Dag 2 - Van forten tot forten


De ideale manier om een nieuw land te leren kennen is een beetje couleur locale op te snuiven. En waar is dat beter te vinden dan op een lokaal marktje?
De Omaanse hoofdstad Muscat ligt aan het water en aan die waterkant, ligt de oude vissoek. Niet alleen couleur locale, maar ook geur locale. Alhoewel een gloednieuwe soek werd gebouwd, blijven vishandelaars en kopers vasthouden aan deze aloude markt. En dus staar ik deze ochtend in honderden paar vissenogen. Grote vissen, kleine vissen, nog nooit geziene vissen, het is hier allemaal   te vinden. Zelfs soorten die bij ons gevangen worden (zoals tong en dorade) zien er hier compleet anders uit. Het is ons niet echt om de vis te doen, maar wel om de sfeer en vooral de lokale bevolking. Ikzelf ben vooral geïnteresseerd in de kledij van de mannen. 


Zij dragen de typische kledij : de dishdasha, zeg maar een kleed of tuniek, meestal in het wit maar kan ook in andere kleuren. Hun hoofddeksel kan verschillende vormen aannemen : van de gewone theedoek bij ons vooral door de Saudi’s bekend, tot de tulband maar ook de typische kumah, een soort hoedje dat veel weg heeft van het Afrikaans hoofddeksel. Nu is de vraag : bracht Oman dit naar Afrika of brachten de Omani’s dit terug mee van hun veroveringstochten daar? In elk geval is het een duidelijk bewijs van de link tussen Oman en het Afrikaanse continent.


De geschiedenis van Oman komt nog het meest tot uiting in de verschillende forten die het land rijk is. Deze forten beschermden de handelswegen tussen de kust en het binnenland.  
En net als bij alle vastgoed, telt ook bij forten : locatie, locatie, locatie. Het is zelfs het basisidee waaraan een fort moet voldoen : een niet inneembare vesting, gelegen op plaatsen waar de vijand in het nadeel is. Locatie is alles dus. Het  fort van Nakhl dat we als eerste bezoeken, ligt als een kroon verheven boven op een rots. Een prachtig voorbeeld van hoe architectuur en natuur hand in hand gaan.  


Het fort diende ter bescherming van de handelsroute maar ook van de oase waardoor het omgeven wordt. Het geldt als één van de meest indrukwekkende forten van het land. Vooral dan door de manier waarop het lemen fort gebouwd werd op de grillige rots. Hier en daar steekt er een stuk van de rots uit en dat maakt zo deel uit van het gebouw zelf. De basisconstructie zou teruggaan tot de 3de eeuw na Christus, maar het huidige fort werd vooral herbouwd in de 17de eeuw. Binnenin de dikke muren zie je hoe sober forten destijds gemeubileerd waren. Zelfs de vertrekken van de wali (de gouverneur) zijn amper gedecoreerd. Vanop de uitkijktorens kan je genieten van een prachtig vergezicht. En zo wordt ook de locatie van dit fort duidelijk.
De warmwaterbronnen van Al Thowarrah liggen op slechts enkele kilometers van het fort verwijderd. Ze worden omgeven door dadelpalmen en de beroemde irrigatiekanalen, de falaj. Het water ontspringt boven in de bergen en vormt een klein riviertje waarin momenteel kinderen spelen, vrouwen hun was doen en volwassenen verfrissing zoeken. Ideaal voor een picknicklunch. Oman is altijd zeer verstandig met water omgesprongen. Dankzij een goed spreidingsplan waarbij het water vergaard wordt in bekkens en gebruikt voor drinkwater en voor irrigatie, heeft iedereen wat nodig is.
Na de lunch staat een tweede fort op het programma. Het lemen fort van Al Hazm werd in de 18de eeuw gebouwd door sultan Bin Saif II van de Al Yarubi stam en was op dat ogenblik het technisch meest vooruitstrevende fort. Bij zijn aanstelling tot imam maakte hij van Al Hazm de hoofdstad. Het fort werd dus niet enkel als verdedigingsvesting gebouwd, maar ook als paleis voor het staatshoofd. 



Dat betekent dat er ook enkele mooie decoraties werden aangebracht. De eerste vind je al meteen bij het binnengaan van het fort : de prachtige houten toegangspoort. Maar er zijn ook verdedigingsmechanismes aangebracht. Mocht de vijand  voorbij deze poort geraken, werd hij ‘warm’ onthaald door liters kokende dadelsiroop. Ja, de palmbomen in deze oase brengen enkel dadels voort en die werden niet enkel gebruikt als voedsel. Toegegeven, het leger kon maanden teren op zes dadels per soldaat per dag, maar in de opslagplaatsen van het fort werden ook liters siroop gemaakt om te gebruiken als verdedigingsmiddel. En voor wie toch nog voorbij het plakkende en vooral hete goedje raakte,  ligt er al meteen een vergeetput klaar.  


Het fort heeft twee enorme ronde verdedigingstorens, ééntje in het noorden en ééntje in het zuiden. Deze werden voor kanonnen gebruikt, ook een stijlbreuk met andere forten. Deze werden voornamelijk gebouwd om geweerschoten te weerstaan. De muren van dit fort zijn zo dik, dat ze ook kanonnenvuur konden weerstaan. Na zijn dood werd de imam in zijn geliefde fort begraven. Het fort is zo mooi, dat hij ongetwijfeld ook na zijn dood wou genieten van deze ongelofelijke vesting. En wij genoten vandaag bij leven met hem mee.




Reacties