Dag 3 - Ze wandelden naar hun plaats

Wie aan Polynesië denkt, denkt aan witte stranden met palmbomen en het zonnetje dat brandt op je huid. Niets daarvan natuurlijk op een vulkanisch eiland … zou je denken. Maar vandaag beginnen we onze dag op een wit strand onder wuivende palmbomen …maar  in de gietende regen….


Anakena Beach is waar het vandaag voor ons begint, en waar het ooit begon voor de Rapa Nui. Want dit is de plaats waar de verkenners met  koning Hotu Matua op kop, destijds aan land kwamen met hun kano’s, en waar ze zagen dat het goed was. De koninklijke familie is altijd op deze idyllische plaats blijven wonen. Idyllisch ligt ze er vandaag natuurlijk niet bij. Sinds gisterenavond is het hevig aan het regenen. We zijn speciaal eerst naar de noordkant van het eiland gekomen om tegen beter weten in, te hopen op wat droger weer. Het valt er hier niet met bakken uit, maar toch. Het koninklijke dorp wordt beschermd door prachtige moais met een pukao op hun hoofd. Ze zijn prachtig bewaard gebleven onder invloed van het zand en het zeewater.  


Foto’s nemen wordt een drama in deze regen. Daar ga ik nog wat werk mee hebben om er iets van te maken. Normaal gezien zouden we hier tegen de middag naartoe gekomen zijn, zodat we een uurtje vrij hadden om hier te komen pootje baden of wat uit te rusten in de schaduw van een palmboom. Niks daarvan vandaag. Pootje baden doen we al gewoon door over het strand te wandelen.
Van hier gaat het naar de site van Te Pito Kura, waar het grootste beeld ooit op een ahu (het religieuze platform waar de moais op staan) werd  rechtgezet.  Het  beeld is ongeveer tien meter hoog en weegt zo’n tachtig ton. Het beeld zelf ligt in stukken voor ons.


En dat zal niet het laatste beeld zijn dat we zo zien liggen.  Op deze site ligt ook de heilige steen, ‘de navel van de wereld’ zoals de  eerste bewoners  hun eiland ook noemden. Deze steen werd door de koning zelf meegebracht.


Iets verderop aan de kust ligt Ahu Tongariki, waar er maar liefst vijftien beelden rechtstaan, de grootste ahu ooit gevonden op Paaseiland. De restauratie van deze beelden gebeurde in de jaren 90. Immers deze beelden werden ook neergeslagen teruggevonden en daarbovenop zorgde een tsunami in 1960, veroorzaakt door de grootste aardbeving ooit (die van Chili, je weet wel), dat de ahu landinwaarts werd geduwd. Eén van de vijftien beelden weegt maar liefst 86 ton en is daarmee het zwaarste beeld ooit gevonden. Deze vijftien moais zijn op zijn minst impressionant te noemen.


Van hier gaat het naar Akahanga, waar er een hele hoop moais tegen de grond liggen. Een waar oorlogsveld. En misschien is het dat ook wel echt. De omvergevallen en kapotte moais  waren misschien nog een groter raadsel dan de functie van de beelden zelf. Eén van de meest voorkomende  theorieën en waarschijnlijk ook de juiste is de volgende :  een tijd lang leefde het Rapa Nui-volk van het land en van de zee. De koning had zijn eiland nagelaten aan zijn zes zonen zodat er zes stammen op het eiland ontstonden.  Toen groeide  de bevolking. In een paar eeuwen tijd vertienvoudigde het aantal eilandbewoners. Rond 1600 woonden er 7.000 à 8.000mensen op Rapa Nui. Al die mensen hadden hout nodig voor huizen, verwarming, kano's en voor het verslepen van standbeelden. Zo ontstond een ecologische crisis. Door het houttekort begonnen de Rapa Nui-stammen elkaar te plunderen. En door de chaos die daaruit voortvloeide, werd het eiland nooit meer herbebost. In 1722, toen de Nederlandse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen hier op Paaszondag aankwam (de ontdekker van Paaseiland), zag hij wel de standbeelden, maar trof geen boom meer aan. In 1774 meldde de Engelse ontdekkingsreiziger James Cook dat veel beelden kapot en omgevallen waren. Mogelijk waren ze door de lokale bevolking van hun platforms gestoten. Tijdens een soort van 'beeldenstorm' moest kennelijk de in de beelden opgeslagen 'mana' worden bevrijd. Die bovennatuurlijke kracht moest het land weer vruchtbaar maken. Een andere theorie is dat de ‘heilige’ beelden van de rivaliserende clan werden kapotgemaakt om ze in hun ziel te raken. In elk geval bleef er geen beeld op Paaseiland overeind staan. Hierna werd de moai cultuur vervangen door die van de eerder vermelde vogelman.
Vanmiddag bezoeken we de vulkaankrater Rano Raraku.  De moais zijn vermoedelijk gemaakt vanaf de 11e eeuw. Alle beelden zijn monolithisch en zijn gehouwen uit vulkanisch gesteente, het is te zeggen uit  gecompacteerde vulkanische as, die te vinden is nabij de vulkaankrater Rano Raraku, waar nog 394 beelden aanwezig zijn. De groeves liggen nog vol met niet-afgewerkte beelden.


Hoewel men vaak denkt dat het stenen hoofden zijn, zijn de moai in feite torso's met buitenproportioneel grote hoofden. Langs de torso lopen de armen waarvan de handen op de buik liggen. De handen hebben opvallend lange nagels.
Doordat de beelden hier in de groeve niet afgewerkt zijn en er nog voorbeelden zijn van elk stadium van het productie, krijg je hier een idee van het procedé. Eerst wordt er een schets van het beeld gemaakt in de steen, dan wordt de  blok uitgehakt met nog een klein stukje dat vasthangt aan de groeve. Nadat het beeld door de beeldhouwers is afgewerkt, wordt het laatste stukje losgemaakt net voor het getransporteerd wordt naar de ceremoniële plekken . Daar worden de ogen ingelegd met wit koraal en pupillen van obsidiaan. Inderdaad, ogen hadden ze ook.  Sommige beelden kregen zoals reeds gezegd een pukao.
Volgende raadsel, hoe werden de beelden getransporteerd?
De laatste overlevenden van de Rapa Nui cultuur hadden het over verhalen van hun voorouders waarin verteld werd dat de beelden zelf naar hun plaats wandelden. Zot natuurlijk.
De meest gangbare theorieën zijn de volgende :
De beelden werden liggend op een slee gebonden, deze slee was van boomstammen gemaakt en had de vorm van een ladder, die vervolgens over de grond werd voortgetrokken.
De beelden werden op boomstammen gebonden en om het geheel te verplaatsen werden boomstammen als rollers gebruikt.
Het beeld werd liggend versleept. Met een constructie van touw en twee boomstammen werd het beeld steeds een stukje opgetild en een paar meter verschoven.
De beelden werden rechtopstaand verplaatst. Aan het hoofd werden drie touwen vastgemaakt waarmee drie teams het beeld lieten schommelen en draaien. Door dit in het juiste ritme te doen kon het beeld (door de ronde onderkant) over een pad 'gewaggeld' worden.
Misschien is dit laatste wel wat men bedoelde met ‘dat de beelden zelf naar hun plaats wandelden’…

Reacties