Dag 6 - Het Beaglekanaal

Het Beaglekanaal is samen met de Straat van Magellaan en Drake Passage, één van de drie bevaarbare routes tussen de Atlantische en Stille Oceaan in Zuid-Amerika. Het kanaal is 240 km lang en 5 km breed op zijn nauwste punt.
Vandaag maken we een tochtje van 1,5 uur over het kanaal.
Als ik deze morgen de gordijnen opendoen zie ik … sneeuw. In de Patagonische winter, kan je je wel aan sneeuw verwachten maar nu in de lente? Normaal blijkt dit alvast niet te zijn. De laatste sneeuw valt normaal in augustus, eventueel begin september. Maar hun winter blijkt abnormaal warm te zijn verlopen met weinig sneeuw. Met als gevolg een nu grillige lente met atypsiche sneeuwbuien.
Dat belooft voor ons tochtje. Gelukkig is het een catamaran waarbij je zowel binnen als buiten kan zitten.
Een tocht over het Beaglekanaal verdient uiteraard een reisziektepilletje, maar ook extra kledij voor de bijtende wind.  Gewapend met mutsen, sjaals, fleece, windjack met daaronder  laagjes thermische kledij, T-shirts, truien enz. gaan we de boot op.
De boottocht brengt ons naar verschillende plaatsen. Vanop het water krijgen we zicht op Ushuaia, weliswaar onder een zwaarbewolkte hemel. In de verte zien we toch wat blauwe lucht en het zonnetje dat probeert door het wolkendek te breken. Een eerste stop maken we aan Bahia Brown, hier hebben de Yaghan (de inheemse bevolking) verbleven. Ze leefden in kano’s en kwamen soms aan land om een tijdelijk onderkomen in hutjes te vinden. Een sneeuwbuitje verrast ons hier.
We stoppen nog aan enkele kleinere rotseilanden waar er zich zeeleeuwen dan wel aalscholvers bevinden.


Ondertussen trekt het weer meer en meer open. De blauwe lucht haalt het op de bewolking.


Vanmiddag bezoeken we het Nationaal Park Tierra del Fuego dat ten westen van Ushuaia ligt. Aan een klein treinstation nemen we de trein ‘El tren del fin del mundo’.   Deze trein werd destijds gebruikt om de gevangenen te transporteren naar hun werkplaats in de bossen. Terwijl we wachten op het vertrek van de trein, begint het stevig te sneeuwen. Maar zoals steeds zijn de goden met ons. Want tegen het vertrek van de trein om 15u komt het zonnetje piepen. Met deze trein leggen we de laatste zeven km af naar het  park. De trein raakte in onbruik na het sluiten van de gevangenis maar werd enkele jaren geleden gerestaureerd en is nu een toeristische attractie. De rit is een stuk comfortabeler dan destijds. We hebben nu al echte wagons, een groot verschil met vroeger toen de gevangenen getransporteerd werden op houten banken, volledig in open lucht, die achter de locomotief waren bevestigd.  
 


We stoppen onderweg nog even aan een kleine waterval.  We zien ook de schade die de beverdammen hebben toegebracht. Heel der stukken afgestorven bos is het resultaat van het werk van de bevers.
Het Park werd opgericht in 1960. Het beslaat zo’n 630 km². Slechts een deel van het park is voor toeristen toegankelijk. Er bevinden zich uitgestrekte bossen, diepe meren, met sneeuw bedekte bergen en gletsjers in het park.
 

We maken een kleine wandeling langs dit oneindige natuurgeweld. Niet de geplande want wegens het slechte weer is de weg niet goed begaanbaar en afgesloten. Hier en daar duiken vogels op waaronder ganzen en sierlijke ibissen. Oh wat is de natuur mooi op het einde van de wereld. 


Reacties