Dag 4 – The White Mountains van New Hampshire

De White Mountains in New Hampshire worden wel eens het dak van New England genoemd. En met zijn vele bossen met dichtbegroeide vegetatie is het een zeer populaire plek bij natuurliefhebbers … en toeristen in het najaar. Want met zijn verscheidenheid aan bomen en dus verscheidenheid aan loof krijg je ook een verscheidenheid aan verkleuring, en ben je hier nu niet alleen. Auto’s, motorfietsen, pickups, bussen, caravans, mobilhomes en een enkele sportwagen vormen als het ware een treintje op de wegen door de White Mountains. Allen met hetzelfde doel : de verkleuring van de bladeren bewonderen. En dat gebeurt onder onze neus. Het is nog maar het begin, maar de verkleuring heeft zich ingezet. 


De White Mountains zijn hoe dan ook elk seizoen de moeite waard voor een bezoek.  Want met 2.000 km aan wandelpaden, kabbelende beekjes, overdekte bruggen, rustige stroompjes, waterplassen, meren en watervallen waarvan het water neerslaat op de rotsige bodem, voel je je meteen één met de natuur. Een wandeling tussen al dat moois, maakt je meteen zen. Ideaal om de dag zo te beginnen. De overdekte bruggen, zo gebouwd om het houten pad te beschermen, is de perfecte locatie om vissers een hengel uit te zien werpen. En van hieruit heb je ook een prachtig zicht op de bomen langs de waterkant. Het loof van de eeuwenoude eiken verandert in kastanjebruine bladeren, de rode esdoorn staat figuurlijk in vuur en vlam met zijn felrode bladeren, en de berken veranderen in een goudkleurige gloed. En dan zijn er nog de eeuwig groene naaldbomen. Hoe mooi zal dit eruitzien binnen enkele dagen wanneer de Indian Summer op zijn hoogtepunt komt.


In de White Mountains bevinden zich ook enkele populaire skistations, bekend om hun avontuurlijke afdaling op een sneeuwwit tapijt. Op Mount Cannon staat er ons ook een skilift naar boven te wachten. Niet om de skiën want de sneeuw laat nog wel een paar weken op zich wachten. De kabelbaan brengt ons in 8 minuten naar de top op meer dan 1.200 m hoogte vanwaar je een panoramisch zicht op de omgeving hebt. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees in elk geval. Acht minuten bibberen en niet te veel nadenken dus voor mij terwijl het groen onder mij voorbijtrekt en de cabine heen en weer wiegt. Maar ik hou vol met het vooruitzicht van al dat moois dat ik straks te zien zal krijgen vanop de top.


Via de Kancamagus snelweg, gezien als de mooiste herfstroute, gaat het verder naar Bretton Woods, een ander notoir skigebied. In Bretton Woods ligt onze overnachtingsplaats. We hebben het ongelofelijk voorrecht te kunnen logeren in het Mount Washington Hotel and Resort, beeldig gelegen met Mount Washington op de achtergrond. We liggen in één van de bijgebouwen met frontaal zicht op het hotel. Het hotel is een echt grand hotel en niet alleen door zijn immense grootte met maar liefst 200 kamers. Maar vooral de geschiedenis spreekt hier tot de verbeelding. Het hotel werd door Joseph Stickney in 1900 gebouwd met een kostprijs van ongeveer 1,7 miljoen dollar. Het hotel werd in Renaissance stijl gebouwd, volledig in graniet, waarvoor hij 250 vaklieden uit Italië liet overkomen. Na zijn dood bouwde zijn echtgenote verder aan het prachtstuk dat het vandaag is. Los nog van de architecturale parel en het tot in de puntjes verzorgde interieur, heeft het hotel ook een historische waarde. In 1944 vond hier immers de Conferentie van Bretton Woods plaats. Tijdens die conferentie werden de Wereldbank en IMF opgericht en het stelsel van wisselkoersen. De Gold Room waar de ondertekening plaats vond, ziet er nog net zo uit als toen.


Rondom het hotel ligt een 18-hole golfterrein. Vanop het Victoriaans terras rondom het hotel kan je met een cocktail in de hand genieten van de rust en de stilte die de donkerte met zich meebrengt. Na mijn tweede drankje begint het hotel verdacht veel op het hotel uit The Shining te lijken. Auteur Stephen King werd in het naburige Maine geboren en woont er nog steeds. Nu ik hier mijn hersenspinsels de vrije loop laat, overvalt mij de gedachte dat al die lange donkere winteravonden in dit vredige deel van het land, een mens rare gedachten kunnen doen krijgen. Rare gedachten die ongetwijfeld de inspiratie vormen voor de horrorboeken van Stephen King. Die rare gedachten heb ik vooralsnog niet. Zelfs een ritje met de kabelbaan naar een voor mij duizelingwekkende hoogte, bracht daar geen verandering in. Ik onderga lekker ingeduffeld deze avond. Ik geniet van mijn lekkere cocktail, de koelte die de avond brengt, de heilzame lucht boordevol zuurstof, de opflakkerende vuurkorven onderaan het terras en de stijlvolle bediening van het hotel. Ik voel me hier echt de ‘grand lady of the hotel’.



Reacties