Dag 4 - Al Ain, de bakermat van het Al Nahyan geslacht
Het geslacht Al Nahyan, dat
sinds mensenheugenis regeert over Abu Dhabi en sinds 1971 ook de president van
de Verenigde Arabische Emiraten levert, komt oorspronkelijk uit Al Ain. Al Ain
ligt in het binnenland op zo’n 160 km van de hoofdstad Abu Dhabi en is de
tweede grootste stad van het Emiraat. Het is de vierde stad van de Verenigde
Arabische Emiraten en de grootste en belangrijkste binnenlandse stad. Het ligt
op de grens met Oman en was vroeger een belangrijke tussenstop op de
handelsroutes tussen Oman en de Golfstaten. De ‘vader’ van de Emiraten en
liberaal en aanbeden leider, Sjeik Zayed bin Sultan Al Nahyan werd hier trouwens
geboren en diende nog als gouverneur van Al Ain alvorens hij aan het hoofd van
het Emiraat kwam te staan.
Al snel na vertrek vanuit Abu
Dhabi verandert de groene oase van de hoofdstad in een woestijnlandschap. De
rit neemt bijna twee uur in beslag … per auto. Vroeger was men per kameel maar
liefst vijf dagen onderweg. Die kamelen waren vroeger het enige transportmiddel
door de woestijn. Aangekomen in Al Ain gaan we eerst naar de zogenaamde
kamelensoek van Al Ain. Men spreekt wel
over kamelen maar om helemaal correct te zijn, het zijn dromedarissen, die ene
bult ook hé. Omdat dromedarissen ook wel Arabische éénbultige kamelen worden
genoemd, zullen we ze voor de eenvoudigheid maar kamelen blijven noemen. Dat
maakt het een stuk makkelijker voor mij 😉.
We hebben allemaal wel over kamelen geleerd.
En wie al in het Midden-Oosten of Noord-Afrika op vakantie is geweest, heeft zich ongetwijfeld al laten verleiden tot een ritje op deze dieren. Ik in
elk geval wel. En geloof me, ook op ‘het schip van de woestijn’ kan je zeeziek
worden 😅.
Misschien heb je nog iets aan deze wist-je-datjes. Kamelen leefden
oorspronkelijk alleen op het Arabische schiereiland en dan heb ik het over
duizenden en duizenden jaren voor Christus. De Egyptenaren namen deze dieren
mee naar Egypte en toen Egypte onder Romeins gezag kwam te staan, zorgden deze
laatsten voor de verdere verspreiding over Noord-Afrika. Kamelen worden tot 25
jaar oud. Ze worden het ‘schip van de woestijn’ genoemd omdat ze perfecte
eigenschappen hebben om als lastdier in de woestijn gebruikt te worden. Ze
kunnen tot wel 300 kg dragen en dat 40 km lang tegen hetzelfde tempo zonder
slapen. Ze zijn volledig aangepast aan het leven in de woestijn : ze kunnen een
week zonder eten en maar liefst 40 dagen zonder water. Het vet in de bult wordt
gebruikt voor de productie van vocht en energie. Eeltkussentjes beschermen hun
voeten tegen het warme zand. Van dat warme zand zijn ze trouwens een grote fan.
Kamelen vleien graag neer om zich te verwarmen. Ze kunnen verder hun neusgaten
afsluiten en hun oren zijn bedekt met lange haren om het zand tegen te houden.
Op deze kamelenmarkt staan er
honderden dieren te wachten op een nieuwe eigenaar. Kamelen worden om
verschillende redenen gekocht : om te fokken, om als hapje op de barbecue te
dienen maar ook om deel te nemen aan kamelenraces. Momenteel zijn er geen kopers
op de markt. In de voormiddag is dat blijkbaar wel anders. Dan is het een
drukte van jewelste en wordt er pittig heen en weer gediscussieerd tussen
potentiële kopers en de eigenaars over de prijs. De prijs van zo’n kameel hangt
af van verschillende factoren. De leeftijd van het beestje natuurlijk maar ook
waarvoor hij moet dienen. Een kameel die wordt opgegeten, zal niet zoveel
opbrengen als een die zal moeten racen of die dient om te fokken. Die brengen
zelfs nog op. Sommige kamelen staan niet
in hun kraal maar worden apart gehouden. Ze zijn duidelijk geagiteerd, het
schuim staat hen letterlijk op de lippen, niets dat een vrouwtje niet kan
oplossen. Maar niet alleen kamelen zijn hier te vinden : ook geitjes, schapen
en kippen staan in de etalage voor de verkoop.
Al Ain wordt ook wel de
‘tuinstad’ genoemd omdat hier zoveel groen te vinden is, en het is de groenste
stad van alle Golfstaten.
De stad is opgebouwd rond zeven
oases met meer dan 70 parken en tuinen. Dat dankt de stad aan het water dat
vanuit de omliggende bergen komt.
De grootste oase is Al Ain
Oasis, een aangename groene tuin met schitterende dadelpalmen en fruitbomen
waaronder mango,- sinaasappel-, vijg- en bananenbomen. Sinds 2011 staat Al Ain
op de werelderfgoedlijst van UNESCO dankzij het oeroude irrigatiesysteem falaj
waarbij het water vanuit de bergen via uitgegraven kanaaltjes wordt verspreid.
Dat Al Ain een belangrijke stad
was op de vroegere handelsroute is te merken aan de vele verdedigingsforten in
de stad en de omgeving. Het belangrijkste en bekendste is het Al Jahili Fort.
Het werd door Zayed I gebouwd tussen 1891 en 1898 ter bescherming van de stad, de oases, de
palmboomboeren en de watervoorziening.
Met muren gemaakt uit leem van 90 cm dik, afgeboord met driehoekige
kantelen en ronde verdedigingstorens op de hoeken waaronder één gigantische met
wel vier verdiepingen, is het een impressionant gebouw en het symbool van de
stad.
Een ander historisch gebouw is
het Al Ain Palace Museum dat als paleis door de Al Nahyan familie gebouwd werd
in 1937 en als woonhuis diende voor Sjeik Zayed tot 1966. In 1998 werd het
ingericht als museum. Het is een lieflijk paleis gebouwd rond kleine
binnentuintjes met mooie kleurige aanplantingen en de obligate waterpartij. Het
geheel straalt absolute rust uit.
De opengestelde kamers omvatten vooral
vergaderruimtes, ontvangstsalons en de keuken. Het paleis straalt niet alleen
rust uit maar ook eenvoud. Moeilijk te geloven dat dit het paleis was van één
van de rijkste families ter wereld. Geen kristallen kroonluchters, vergulde
plafonds of dure schilderijen aan de muur, maar simpele kamers met enkel wat
kussens om op te zitten en een tafeltje om het tasje koffie op te
zetten.
De geschiedenis van Al Ain is
het meest aanschouwelijk in het Al Ain National Museum. Hier bevinden zich
archeologische stukken die teruggaan tot de bronstijd. Maar het museum werpt ook een blik op hoe het
leven vroeger was, voor de ontdekking van de olie, op het harde leven van de bedoeïenen.
Aardolie heeft alles veranderd
voor de Emirati. Het is nu moeilijk te bevatten dat voor de ontdekking van die
olie in de jaren 60, de Emiraten zelf verarmde, achtergestelde gebieden waren
in de Golf regio. Het leven was er hard. Nu, 50 jaar later, zijn ze één van de
snelst groeiende economieën en één van de meest ontwikkelde regio’s ter wereld.
Sjeik Zayed Bin Sultan Al Nayhan was inderdaad een man met een visie. Een
geliefde leider die zijn fortuin uit olie deelde met zijn onderdanen en ook
voor een stuk met de rest van de wereld, want zijn liefdadigheid reikte verder
dan de landsgrenzen. Een visionair man die hield van eenvoud. Hij leefde sober,
hij reisde sober wat hem nog geliefder maakte. Dat wordt maar al te duidelijk
in Al Ain. Zijn paleisje zouden we in het beste geval de betere bungalow
noemen. Netjes maar eenvoudig. Knus en gezellig maar geen paleis zoals wij dat
kennen. Een man zonder kapsones maar de perfecte leider voor zijn volk.
Reacties
Een reactie posten