Dag 8 – De krachtige schoonheid van Murchison Falls NP

De koelte van de ochtend is een verademing met de hitte van gisteren. De zon klimt stilaan hoger terwijl we in de verte achter opspattend water een rivierboot ontwaren die met grote snelheid komt aangevaren. Vandaag zetten we onze afvaart van de Nijl verder tot in de Nijldelta, de plaats waar de Victoria Nijl uitmondt in het Albertmeer.
Terwijl de lucht in een roze gloed kleurt, vaart de boot af voor onze safari. Tussen het ‘schuim’ van het nijlwater (veroorzaakt door een chemische reactie van de snelstromende waterval met de rotsen) komen de nieuwsgierige nijlpaarden met hun kopje boven water piepen. 

 
Curieus naar wie er in het bootje zit, kijken ze ons met grote ogen aan, om zich dan snel in het beschermende water te laten zakken. We zijn goedgekeurd. Het kleurrijke vogelbestand van Murchison Falls NP is deze ochtend duidelijk vroeg wakker. Ze kleuren de bomen aan de oevers met  hun prachtig  gevederte. 


Het is wel duidelijk dat de nijlpaarden thuis zijn in de Nijl. Er zitten er hier tientallen, zeg maar honderdtallen maar waarschijnlijk zijn ze met duizenden. Op dit ochtenduur zitten ze meestal in het water, maar op enkele plaatsen zitten ze nog op de oever te dollen. Nijlkrokodillen liggen met open mond roerloos langs de waterkant. Niet dat ze op vinkenslag liggen, het is hun manier om wat af te koelen. In de boot wordt door sommige vrouwen al hardop gedroomd over handtassen en schoenen ;-). Hoe verder we varen richting Albertmeer, hoe dunner de vegetatie op de oever wordt. Het dichte, ondoordringbare woud maakt plaats voor de ruige vlaktes van de savanne en moeras. En in dat moeras van Oeganda huist ook de schoenbek ooievaar die met uitsterven bedreigd wordt. Slechts 150 vogels telt de populatie in Oeganda nog.  Op de plaats waar waterlelies de eentonigheid van het water wat doorbreken, duikt onze rivierboot  het moeras in. Voor ons, wat beschermd door het hoge gras, doet een schoenbek ooievaar dat waar hij goed in is : onbeweeglijk stilstaan. Zo brengt hij het grootste deel van zijn dag door. 


Hoe dichter we bij het Albertmeer komen, hoe winderiger het wordt. Het water spat op tot in de boot en de papyrus langs de oever is een speelbal in de wind. Het Albertmeer is één van de Grote Meren en behoort tot Oeganda, maar ook tot Congo. Het meer wordt bevoorraad door de Victoria Nijl en stroomt uit via de Albert Nijl die de opmars van de Nijl richting Middellandse Zee voortzet. In het meer liggen enkele kleine eilanden, die vandaag gretig door vissers gebruikt worden om te schuilen voor de wind. 


Enkele jonge vissers peddelen nog met hun houten bootje rond en laten met plezier hun vangst van vandaag zien. Zodra een nijlpaard nogal wild om zich heen spartelt, slaan onze jonge vrienden op de vlucht. Ja zo ’n houten bootje is geen match voor een woest nijlpaard. Het wordt nog even genieten van de rust die Afrika uitstraalt op onze weg terug naar het hotel. Even zelf ook wat rust nemen, alvorens we vanavond op safari vertrekken, de diepe savanne in. 


Olifanten zijn misschien niet het meest ‘wilde’ van de Big Five, ze blijven alleen al door hun grootte imposante dieren. Vooral als ze met hun oren wapperen of trompetteren, hebben ze mijn aandacht. Fantastisch toch hoe ze met die sterke slurf een lekkere groene maaltijd verzamelen, maar ook heerlijke vruchten plukken. 


In Murchison Falls NP lopen ook een groot aantal hartebeesten rond, zo genoemd door de Boeren, die het dier wel erg op een ‘hert’ vonden lijken. 


Het is een nogal robuuste antilope met een vreemd uitziend letterlijk lang gezicht. Wat ook rondloopt is de oribi, een kleine antilope met een kenmerkende zwarte plek, die dienst doet als  geurklier om hun territorium af te bakenen. Een huzaaraapje  overschouwt de savanne vanop zijn keizerlijke troon. Een grote groep Rotschild giraffen vergast ons op een heus spektakel. Met hun sierlijk gegraas en elegante bewegingen lijken ze wel een balletvoorstelling op te voeren tijdens de zonsondergang. 


Als de avond echt valt, verschalkt een hyena ons bijna. Hij sprint net voor onze jeep weg. Iets verderop is een troep nijlpaarden aan land gekomen om hun buikje rond te eten. De lichten van de jeep laat hen opschrikken en ze zijn duidelijk niet tevreden. Wij worden natuurlijk ook niet graag gestoord tijdens onze maaltijd. Hun gebrul is echter angstaanjagend.  Het nijlpaard hoort tot de  Big Five en die Big Five is niet voor niets de Big Five, de dieren die vroeger geacht werden het moeilijkst te zijn om op te jagen. Voorlopig moeten we het echter nog steeds met de Big Four stellen.
Er is altijd morgen nog …

Reacties