Dag 5 – Petra, het orgelpunt van Nabatese bouwkunst

Op momenten lijkt het wel of de rotswanden elkaar raken boven onze hoofden. Links van de kloof zien we nog overblijfselen van het waterkanaal dat meer dan 2.000 jaar geleden werd uitgegraven. Met onze hoofden naar beneden malen we de laatste meters door de Siq, de 1.200 m lange smalle kloof die door water en wind geboetseerd werd en als toegang tot de stad geldt. Een wandeling die de hartslag doet stijgen, niet alleen door de afstand en warmte, maar ook door het vooruitzicht seffens oog in oog te komen staan met wat ongetwijfeld het hoogtepunt van de reis wordt. Een moment waar ik al 30 jaar op wacht. Nog een laatste bochtje en dan zullen we binnen enkele ogenblikken de Al Khazneh aanschouwen. In de verte hoor ik het hoefgetrappel van een aankomend paard. Is het Indiana Jones die zijn avontuur herbeleeft of één van de vele paardenkoetsen die dagelijks honderden toeristen tot aan de ingang van de verborgen stad brengt? 


Onbedoeld hef ik een seconde mijn hoofd op en krijg ik in een flits een zuil van de façade  te zien. Oh, verrassing een beetje verpest. 


Zodra we uit de schaduwrijke kloof treden, zet de gids ons op een rij. Op tel drie gaan de hoofden omhoog en baadt voor ons in het zonlicht de prachtige voorgevel van de schatkamer van Petra. 


Mijn hart slaat een slag over terwijl ik één van de zeven nieuwe wereldwonderen aanschouw. Ik hoor nog enkel mijn eigen ademhaling en het klikken van fototoestellen. De façade is van een verbluffende schoonheid. En dit is niet het werk van bouwers en metsers.  In dit dorre en onherbergzame gedeelte van Jordanië, verscholen tussen rotswanden en bergen ligt de verborgen stad Petra.  De stad werd deels uitgehouwen in de zachte zandsteen door de Nabateeërs. Zij leefden in de klassieke oudheid in het Midden-Oosten. Nabateeërs overleefden aanvankelijk door het overvallen van karavanen op het Arabische schiereiland, om uiteindelijk zelf de karavanen te organiseren, te beveiligen en de handel te organiseren voor de Romeinen. Het bracht hen gigantische rijkdom. Ze stichtten verschillende steden langs de karavaanroutes  waarvoor ze eerst een beroep deden op de grootste Griekse architecten om uiteindelijk zelf hun eigen stijl te ontwikkelen. Ze werden zelf bouwmeesters en stadsplanners en bouwden in 300VC Petra als hun hoofdstad. De zachte rode zandsteen was ideaal om hun stad uit te houwen,  de finishing touch gebeurde door de eroderende kracht van regen en wind. Alsof moeder aarde ook haar zegje wou hebben in deze parel van Nabatese steenhouwers bouwkunst. 


Vanuit Petra werd het rijk van de karavaankoningen bestuurd. Petra lag zelf aan de belangrijke wierookroute. Over de eeuwen heen verloor Petra aan belang  vooral dan door het verlies aan zelfstandigheid onder het bewind van keizer Trajanus, maar ook door het belangrijker worden van de Rode Zee voor het vervoer van goederen. 700 jaar lang werd Petra vergeten door het Westen, maar niet door de bedoeïenen. Toen in 1812 de Zwitserse ontdekkingsreiziger Johann Ludwig Burckhardt op weg was van Aleppo naar Caïro, vertelden ze hem over de ruïnes.  Na hun vertrouwen te hebben gewonnen, leidden ze  hem naar Petra. Zou zijn hart ook een sprongetje gemaakt hebben bij het aantreffen van die immens onwaarschijnlijk indrukkende doch vergeten, verborgen, tot ruïne herleide oude stad… en van de schatkamer? Waarschijnlijk wel. Al waren er sinds begin 1920 verschillende archeologische opgravingen nodig om de stad gedeeltelijk in originele staat te brengen.


Het werd ook de plaats waar elke vooraanstaande Nabateeër begraven wou worden, wat uiteindelijk meer dan 1.000 rotsgraven opleverde.
De mooiste graven waren uiteraard voorbehouden voor de Nabatese koningen.  En daar is de schatkamer al een  bijna buitenaards voorbeeld van.
Want in tegenstelling tot wat de naam laat uitschijnen, is de zogenaamde ‘Schatkamer de farao’ de graftempel van koning Aretas III. Naast de prachtige Korintische zuilen en koninklijk verfijnde, uitgewerkte decoraties, bevindt er zich ook een urne bovenaan. Volgens verschillende legendes zou zich in de urne een schat bevinden. De kogelgaten in de façade bewijzen dat sommigen hieraan ook geloof hechtten maar de urne bevat enkel solide steen.
Petra is uiteraard meer dan enkel maar zijn beroemdste gebouw. Want iets verder vinden we nog  rotsgraven, eenvoudigere en kleinere graven dat wel, en simpel versierd. 


De rotsgraven doen wat denken aan rijen in het theater, vandaar dat deze plaats ook wel de Theaternecropolis wordt genoemd. Het echte theater bevindt zich vlak ernaast. Dit  klassieke amfitheater, naar Romeins ontwerp, werd uit de rotsen gehakt en kon tot 6.000 toeschouwers plaatsen. Na de overname van de stad door de Romeinen, werd de capaciteit uitgebreid naar 8.000.


Aan de overkant komen we pas echt in hogere sferen. Letterlijk maar ook figuurlijk. Want hoog in de berg werden vier prachtige graftempels uitgehouwen, met zo’n allure dat ze wel voor  koningen bestemd moeten zijn geweest. Vandaar dat ze gezamenlijk de koningsgraven  worden genoemd. 


Een klim van een kwartiertje brengt ons eerst tot het Hoge Urnengraf, genoemd naar de urne boven het portaal. Ook al heeft de tand des tijds bijgedragen tot het verval, toch is de gevel nog steeds van een koninklijke standaard. De gigantische ruimte binnenin is nog steeds toegankelijk in tegenstelling tot andere graven én de schatkamer. Wat een kleurenpatroon heeft de zandsteen van Petra! Moeilijk te geloven dat deze nog dienst deed als kerk.
Naast het Urnegraf bevindt zich het zogenaamde Zijdegraf met prachtige kleurschakeringen. Het golvend patroon lijkt wel een kleurige sjaal van zijde opbollend in de wind. Hoe mooi kan zandsteen wel zijn!
Het Korintische Graf heeft een treffende gelijkenis met de Schatkamer. Toegegeven, de kracht van wind- en watererosie heeft lelijk huis gehouden, maar de Korintische zuilen waarnaar de tombe genoemd is, zijn nog duidelijk aanwezig. Het bovenste gedeelte is een duidelijke kopie van de Schatkamer. Iemand een beetje jaloers op de pracht van de Schatkamer?


Iemand die het groots zag was ongetwijfeld de eigenaar van het Paleisgraf. De naam doet al vermoeden dat dit een klein paleisje is. De breedte van de tombe is dan ook het eerste wat opvalt, naast … de drie verdiepingen, zeer ongewoon voor Petra. Ook al hebben hier de erosie en eeuwenlange verwaarlozing hun werk gedaan, toch blijft de omvang van het gebouw indrukwekkend en zijn de decoraties prachtig bewaard gebleven. Dit graf doet zijn naam eer aan.


Tijdens het bestuur van de Romeinen bouwden deze verder aan de stad. Zoals eerder vermeld, breidden ze het amfitheater uit maar bouwden zelf ook. Langs de  Cardo Maximus, de hoofdstraat van Petra, herinneren de overblijfselen van de pilaren nog aan die Romeinse tijd.


Hierlangs staat ook nog één van de meest indrukwekkende gebouwen, de grote Tempel. 


De Cardo eindigt aan de Temenospoort, gebouwd als triomfboog voor keizer Trajanus. 


Achter deze boog ligt de best bewaarde vrijstaande tempel van de Nabateeërs : de Qasr Al Bint Faraun. Niet alleen vrijstaand, best bewaard maar ook het hoogste gebouw in het centrum van de stad. Dit indrukwekkende gebouw moet dan ook de hoofdtempel van de stad zijn geweest. De drie kamers wijzen erop dat drie goden werden aanbeden.


Wie het ziet zitten kan ook de 877 trappen naar ‘Het Klooster’ klimmen in zware omstandigheden, zoals hitte, hoogte, zon, bij momenten onstabiele ondergrond … In ruil voor je inspanning kan je een blik werpen op het grootste gebouw van Petra. Het Klooster zou de graftombe zijn van koning Obodas en lijkt een grotere versie van de Schatkamer te zijn. Ik laat de klim aan mij voorbijgaan. Trouwens, laat je niet overhalen om met een ezel naar boven te gaan. Ongevallen gebeuren nu eenmaal. 


30 jaar lang, zo lang had ik nodig om tot hier te komen. 30 jaar lang stond ook mijn archeologiedroom op een laag pitje. Vandaag te midden van dit wereldwonder en met mijn ogen dicht, zag ik mij al op mijn knieën met een schopje en een borsteltje in de weer. Want dat er nog veel van de stad onder meters zand ligt, is wel duidelijk.
Petra is meer dan een ruïne. Het is het orgelpunt van de Nabatese bouwkunst, stille getuige van wat ooit een schitterende hoofdstad was. 


Reacties