, toepasselijk Obama genoemd 😉. Ondertussen leven er
bijna twintig witte neushoorns in het park. Het resultaat van dag- en nachtbescherming van
de dieren tegen stropers. Het is ooit de droom om bij voldoende populatie, deze
dieren uit te zetten in de wildparken. Want momenteel is het nog steeds niet
mogelijk om de Big Five in het wild in Oeganda te zien.
Maar met een bezoek aan
het Ziwa Rhino Sanctuary, kan je wel de dieren van nabij observeren. Bovendien
kan dat te voet, wat altijd een meerwaarde geeft. Mijn hart maakt altijd een
bokkensprong als ik de dieren van zo dichtbij en zelf onbeschermd kan zien. Je voelt
zo het echte Afrika. Je ruikt de geur van Afrika…
💖
BeantwoordenVerwijderen