Dag 10 – De hoofdstad Thimphu
In Thimphu, vrij vertaald ‘stad van de zinkende rots’
wonen zo’n 20.000 mensen. Een kleine
stad met wel druk verkeer, maar zonder
verkeerslichten. Wat ze wel hebben zijn duizenden honden. Deze wilde honden
zijn overal in Bhutan een probleem, maar hier is de kakafonie niet meer te
overzien. Zij die geen oordopjes bij zich hadden, gingen een moeilijke nacht
tegemoet.
Bij aankomst gisterenavond, schitterde de verlichte nationale
dzong in het donker.
Ons hotel bevindt zich recht over de boogschietbaan.
Boogschieten is de nationale sport van Bhutan en ik schrik van de afstand die
de pijl moet overbruggen. Spijtig genoeg voor ons zijn er maar een paar
boogschutters aan het oefenen en vindt er geen wedstrijd plaats. Deze
wedstrijden zijn blijkbaar een plezier om naar te kijken. Immers de ploeg die
het doel mist, wordt uitgelachen door de tegenstanders die het op een dansen
zetten. Omgekeerd, als het doel geraakt wordt, is het de scorende ploeg die aan
het dansen gaat.
Na het ontbijt trekken we de stad in. En zoals bij elke grote stad, is het maar een grijze trieste plaats. Een fan kan je mij niet noemen. Het staat mijlenver van het Bhutan zoals we het tot nu gezien hebben. Er blijft niet echt veel meer van de charme van het land over. We bezoeken eerst de Memorial Chorten, een indrukwekkend monument, gebouwd ter herinnering aan de derde koning. Elke morgen komen de inwoners hier hun drie toertjes rond de stupa lopen alvorens ze gaan werken. De ouderen brengen hier de dag door.
Het regent lichtjes tijdens ons bezoek. Geen zware regen,
maar een beetje blauwe lucht is toch aangenamer en ook wat warmer.
We rijden wat hoger de bergen in om naar het grote
verbronzde boeddha-beeld te gaan kijken. Met zijn 51 m, het grootste in heel
Bhutan. Het beeld werd gefinancierd door een Chinees. De bouw van het monument
heeft al heel wat jaren geduurd en nog zijn de werken niet afgerond. Men
probeert nu 1.000 boeddhabeeldjes in de voet van het beeld te zetten waar men
dan tussen kan rondlopen. Een beetje afgekeken van het Vrijheidsbeeld in New
York.
We rijden iets ver naar het Chanankha Lakhang, één van de
oudste kloosters van de vallei van Thimphu gebouwd in de 15de eeuw. Hier
komen de inwoners van de vallei naartoe om hun pasgeboren kind een naam te
laten geven door de monnik. Deze is ook een ‘genezer’ die zieke kindjes zegent.
Vanaf hun geboorte tot ze naar school
gaan (op hun vierde), moeten er elke maand offers voor dit kind gebracht
worden.
De nationale dzong is in theorie de residentie van de
koning, maar de huidige koning heeft beslist in zijn ‘stulpje’, dat hij
bewoonde toen hij nog kroonprins was en dat zich rechts van de dzong bevindt,
te blijven wonen. En dat stulpje is een gewoon woonhuis, niks dat verraadt dat
het staatshoofd hier resideert. Naar
koninklijke normen dus eerder bescheiden. De koningen van Bhutan (toch zeker de
laatsten) houden er een vrij sobere levensstijl op na. Ze verplaatsen zich in
gewone auto’s, vliegen met de lijnvluchten van de nationale
luchtvaartmaatschappij DrukAir en proberen zoveel mogelijk het land door te
reizen en te praten met de inwoners over hun dagelijkse problemen om daar een
oplossing voor te vinden. Hij is dus eigenlijk zelden te vinden in Thimphu.
Recht tegenover de dzong bevindt zich het nieuwgebouwde
parlement. Sinds de laatste verkiezingen bestaat de regering van Bhutan uit tien
ministers, onder wie één vrouw.
Als laatste stop voor de lunch gaan we nog even naar het
postkantoor. Bhutan beschikt blijkbaar over een fantastische collectie zegels
voor verzamelaars en je kan ook je gepersonaliseerde zegels laten maken.
We lunchen in de stad en maken nadien nog een wandeling
naar het klokkentorenplein. Tijdens deze wandeling zien we een verkeersagent
het verkeer op het drukke kruispunt van Thimphu regelen. Zijn armbewegingen
lijken eerder gecontroleerde ballet- of tai-chibewegingen en zijn zalig om naar
te kijken. Van een gestilleerd optreden gesproken. Dat is wel wat anders dan
onze verkeersagenten die in het beste geval een oranje salami rondzwieren.
Ik zal blij zijn als we straks Thimphu verlaten. Geef mij
toch maar het platteland, veel
charmanter, veel authentieker. De mensen daar hebben niks of minder dan niks,
maar blijken toch gelukkig te zijn. Hier in Thimphu merk je toch een hogere
levensstandaard, veel meer westers gericht, maar de streek heeft geen
originaliteit meer. Het toerisme is hier dan ook begonnen. Het is duidelijk
waarom enkel de mensen hier in het westen belasting moeten betalen, althans zij
die werken in loondienst. De boeren op het platteland worden met rust gelaten.
Na deze wandeling verlaten we Thimphu met bestemming
Paro. We rijden eindelijk eens over een normaal geasfalteerde weg. Deze werd
aangelegd tussen Paro en Thimphu in 2008 voor de kroning van de huidige koning,
want alle buitenlandse genodigden en hoge bezoekers moesten van de nationale
luchthaven in Paro een beetje comfortabel
naar Thimphu worden gebracht.
Onderweg houden we nog even halt aan de Simtoka
dzong. Dit is het oudste kloosterfort van Bhutan gebouwd in 1627. Om het fort
te bereiken moeten we over een hangbrug gemaakt van … afrasteringsdraad. Niks
voor mij dus. Ik bekijk de dzong wel vanaf de overkant van het rivier
Ik ga hier zeer gelukkig zijn.
Reacties
Een reactie posten