Dag 2 - Toronto à la New York
Heb je er ooit al bij stilgestaan dat je favoriete film of
TV-serie die zich afspeelt in New York misschien helemaal niet in de
‘City that never sleeps’ wordt opgenomen? De reden ligt vrij voor de hand : New
York is duur om te filmen om dan nog niet te spreken van de paperassenwinkel om
straten en wijken verkeersvrij te maken. Gelukkig bevindt er zich niet ver van
New York, maar wel aan de andere kant van de grens met Canada, een stad die de
cinematografische vergelijking met New York kan doorstaan en waar de productiekosten
een stuk lager liggen. Een stad vol met reuzen van beton, glas en staal die in hoogte niet moet onderdoen voor New
York. Ik heb het over de Canadese stad Toronto.
Toronto telt maar liefst 5,5 miljoen inwoners en is daarmee de
grootste stad van Canada. Het is trouwens ook het financiële, economische en
industriële hart van het land. Natuurlijk kan niets op tegen die bijna
iconische skyline van New York, maar ook die van Toronto mag er best wezen.
Van ver duikt de CN Tower op. Met zijn 553 m was deze communicatietoren tot 2007 het hoogste vrijstaande gebouw ter wereld op het land. Hij werd gebouwd in de jaren 70 door de Canadian Broadcasting Company in samenwerking met het spoorwegconcern Canadian National als nieuwe zendmast. Door de bouw van de vele wolkenkrabbers bleek dit noodzakelijk om de televisie signalen te kunnen doorzenden. En die flatgebouwen blijven rijzen als paddenstoelen uit de grond. Ook nu nog staat de bouw niet stil. De stad staat vol met bouwkranen en iedere centimeter wordt benut om een gebouw neer te poten. Tja, die 5,5 miljoen inwoners moeten toch allemaal een dak boven hun hoofd hebben. Ondanks de grote populatie, blijft de stad in zekere mate leefbaar. Het valt op hoe proper de stad is en ook de criminaliteit is slechts in beperkte mate aanwezig. En dat kan niet elke grootstad zeggen.
Maar Toronto en New York hebben niet enkel gigantische
flatgebouwen gemeen.
Met Bay Street heeft Toronto zijn antwoord op Wall Street. Hier
bevindt zich de beurs en de kantoren van de vijf grootste Canadese banken. Wat
Bay Street nog meer bijzonder maakt is de perfecte oplossing die ze hier hebben
voor de koude wintermaanden. De duizenden bankwerknemers hoeven niet door de
strenge koude te gaan of regen met pijpenstelen te trotseren om iets
te eten of te winkelen. Ondergronds bevindt zich hier immers een stad met
winkels, restaurantjes, snackbars en andere kantoren. Je kan het best
vergelijken met een ondergronds shopping center.
Toronto kent extreem weer met
bijhorende temperaturen. Barre winters met hevige sneeuwval en ijskoude
temperaturen aan de ene kant en bloedhete zomers met verstikkende temperaturen aan
de andere kant. Zo’n stad moet wel creatief omgaan met de omstandigheden om het
leven niet te laten stilvallen bij extreem weer. We maken een kleine wandeling
ondergronds en komen uit aan City Hall, zowel het oude als het
nieuwe. Het elegante oude gebouw in Engelse stijl staat in schril
contrast met het ultramoderne en ietwat controversiële gebouw er net naast.
Geen idee wie bedacht hier dit gedrocht neer te zetten. Misschien wilden de architecten iets ontwerpen dat meer
past bij de rest van de moderne wolkenkrabbers én ultramodern kan ook mooi zijn
natuurlijk. Maar met dit gebouw sloegen ze in mijn ogen de bal mis. Het staat
als een tang op een varken in de omgeving.
Schreeuwlelijke gele uithangborden met rode Chinese tekens en
oranje lampionnen verraden vervolgens dat we in Chinatown zijn aangekomen.
Het Chinatown van Toronto is het grootste buiten China. De geur die uit de restaurants komt, zorgt ervoor dat het water ons in de mond komt. In de vele winkeltjes kan je leuke hebbedingetjes kopen. We rijden door naar de knappe campus van de universiteit van Toronto. Moest ik niet beter weten, zou ik denken dat ik in Oxford zit. De gebouwen doen helemaal denken aan die prachtige Engelse universiteiten, en stralen ook helemaal die sfeer uit. Ongeveer 45.000 studenten staan ingeschreven aan de universiteit die vooral vermaard is voor haar faculteit geneeskunde. Hier werd het stamcelonderzoek gehouden en werd insuline uitgevonden. Er worden opleidingen gegeven die nergens anders ter wereld te vinden zijn.
In deze buurt bevinden zich ook de vele theaters die Toronto rijk
is, zeg maar het Broadway van Toronto. Toronto heeft een grote
theater- en kunstscène, veelal gefrequenteerd door de studenten. Vele
producties worden hier eerst uitgetest alvorens het theaterstuk, film of
musical in New York wordt vertoond.
We verlaten de stad via de Toronto-versie van Times Square.
Overdag is er natuurlijk niet veel te zien, maar ’s avonds moet de flitsende neon-reclame
heel sfeervol zijn.
Voor de echte liefhebbers kan er maar één New York zijn. Maar geloof me dat Toronto meer dan een bezoek waard is.
Het stadje Niagara zelf is een toeristische hotspot. Lees druk en duur. Niet echt iets voor mij. Het nabijgelegen Niagara on the Lake weet mij wel te charmeren. Het is er aangenaam wandelen in dit charmant dorpje uit de 17de eeuw met elegante huizen en schattige winkeltjes in New England style die zo uit de film lijken weggelopen. Ideaal om iets te drinken en/of een hapje te eten. Niet dat het er echt rustig is, want het wint ook aan populariteit, maar in vergelijking met Niagara zelf toch een verademing.
In de ruimere omgeving ligt de wijnstreek van Niagara. De moeite waard voor een ritje als je toch in de buurt bent. We hobbelen wegen op en af tussen de velden met wijnranken. Het landschap wordt onderbroken door grote, gekleurde houten boerderijen. Het heeft iets idyllisch, zeker onder de wolkenloze hemel waarvan we genieten. Uiteraard kan je je onderweg ook aan proeverijen te goed doen.
Eén ding is duidelijk, de Indian Summer begint zich te nestelen in het zuiden van Canada. Dus dit betekent dat hoe noordelijker we gaan op onze reis, hoe waarschijnlijker we de verkleuring van de bladeren zullen zien. En dat was toch het hoofddoel van onze reis…
Reacties
Een reactie posten