Dag 1 - Idyllisch Engeland
Als kind droomden mijn klasgenootjes van een appartement
in Spanje, een wijngaard in Italië of een buitenverblijf in Frankrijk. Maar ik
niet. Ik wou een cottage in Engeland. Jawel liever een eigendom in het
regenachtige Engeland dan in het zonnige zuiden. Een charmant honingzoet
huisje met rieten dak met daar rond een rozentuin omheind met een wit hek. In
de zomer verse limonade in het prieel in de tuin. In de winter 'tea' aan de
open haard. Ik heb altijd wel iets met de Engelsen gehad. Het Engelse
platteland vind ik het meest idyllische. Wandelingen over de heuvelachtige
wegen, waarbij je gevolg wordt door een meute honden, onderweg halt houdend
voor een babbeltje met de buren. Of galopperend te paard het landschap
doorkruisend met picknickmand in de aanslag. Het mooiste stukje Engels platteland is voor
mij de streek van de Cotswolds gelegen ten noordwesten van Londen in de Midlands, het hart
van Engeland.
De Cotswolds is niet een echt afgebakend geheel maar bestaat vooral uit het driehoekig gebied gelegen tussen Bath in het
westen, Oxford in het oosten en Stratford-upon-Avon in het noorden, wel de geboorteplaats van Shakespeare maar geen deel meer van de Cotswolds. Het is een heuvelachtig gebied (oude naam ‘wolds’) waar destijds veel schapen gekweekt werden. De dunne grondlaag is moeilijk te
bewerken maar ideaal als weidegrond voor schapen. Overkappingen in de weide ter
bescherming van de schapen werden ‘cots’ genoemd. Vandaar de naam ‘Cotswolds’.
Wij Vlamingen hebben een speciale band met de Cotswolds. De grootste
export van schapenwol uit deze streek gebeurde inderdaad naar Vlaanderen voor onze textielindustrie. Deze economische redenen waren
trouwens de reden waarom de Vlaamse steden destijds de zijde van de Engelse koning
kozen in zijn oorlog met de Franse koning alhoewel wij tot het Franse koninkrijk
hoorde. Het zijn dus niet de Vlaams nationalistische gevoelens die leidden tot
de Guldensporenslag maar wel economische redenen. Trouwens de Vlaamse
identiteit bestond nog niet. We waren Brabanders. Economische omstandigheden zijn vandaag ook vaak nog de hoofdreden van conflicten.
De Cotswolds worden gekenmerkt door idyllische dorpjes
met typische honingkleurige huizen met muren en daken opgetrokken uit kalksteen
die gewonnen wordt uit plaatselijke steengroeven. De rijkdom die de
middeleeuwse wolhandel met zich meebracht, vertaalde zich in de bouw van kerken
en weelderige herenhuizen.
Zonder veel fantasie nodig te hebben, lijkt Miss Marple
zo uit één van de huisjes te lopen. De streek was een inspiratie voor Agatha
Christie maar ook voor de schrijvers van de TV-reeks Midsomer Murders.
Bourton-on-the-Water is één van die typische dorpjes. Het
is beter bekend als het Venetië van de Cotswolds vanwege de kleine rivier
Windrush die door het dorp loopt overspannen door tal van bruggen. Nu
klinkt dat spectaculairder dan het is. De rivier heeft de hallucinante diepte
van bijwijlen toch al een stevige25cm, ideaal dus om pootje te baden maar ook
niet meer. Angst om te verdrinken moet je hier niet hebben. Het grootste gevaar
komt nog van de eenden op het water. De bruggen die erover gebouwd zijn, zijn
al niet veel hoger.
Geen probleem dus voor mensen met hoogtevrees zoals ik. Het ergste dat je zal overkomen is een verkoudheid door de natte voeten in het ijskoude water. Deze ondiepe rivier brengt dan ook het creatieve in de mens naar boven. Zoals een partijtje voetbal dat tussen twee van deze bruggen gespeeld wordt.
De dag sluiten we af in een typische Engelse pub aan de
waterkant.
Reacties
Een reactie posten