Dag 3 - Oman bewierookt



Muscat ligt aan twee natuurlijke havens en wordt beschermd door omliggend gebergte. Vroeger werden de stadspoorten nog elke avond gesloten. Nu is het de hoofdstad van een land dat de moderne wereld is binnengetreden. Er wordt nog stevig gebouwd, maar trouw aan de traditionele architectuur. Er zijn geen wolkenkrabbers. Eén derde van de Omaanse bevolking woont in de hoofdstad.
Mijn laatste dolfijnen boottochtje liep twee jaar geleden bijna fataal af. Maar vandaag stap ik zonder angst weer de boot op in de hoop enkele van deze gevoelige dieren te kunnen spotten.
De wateren voor Muscat bezorgen ons in elk geval een warm welkom of moet ik zeggen een nat welkom?


In de haven lijkt het water kalm maar iets verder op volle zee is het een heel ander verhaal. De boot danst op de hoge baren. Grote golven met witte schuinkoppen op, spatten stuk op onze boot. Het water spat in grote hoeveelheden over de reling. Het zilte water laat zout achter op onze lippen. De boot schommelt hevig heen en weer. We zijn een speelbal in zoveel natuurgeweld. De kapitein neemt dan ook de verstandige beslissing om niet verder in zee te gaan. Niet verder in zee betekent ook niet ver genoeg om in het leefgebied van de dolfijnen te komen. Dat betekent dan ook geen dolfijnen voor ons vandaag, maar veiligheid gaat uiteraard voor alles. In plaats daarvan varen we langs de iets rustige kust van Muscat, maar ook hier blijft het water zich roeren. De herinneringen aan Musandam komen terug, want ook hier mondt het Hajargebergte uit in het water. Ik geniet in het ochtendzonnetje van de prachtige natuur.


Met onze voetjes droog terug aan wal, zetten we koers richting Qasr Al Alam, het koninklijk paleis. Het is niet de residentie van de sultan maar fungeert vooral als  werkpaleis. Het paleis heeft een opvallende architectuur. Het wordt officieel omschreven als een mengeling van Indische, Islamitische, westerse en futuristische stijlen. Het is in elk geval een opvallend kleurrijk gebouw en wordt vooral gebruikt voor ontvangsten en officiële diners. Sultan  beschikt nog over 6 andere paleizen doorheen het land en twee jachten in Muscat waar hij resideert.


Het paleis wordt geflankeerd door twee Portugese forten  die over de  baai van Muscat uitkijken: Jilali en Mirani. In de 16de eeuw profiteerden de Portugezen van een onderlinge stammenstrijd tussen de verschillende sultans en imams en regeerden ze kort over Oman. Zij droegen ook hun ‘architecturaal’ steentje bij.  Beide forten zijn nog steeds militaire forten en zijn niet toegankelijk voor het publiek. 



De sultan wordt in Oman op handen gedragen. Hij heeft het land dan ook tijdens zijn regeerperiode op de kaart gezet. Het arme land werd getransformeerd tot een vooraanstaand Arabisch land waarbij de Omanieten een goed leven hebben. De sultan is ook niet wereldvreemd. Hij is een groot liefhebber van opera en gaf in 2001 de opdracht tot de bouw van een heus operagebouw. In 2011 opende het enige operahuis op het Arabische schiereiland. Het werd opgetrokken in Omaanse hedendaagse stijl en biedt plaats aan 1.100 toeschouwers. In deze streek heeft men niet de gewoonte naar het theater te gaan, dus de kwaliteit van de producties moet hoog genoeg zijn of de bezoekers komen niet meer terug.



Langs de Mutrah Corniche ligt de grote overdekte soek. Het is er nog even gezellig als vroeger met kleine steegjes die die typische Arabische sfeer uitademen en je wordt er bedwelmd door de geur van kruiden, parfum en … wierook. 


Want wie Oman zegt, zegt wierook. Het land is één van de belangrijkste exporteurs van dit geurende goud en het is naast  olie één van de fundamenten waarop de rijkdom van het land is gestoeld. Het was destijds kostbaarder dan goud. Wierook ontstaat als geurige rook bij de verbranding van kristallen gemaakt van hars maar dan wel hars van een specifieke boom die vooral in het zuiden van Oman voorkomt, in de streek van Dhofar. Vanuit Oman vond wierook zijn weg naar de kerken van Europa, de tempels in het Oosten en naar onze huiskamers. Je vindt wierook hier in Oman op elke hoek van de straat. 


We sluiten af in het museum van Bait Al Zubair in de oude stad. De familie Al Zubair opende haar huis als museum en stelde haar privé-collectie beschikbaar voor het publiek. Ik ben geen grote fan van saaie musea maar dit kleine museum herbergt echte boeiende voorwerpen die mijn interesse vasthouden. Het is niet te groot, op een uurtje ben je rond, maar het biedt een mooie blik op de geschiedenis en het leven van de Omani nu. En dus verrassend op alle gebied.

Reacties