We beginnen de dag met
een stevige wandeling door de rijst- en tarwevelden naar de kleine tempel van
Chimi Lhakhang, gewijd aan de populairste heilige van het land, de ‘goddelijke
gek’ Drukpa Kunley wiens anticonformistisch gedrag nog steeds aanslaat bij de
bevolking. De tempel heeft als bijnaam ‘tempel van de vruchtbaarheid’. Vrouwen
die zwanger willen worden, komen naar deze tempel in de hoop dat hun wens
ingewilligd wordt. Ook wij krijgen een zegening van de aanwezige monnik (maar
wensen wel iets anders 😉. Volgens hardnekkige
geruchten zou trouwens ook de wanhopige
echtgenote van de huidige koning, al een bezoek gebracht hebben aan de tempel
om haar kinderwens te doen uitkomen.
Feit blijft dat het koningskoppel vier jaar na hun huwelijk, nog steeds
kinderloos is. Jonge monniken komen hier nog even voor de les begint, aan de
gebedsmolen draaien. Trouwens wie Reizen Waes gezien heeft, zal zich de doortocht
van Tom Waes in dit stadje wel herinneren want de afbeeldingen van het
mannelijk lid zijn hier niet weg te denken uit het straatbeeld. Allemaal een
verwijzing naar de tempel.

We rijden de heuvels
in voor een bezoek aan een nonnenklooster, het Sangcchen Dorji Lhuendrup
Lhakhang. Niet enkel mannen, maar ook
vrouwen kunnen dus intreden. De leeftijd
varieert hier tussen 5 en 47 jaar. Net zoals de mannen, mogen ook vrouwen ten
allen tijde uittreden maar moeten ook zij hun studie vergoeden. Het klooster is
rustig gelegen met een prachtig uitzicht op de vallei van Punkakha. Je zou al
willen intreden, enkel maar voor de ‘zen’ locatie. Naast studeren en mediteren, leren ze ook vaardigheden. Aan de
ingang van de tempel zitten een paar nonnetjes te studeren. Ze leren ons de
eerste drie letters van het alfabet uit te spreken (met wisselend succes) en leren ons de eerste letter te schrijven.
In de tempel zelf bevindt zich een 14-meter hoog
standbeeld van Boeddha, één van de grootste van het land.

Maar het beste van de dag volgt met een bezoek aan de dzong
van Punakhar, die door zijn strategische ligging schittert als een baken in de
vallei. Hij werd in 1637 gebouwd aan de samenvloeiing van twee rivieren door
Shabrung die in Bhutan als de éénmaker van het land wordt aanzien. Vroeger overwinterde hier de koning en de Je
Khenpo (de religieuze leider) gedurende zes maanden, aangezien het klimaat hier
een beetje aangenamer is dan in de hoofdstad. Nu doet enkel de Je Khenpo dat.
Het is de mooiste dzong die ik tot nu toe gezien heb en waarschijnlijk zal
zien. Ik sta er met open mond naar te kijken. De eerste koning werd hier
gekroond. Een fraaiere plaats had hij niet kunnen kiezen om de functie van Druk
Gyalpo, de drakenkoning, op te nemen. Hij is schitterend in elk aspect. Vanop
afstand valt pas echt de verdedigingswaarde van de dzong op. Perfect gelegen en
de lange hoge witgekalkte muren, vormden een ideale verdediging. Moeilijk te
geloven dat hij al zes keer door brand werd geteisterd en al twee keer
overstroomd is. Vandaag toont hij enkel zijn pracht.

We nemen de lunch in het stadje en rijden dan verder
richting Thimphu, de hoofdstad. Onderweg
moeten we nog één col over : de Dochu-La die op zo’n 3.050 m ligt. Spijtig
genoeg is het zwaar bewolkt want van hier heb je bij goed weer een prachtig
zicht op de oostelijke hoge Himalaya’s met pieken tot over de 7.000 m. Op deze
pas bevinden zich 108 stupa’s die in opdracht van de oude koningin-moeder
(grootmoeder van de huidige koning)
werden gebouwd als herdenking aan de overwinning die Bhutan boekte in
2003 op Indiase separatisten. Deze hadden zich verscholen in Zuid-Bhutan en
lanceerden vandaar aanvallen op India.
Bhutan had niets met dit conflict te maken en had deze rebellen herhaalde malen
gevraagd het land te verlaten. Toen praten niet meer hielp, heeft het Bhutanese
leger met geweld deze kampen ontruimd.

We dalen af richting hoofdstad Thimphu. Onderweg vinden
we nog steeds de vele gebedsvlaggen die overal gehangen worden. Ook hier geldt
dat deze gebeden door de wind verder worden meegenomen.
We hebben nog tweemaal
pech onderweg als we nog eens veel tijd verspelen aan wegenwerken. Eerst moeten
we veertig minuten wachten alvorens de weg weer wordt opengesteld en even later
staan we vast als er net een gecontroleerde ontploffing is gebeurd en de
rotsblokken nog moeten verwijderd worden.
We zien een grote verandering tussen oost en west Bhutan
zodra we Thimphu naderen. De
traditionele houten huizen van drie verdiepingen die we in het oosten zagen,
veranderen nu in betonnen constructies met veel meer verdiepingen, een soort
appartementsblok zeg maar. Bij die traditionele huizen werden op de begane grond
vroeger dieren gehouden, maar volgens de wet mag dat niet meer en moeten dieren
op minstens 30 m van een woning huizen. Op de eerst verdieping wonen drie generaties samen (grootouders –
ouders – kinderen). Aangezien er geen
sociale zekerheid bestaat in Bhutan en dus ook geen pensioen, moeten
ouderlingen binnen de familie worden opgevangen, in de eerste plaats door de
kinderen. De derde verdieping is een open zolder die dient om
gewassen te drogen. Ook de kledij is hier opmerkelijk westers. Jeansbroeken in
plaats van de traditionele gho’s en kyra’s.
Het duurt niet lang of ik heb al heimwee naar het
oertraditionele Oost-Bhutan.
Reacties
Een reactie posten