Dag 1 - Namibië

Wie ooit de geur van Afrika heeft opgesnoven, laat het continent niet meer los. Het ‘armste’ continent is misschien wel het rijkst aan beleving. Een ongelooflijke variatie aan fauna, flora en historische nederzettingen tegen verschillende achtergronden. Van de droge woestijnen over de  steppe, de savanne tot het allergroenste regenwoud. 
De Egyptische piramiden in de noordelijke Sahara lieten destijds een onvergetelijke indruk na, om nog maar te zwijgen over de  imposante tempels van Luxor en Karnak gelegen aan de machtige Nijl, de levensader van noord-oost Afrika. Of onze wandeling in de schaduw van de sfinxen. Stuk voor stuk een afspraak met de geschiedenis. 
Of het onbekende en dus onbeminde binnenland van  Tunesië. Daar ontdekten we enkele pareltjes van de Romeinse cultuur zoals een Romeins amfitheater midden in de woestijn. Dat amfitheater in de Sahara was geen fata morgana zoals een heel dorp dat we plots aan de horizon als luchtspiegeling zagen verschijnen. Maar ook enkele pareltjes uit de plaatselijke cultuur vielen in de smaak. 
Mijn eerste safari’s in Kenia en Tanzania liggen nog vers in het geheugen ook als is dat ondertussen al  zeven jaar geleden. Oog in oog komen te staan met de Big Five, vooral dan de leeuw, neushoorn of luipaard heeft iets zeer nederigs. Ik herinner me nog een lunch in één van de parken van Tanzania die we namen in één van de voormalige koloniale woningen. Die woning doet nu dienst als restaurant maar de kamers zagen er nog net uit zoals toen. Familieportretten aan de muren  getuigden van de grandeur van vroeger. We aten aan de grote familie tafel in de eetkamer waar grote kandelaars en zilveren bestek de ruimte domineerden  en met obers die witte handschoenen droegen tijdens het serveren. Het voelde alsof ik thuiskwam. Ik zag mezelf een wandelingetje maken in mijn lang gewaad, parasolletje incluis om nadien een frisse gin tonic op het terras te nuttigen. Misschien is dit ons koloniaal bloed dat spreekt, maar ik heb dan ook op één of andere manier een romantisch idee bij al dat koloniaal gedoe. Misschien was ik toch een koloniaal in een vorig leven?
En dan is er nog de ongelofelijke reis van vorig jaar, vooral dan de ‘glamping” trip in Zimbabwe waar ik nu nog met veel heimwee aan terugdenk. Enkele dagen in de wildernis met in het beste geval alleen een tentzeil dat ons scheidde van de wildste en gevaarlijkste dieren. Wandelsafari’s door de Afrikaanse savanne op zoek naar neushoorns en olifanten. Het nachtelijk gebrul van leeuwen, het geschreeuw van luipaarden. Maar ook de absolute rust en sereniteit die daar heersten, zal ik nog moeilijk kunnen evenaren.
Maar er is nog zoveel meer te ontdekken zoals het regenwoud in Midden Afrika met de berggorilla’s die leven in Uganda, Rwanda en oostelijk Congo. Nu nog een droom maar ik hoop ooit deze prachtige dieren te kunnen aanschouwen in hun natuurlijke habitat.
Wat geen droom meer is, is dat andere prachtige land in zuidelijk Afrika. Door zijn grote verscheidenheid met maar liefst twee woestijnen, een grote variatie aan fauna en de fotogenieke Himba vrouwen, gelegen aan de Atlantische Oceaan wordt Namibië Afrika’s kroonjuweel genoemd. En dat juweel rijg ik graag aan mijn Afrikaans parelsnoer de komende twee weken. 




Reacties