Dag 12 – Het ontrollen van de thangka
Ja, de wake-up call vanmorgen om 3u is erg pijnlijk, maar we staan wel hééél
vroeg op voor een goed doel. Vandaag is het immers de laatste dag van de
tshechu en die begint al ’s nachts met het ontrollen van de reusachtige thangka
, de Paro Thongarol, die Goerou Rinpche en zijn acht manifestaties uitbeeldt.
Als we om 3u45 op het terrein aankomen, is de thangka (een reusachtig doek) al ontrold, maar we zijn wel op tijd voor de Shugdrel, de ceremonie onder leiding van het dzonghoofd. Tijdens deze indrukwekkende plechtigheid in het pikdonker bij kaarslicht en die plaatsvindt voor het doek, wordt er gezegend en geofferd. Ondertussen schuiven de monniken aan om even het doek aan te raken als zegening. Ook wij schuifelen naar voren om misschien één à twee seconden het doek te beroeren als een kostbaar relikwie. We zijn dan ook nog altijd op zoek naar het geheim van geluk, nietwaar?
Na de ceremonie vertrekken we naar het zogenoemde Tijgersnest, de Taktsang. Dit is één van de populairste pelgrimsoorden van de Himalaya en telt dertien heilige plaatsen. Volgens de traditie kwam Goeroe Rinpoche in de 8ste eeuw hier aan op de rug van een vliegende tijgerin. Gedurende drie maanden mediteerde hij in een rots en bekeerde hij de vallei tot het boeddhisme. Dat Tijgersnest is niet zo gemakkelijk te bereiken. De wandeling gaat over moeilijk terrein met vertrek op 2.500 om te eindigen op 3.000 m. Voor wie dit niet ziet zitten, zijn er kleine Mongoolse paardjes of muilezels voorzien. Deze dieren zijn niet getraind en worden voornamelijk als lastdieren gebruikt, wat maakt dat ze nogal graag langs de buitenste rand omhoog gaan. Wie zich mijn avontuur in Santorini nog herinnert, beseft dat dit geen optie is. Te voet gaan, nog minder. Voor geoefende wandelaars en klimmers duurt de klim minstens een uur. Die klim eindigt halverwege de route naar het Tijgersnest, het is dus enkel voor de foto van op afstand dat je het moet doen.
Ik besluit wijselijk deze rit uit te zitten met nog een paar reisgenoten. Van beneden hebben we ook zicht op het nest, zij het niet het indrukwekkende zicht dat je hogerop hebt.
Bij het buitengaan botsen we bijna op een duidelijk belangrijke delegatie. Blijkt het om de voorzitter van het Parlement te gaan. Hij schudt ons de hand en maakt graag een praatje met ons. Hij beantwoordt onze vragen, gaat met ons op de foto en vraagt ons tot slot om ambassadeurs van Bhutan te zijn. Zo komen we te weten dat Bhutan ondertussen diplomatieke betrekkingen heeft aangeknoopt met 53 landen. Dat steun in de eerste plaats van India komt, maar ook belangrijke steun uit Zwitserland, Oostenrijk en Denemarken. Van België komt die steun voornamelijk in de vorm van de aanwezigheid van NGO’s. We grappen dat als we morgen terug naar deze tempel zullen komen, we waarschijnlijk de koning te zien zullen krijgen 😉.
Na de lekkere lunch, krijgen we nog een extraatje met een
bezoek aan de eerste bloemenshow in Bhutan, in de tuinen van de dzong. We
sluiten de dag af in de Ta Dzong, de wachttoren. Hier is het Nationaal Museum
gevestigd. Een deel van de toren, het ronde deel om precies te zijn, werd bij
een aardbeving in 2011 zwaar beschadigd.
In ons hotel blijkt de Minister van Financiën te logeren,
samen met een monnik, die de reïncarnatie van Goeroe Rinpoche zou zijn. Hun
aanwezigheid wordt opgevrolijkt door muziek en dans.
Wat zijn wij toch
gelukkige mensen. Misschien zit het geluk
wel in elk van ons, en moeten we ons openstellen om dat geluk te aanvaarden.
Reacties
Een reactie posten