Dag 4 - Yellowstone NP

Yellowstone heeft een oppervlakte van zo’n 890.300 ha, de grootte van Nederland ongeveer. Daarom verblijven we ook een tweede volle dag in het park. Vandaag bezoeken we andere delen van het park en hopen we ook wat wild te spotten. Yellowstone heeft dan ook een unieke collectie dieren. Wat dit laatste betreft, zitten we al meteen goed. Moeder en kind eland staan ons al op te wachten langs de kant van het water terwijl ze in het ochtendzonnetje staan te grazen. We houden een eerste halte aan de Gibbon watervallen. De rook van de bosbranden in Montana lijken hier niet voor problemen te zorgen. Wel worden we getrakteerd op een ander soort rook : een waterdamp gordijn van de bijzonder actieve warmwaterbronnen deze ochtend. Ze hangen als een warme, hete mist over het landschap. We vervolgen onze weg naar de Norris Geyser Bassin. Onderweg kruisen we kabbelende riviertjes, nog meer warmwaterbronnen om uiteindelijk in het Bassin toe te komen. Dit wordt ook wel het porseleinen landschap genoemd omdat jarenlange thermale activiteit, micro-organismen, heet water en het continue glazuurwerk van mineralen het een beetje op porselein doen lijken. De blauwe lucht zorgt ervoor dat de vulkanische kracht die hier aan het werk is, nog indrukwekkender is dan gisteren. Witte waterdampen kronkelen hun weg naar boven en zorgen voor een schitterend spektakel.


Nog een prachtig spektakel zijn de bekende Mammoth Hot Springs, een ander geothermisch verschijnsel. Hier bevinden zich honderden warmwaterbronnen, variërend van fijne stroompjes tot echte riviertjes. Door de afzetting van kalksteen worden laag na laag, terrassen door het afzettingsgesteente opgebouwd. Dankzij de aanwezigheid van bacteriën en mineralen in het water hebben de terrassen verschillende kleurschakeringen. Het is net Pamukkale in het klein.


Onze volgende stop zijn de Lower Falls, die zich in de Yellowstone canyon bevinden. Hier is het ook duidelijk dat Yellowstone zijn naam ontleend aan de geel gekleurde rotsen van de canyon.


We rijden verder richting Hayden Valley. We slingeren door een landschap van steile bergwanden waarop hoge naaldbomen rijzen als kathedralen uit de grond. Hier en daar zie je de verschrikkelijke gevolgen van de vele bosbranden die het NP teisteren. Dode, omgevallen bomen liggen als een bijna onmogelijk mikado spel door de nieuwe bossen heen. Op grote kale plekken proberen frisse groene naaldbomen te overleven. Er zijn zo’n 35 bosbranden per jaar, meestal veroorzaakt door blikseminslag, een enkele keer door onvoorzichtige kampeerders. Een grote brand uit 1994 laat nog steeds zijn sporen na. Drie grote vuurtorens houden alles in de gaten zodat er onmiddellijk kan ingegrepen worden.
Wij houden ondertussen ook met argusogen de omgeving in de gaten. Die wilde dieren ook hé die we zo graag willen zien. Iets verderop lijken auto’s elkaar wel weg te drummen. Daar moet iets te zien zijn. En dat is het ook. In de verte langs de kant van een meer, ligt een grizzly beer in het namiddagzonnetje een dutje te doen. Ongelooflijk. De kans om een beer, en dan nog wel een grizzly, te spotten is bijzonder klein. Het is ver met het blote oog, maar enkele Amerikaanse toeristen die hun telescopen hebben opgesteld, laten ons graag meegenieten. Wat een prachtig zicht. Uitgerust stapt de beer op om van een deugddoend badje te genieten. Hij laat het zich welgevallen. Iets later stapt hij weer het water uit, om zijn pels te laten drogen in de warme middagzon.
Onze dag kan nu niet meer stuk.













In 1872 zagen de prairies nog letterlijk en figuurlijk zwart van de bizons en kon niemand zich voorstellen dat nauwelijks 30 jaar later, Yellowstone het laatste toevluchtsoord zou zijn voor het handvol resterende wilde bizons in Amerika. Maar niet alleen de jacht van de mens op de bizons zorgde bijna voor het uitsterven. Ook wolven, ziektes en droogte eisten hun tol. Vandaag zijn er weer meer maar door de inteelt wegens lage aantallen vroeger, vertonen de bizons een genetische afwijking. In Hayden Valley komen we een hele troep tegen. Bijna letterlijk. Want net als we komen aanrijden, stormt één van de dieren de parking op om een auto letterlijk weg te duwen. Het zijn kolossale, indrukwekkende dieren. Ze hebben iets voorhistorisch. Ik zou er niet graag een kopstoot van krijgen. Dat doen ze onderling wel. Het is immers bijna paartijd, dus tijd om uit te maken wie het dominante mannetje is en zo eerste keuze krijgt bij de vrouwtjes.  Binnenkort worden de aantallen alweer opgekrikt.


We rijden het park uit via de noordelijke uitgang waar imposante granieten blokken met torentjes als het ware als tempels over ons waken. Verderop ontwaren we iets kalere bergwanden waarop verdroogde struiken en dode bomen elkaar gezelschap houden. Groen, rood gekleurd of droog gras leven naast elkaar.
We komen aan in Cody, onze overnachtingsplaats. Het avondmaal nemen we in het Irma restaurant,  dat eigendom was van Buffalo Bill. Het is genoemd naar zijn dochter en verkeert nog in vrij originele staat. Vanavond is het prime rib buffet. We  zijn nu echt in het Wilde Westen.

Reacties