Dag 6 - De pracht van South Dakota

Wie cowboy zegt, zegt ook indiaan. De streek waar we nu verblijven (Wyoming – South Dakota) maakt deel uit van de Great Plains, waar heel wat beroemde veldslagen tussen indianen en het Amerikaanse leger hebben plaatsgevonden. Mijn zus en ik waren echte poppenspelers. Maar ik herinner me toch ook wel momenten, vooral dan als er iemand kwam spelen of verjaardagspartijtjes, dat we cowboy en indiaan speelden. Getooid met kleurrijke pluimen in het haar, een tomahawk in de hand en vakkundig geplaatste oorlogsstrepen op het gezicht, gingen we achter de cowboys aan. De indianen wonnen altijd J. Maar zo ging het er in het echte leven spijtig genoeg niet aan toe. De Amerikanen wilden het land voor zich en drongen de indianen naar kleine reservaten. Dit ging uiteraard niet zonder slag of stoot. Met het verdrag van Fort Laramie in 1851 dat werd ondertekend door afgevaardigden van de VS en vertegenwoordigers van o.a. de indianennaties Cheyenne, Sioux (Lakota’s, Dakota’s), Crows en Shoshone, werden de reservaten van de indianen bevestigd en garandeerden ze een vrije doorgang voor de kolonisten. Op 25 juni 1876 vond in Little Bighorn een grote slag plaats met langs de ene kant de indianenstammen Sioux en Cheyenne onder leiding van opperhoofd Sitting Bull en langs de andere kant het Amerikaanse leger. Aanleiding was het verlaten van de reservaten door de indianen om verder te vechten tegen de blanken. Eén van de eenheden die ingezet werd door het Amerikaanse leger was de Zevende Cavalerie onder leiding van generaal Custer, een onderscheiden bevelvoerder uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Custer zag het indianenkampement liggen en zag een groep van ongeveer 40 krijgers. Om te verhinderen dat die het kampement zouden verwittigen, zette hij een aanval in, een bevel van hogerhand negerend. Hij verdeelde zijn groep in drie : één groep moest het bereiken van het kampement verhinderen, een tweede groep zou de krijgers aanvallen en daarna samen met de derde groep het kampement aanvallen. Maar de indianen hadden ongeveer drie keer zoveel krijgers als Custer, het was dus een zware tactische fout zijn eenheid te splitsen gezien hij zo in de minderheid was. Doordat de indianen een omtrekkende beweging maakten werd Custer omsingeld. Hij en de meeste van zijn mannen werden gedood. Het is één van de weinige veldslagen gewonnen door de indianen.
Eén van de heilige plaatsen van de zogenaamde Plain indianen, is Bear Lodge, verkeerdelijk naar het Engels vertaald als Devil’s Tower. Zo’n 50 miljoen jaar geleden, werd gesmolten magma opgestuwd in het sedimentaire gesteente dat er boven lag. Zodra de magma afkoelde, kromp het en brak op in kolommen. Miljoenen jaren lange erosie van het bovenliggend gesteente, bracht Devil’s Tower als een monoliet naar de oppervlakte.  Hij is 386 m hoog.


We maken een wandeling rond de basis, die al snel een uur in beslag neemt. We zijn dan ook gefascineerd door de bergbeklimmers die zich wagen aan een klim van de monoliet. Je moet wel wat gek zijn om deze loodrechte toren te beklimmen. Maar blij word ik er in elk geval niet van. Dit is een heilige plaats voor de indianen die met respect moet behandeld worden. De indianen zelf zijn er ook niet zo blij mee. Een verbod op klimmen is er niet, zal er ook niet komen. Enkel tijdens de religieuze Sundance ceremonie wordt er wel afgeraden te klimmen maar ook dan is er geen echt verbod. Het zegt genoeg over het zeggenschap die de oorspronkelijke bewoners hebben over hun gebied. De monoliet speelde trouwens een prominente rol in de Steven Spielberg film Close Encounter of the Third Kind.
In West Dakota bevinden zich ook de Black Hills, zo genoemd door de Lakota  indianen omdat ze van op afstand zo donker lijken door de dichte boombegroeiing. De Black Elk Top is met zijn  2.208 m de hoogste piek.
De indianen hebben een lange geschiedenis in de Black Hills. Nadat ze de Cheyenne verdreven hadden in 1776, namen de Lakota het territorium over. Het nam in hun culbuur een centrale plaats in. Later tekenden de Amerikaanse autoriteiten het Fort Laramie verdrag van 1868. Het verdrag bestond erin dat dit een Sioux reservaat werd en legde een verbod op voor blanke nederzettingen in de Black Hills. Maar er werd goud ontdekt in 1874 door de Custer Black Hills Expedition. Goudzoekers overspoelden het gebied in de gold rush. Het had echter  nog veel ernstigere gevolgen. De regering nam de Black Hills weer af van de Sioux en in 1889 kregen de Lakota tegen hun wil in vijf kleinere reservaten toegewezen. De staat verkocht maar liefst 9 milljoen are van hun land. De Sioux hebben ondertussen via de rechtbank een schadevergoeding toegewezen gekregen maar ze weigeren die te aanvaarden. Ze willen gewoon hun  land terug. Tijdens de goldrush zakten duizenden goudzoekers af naar de Black Hills. In 1880 was dit het dichtsbevolkte gebied van Dakota. Er werden drie grote steden gevormd met daarrond kleinere goudzoekerskampen. Spoorwegen werden aangelegd. Eén van die spoorweglijnen doet na grondige renovatie nog steeds dienst als toeristische attractie. We rijden deze namiddag in een uurtje op de zogenoemde 1880 trein van Keystone naar Hill City. De antieke stoomtrein rijdt door de dichte begroeiing van de Black Hills. Onderweg zien we nog overblijfselen van de goudzoekerstijd.


In de Black Hills ligt ook de berg die door de Lakota ‘Six Grandfathers’ wordt genoemd. Voor hen hebben de berg en het gebied eromheen een belangrijke spirituele betekenis. Tijdens een Amerikaanse expeditie in het gebied werd de berg genoemd naar Charles Rushmore, een belangrijke advocaat uit New York.
Om het toerisme en de economie in South Dakota te stimuleren, vatte Doane Robinson in 1923 het plan op in de Black Hills een aantal grote beelden te laten uithakken. Hij dacht aan beelden van bekende figuren uit het Wilde Westen zoals Buffalo Bill en Red Cloud. Hij benaderde Gutzon Borglum, een belangrijk beeldhouwer. Daarop zocht hij contact met senator Peter Norbeck. Deze was enthousiast maar dacht dat het voor de financiering gemakkelijker zou zijn het monument een meer nationaal karakter te geven. Aanvankelijk werd aan enkele spitse bergen in het noorden gedacht om het project te realiseren. Maar deze bleken niet van goede kwaliteit te zijn. Een geschiktere locatie werd gevonden in Mount Rushmore waar het gesteende meer bewerkbaar was. Dit stuitte uiteraard op verzet, want het werd als een schande gezien om aan deze bergen, die zo perfect door de goden gecreëerd werden, te raken. Bovendien zagen de indianen alweer een heilige plek van hen verloren gaan.
Borglum koos vier Amerikaanse presidenten uit die symbool stonden voor de eerste 130 jaar van de VS. Zijn keuze viel  allereerst op George Washington, de stichter van de VS. Hij staat symbool voor de geboorte van het land. Hij koos ook Thomas Jefferson uit. Met de Louisiana Purchase in 1803 breidde hij het territorium van de VS gevoelig uit. Hij staat symbool voor de groei. Met Theodore Roosevelt koos hij voor de verdere ontwikkeling van het land. Hij was de man van het Panama-kanaal en verdedigde de kleine man. Ten slotte koos hij voor Abraham Lincoln die symbool stond voor het behoud van Amerika. Hij zorgde ervoor dat de VS niet gesplitst raakte na de burgeroorlog.
In 1927 startten de werkzaamheden. Borglum kreeg hulp van 400 arbeiders (beeldhouwers en bergbeklimmers). Ze gebruikten dynamiet, drilboren en beitels. Miraculeus genoeg, viel er geen  enkele dode te betreuren. In 1934 was het eerste portret klaar, dat van George Washington. Het beeld van Teddy Roosevelt werd als laatste afgewerkt in 1939.


Het was oorspronkelijk de bedoeling om van de vier presidenten de volledige buste uit te hakken maar door tijdsdruk en geldgebrek bleef het bij enkel de gezichten. Alleen George Washington heeft dat tikkeltje meer. De beelden zijn indrukwekkend in aanblik, maar ook in detail. George Washington is uiteraard prominent aanwezig. Maar ook de mate van detail (snor en bril) van Teddy Roosevelt is goed gelukt. Alleen misschien dat de kin van Abraham Lincoln iets te klein uitvalt. Maar toch, dit is een onvoorstelbaar project. Borglum stierf net voor de hele site klaar was. Hij mag trots zijn op zijn werk. Een ware kunstenaar. Ik denk dat de vier presidenten ook met een tevreden lachje op hun gezicht op Mount Rushmore neerkijken. 

Reacties