Het megalomane Harrods
Dat zat zo. Mijn mama had een vriendin die zwoer dat het
beste lamsvlees te koop was bij …. Harrods in Londen. Eén keer per maand stapte
zij het vliegtuig op richting Britse hoofdstad om daar haar inkopen te doen. En
zo’n drie tot vier keer per jaar vergezelde onze mama haar. Wij woonden op maar
een paar straten van de luchthaven van Deurne dus de vlucht op en neer naar Londen was een makkie. Enkele
uren na vertrek, stond ze al terug met haar voetjes op Belgische bodem en met
een tas vol met lekkers om haar schouder.
Geen enkele trip naar Londen nadien met ons of Harrods stond
op het programma. Ik herinner me dat ze ons ook altijd meesleurde naar de
toiletten. Niet alleen omdat de natuur soms roept, maar ook om de ongelooflijke
toiletervaring die Harrods je bood. Ik herinner me dat wij in de jaren tachtig
al snel een pond moesten ophoesten voor een toiletbezoek. Maar gouden kranen, geurige zeepjes, lekkere geurtjes
en talloze lotions en een toilet zoals een troon, daar moet iets tegenover
staan.
Ondertussen is het jaren geleden dat ik nog eens naar
Harrods ben geweest, want meer dan window shoppen laat mijn budget niet toe.
Maar kijk, jaren later kribbelt het weer om me nog eens
een keertje te vertonen in het megalomane shopping walhalla dat het eigenlijk
is. De Ferrari’s, Lamborghini’s, Rolls
Roycen en Bentley’s voor de deur liegen er niet om. Het standaard clientèle
behoort tot de hogere inkomens. Dat lijken tegenwoordig vooral Aziaten en
Arabieren te zijn als ik zo rondkijk. De Engelsen zelf vallen liever dood dan
zich hier te vertonen. Zij halen hun neus ervoor op en daar heeft de dood van
prinses Diana maar een beetje mee te maken. Harrods is er voor de toeristen en voor rijke expats die
zich hier vestigen.
Hoewel het gebouw
langs de buitenkant eruitziet als een klassiek, Londens gebouw, is het aan de
binnenkant andere koek. Dat heeft het waarschijnlijk te danken aan voormalig
eigenaar Mohamed Al Fayed. Als Egyptenaar drukte hij duidelijk zijn eigen
stempel op het interieur.

Een Egyptische
tempel is er niets tegen. Pure kitsch met Egyptische pilaren, muurtekeningen en
plafondschilderingen, maar het maakt Harrods meteen ook tot een uniek
grootwarenhuis. Bij gebrek aan interesse tot aankopen, kan je je nog altijd
vergapen aan de trappenhal en vooral de roltrappenhal.
Van Harrods werd vroeger
gezegd dat je er alles kon kopen : van een appel tot een Afrikaanse olifant.
Lichtjes overdreven natuurlijk. De prijzen zijn ook navenant. Het is momenteel uitverkoop,
maar toch moet ik af en toe eens een keer met mijn ogen knipperen als ik de
prijzen zie. Geen spek voor mijn bek.
Op zoek dan maar naar die fantastische toiletten. Ofwel
heb ik een romantischer beeld van het verleden, maar de huidige toiletten zijn
toch anders dan ik mij herinner. Geen oogverblindende toiletruimte meer, geen
druk in de weer zijnde poestvrouw die klaar staat om een geurtje over je te
verstuiven, maar een saai betegelde ruimte, deuren zoals er dertien in een
dozijn zijn, geen gouden kranen meer. Aan de andere kant, is het toiletbezoek
nu ook gratis.
Maar wat er nog net zo uitziet als in mijn herinnering,
is de indrukwekkende foodcourt op het gelijkvloers. Het fruit en groenten
liggen perfect gestapeld. Het lijkt wel of het opgeblonken is. Ik kan mij er
bijna in spiegelen. In tegenstelling tot de prijzen in de rest van het gebouw,
zijn de prijzen hier toch democratischer. 
Nog niet zoals wij dat gewoon zijn,
maar hier kan je toch al overwegen iets te kopen. Het lamsvlees ziet er nog
steeds overheerlijk uit en tovert een kleine nostalgische glimlach op mijn
gelaat 😀. De
cupcakes zijn om in te bijten. Perfect afgewerkt en ik ontwaar er zelfs enkele vergulde? Het overige gebak ziet er hemels uit. En
zelfs de broodjes zijn perfect gebakken. De vis is om te smullen en ik zou
zelfs mijn tanden zetten in de aanlokkelijke schelpdieren, ook al ben ik er
allergisch voor. Onderdeel van de foodcourt is een gedeelte waar je al dat lekkers
van de menukaart kan eten, zelfs met een glaasje champagne erbij. Waarom niet? Zelfs
al is de rest van het warenhuis niks voor jou, de foodcourt moet iedereen
gezien hebben. Zelfs de tegenstribbelende Engelsen. Waar zij dan winkelen? Wel,
dat is een ander verhaal 😉.

Reacties
Een reactie posten