Dag 4 – Tantrisch boeddhisme

Als ik de gordijnen deze ochtend opentrek, word ik blijgezind. De mist van gisteren is verdwenen en  de Himalaya toont zich trots aan ons.  Het belooft een mooie dag te worden, al zijn we uiteraard in de bergen en blijft het weer onvoorspelbaar. Er hangt altijd minstens een nevel, dus echt blauwe lucht krijgen we maar zelden of nooit te zien.

Vandaag beginnen we onze verkenning van Trashigang met een bezoek aan de dzong die traditioneel op een heuvel werd gebouwd. Een dzong is een versterkte burcht destijds gebouwd op strategische plaatsen  en vooral ter verdediging , maar nu een dubbele niet gerelateerde functie heeft : enerzijds een bestuurlijke, administratieve functie en anderzijds een religieuze met de aanwezigheid van een tempel en een klooster.


Speciaal aan deze dzong is dat hij in tegenstelling tot de conventionele manier van bouwen maar over één binnenplaats beschikt. Op die binnenplaats is het uitkijken voor de duiven. De duif is in het boeddhisme een heilig dier, maar dat belet hen niet af en toe een onwelkome dropping te doen.  En dit brengt echt geen geluk volgens de boeddhisten 😀.
We mogen de tempel bezoeken waar de monniken tot zeven maal per dag bidden. Onze schoenen moeten uit, foto’s maken en filmen mag niet. De muren zijn prachtig beschilderd met religieuze symbolen zoals de afbeelding van hemel en hel. Ook dat kennen ze in het boeddhisme. Er leven hier zo’n driehonderd monniken. In Bhutan wordt het zogenaamde tantrisch boeddhisme uitgeoefend, ook wel het Tibetaans boeddhisme genoemd en eigenlijk de laatste fase in de lange evolutie van het boeddhisme.

Het is ontstaan in India en het doel is het bereiken van het boeddha-schap om alzo andere gelovigen naar de verlichting, het zogenaamde nirvana, te kunnen leiden.  Rituelen en initiaties vol met occulte en mystieke elementen vervullen een belangrijke rol. Het wordt wel Tibetaans boeddhisme genoemd maar in Bhutan erkent men de Dalai Lama niet als hun geestelijk leider. Hij wordt wel erkend als de reïncarnatie van de veertiende boeddha en dus een zeer belangrijk religieus persoon. Het boeddhisme is de officiële staatsgodsdienst en wordt beoefend door 80 % van de bevolking. Verder zijn er nog het christendom (goed voor 15 %) en Hindoeïsme en Islam (goed voor de resterende 5 %). Alhoewel het boeddhisme de staatsgodsdienst is, vervult de koning de rol van beschermer van alle godsdiensten. Er bestaat de facto wel degelijk godsdienstvrijheid.

Na het bezoek aan de dzong maken we nog een wandeling door de stad. Alhoewel het de provinciehoofdplaats is en de dichtstbevolkte stad van heel Bhutan, zouden wij het eerder een klein dorp noemen. Er is één hoofdstraat met enkele winkeltjes. Midden op het plein staat een grote gebedsmolen. Dit bestaat uit een verticale mooi beschilderde metalen cilinder op een handvat, die in de richting van de klok rondgedraaid wordt. In deze cilinder zitten rollen met mantra's op bedrukte of beschreven papiertjes. De bekendste mantra is de spreuk 'Om Mani Padme Hum'. Die mantra moet bij het begin van het draaien opgezegd worden. Men moet de rol minstens driemaal ronddraaien en op het einde de spreuk nog eens herhalen. Dit alles om het karma (je leven dat vorm krijgt door je daden) te verhogen. Door het ronddraaien van een gebedsmolen gaat de spreuk op in de wind, zodat uiteindelijk iedereen kan meegenieten van dit goede karma.

20 km buiten de stad ligt de tempel van Gom Kora, mooi gelegen in een vallei aan een riviertje. De tempel is tegen een zwarte rots aangebouwd waar Goeroe Rinpoche zou gemediteerd hebben. Goeroe Rinpoche is niet de eerste de beste maar  de feitelijke grondlegger zijn  van het tantrisch boeddhisme en hij wordt beschouwd als de tweede boeddha. Boeddhisten lopen rond deze rots om te bidden voor de vergeving van hun zonden. De tempel is prachtig versierd met gekleurde vlaggetjes die wapperen in de wind, voor het festival van Gompu Kora, waar de inwoners van heel Oost-Bhutan samenkomen om feest te vieren. Ze aanbidden het verleden en herdenken hun voorvaders.


Spijtig genoeg voor ons beginnen de festiviteiten pas morgen. Toch is het er al een drukte van jewelste. Er staan tentenkampen, eettenten, enz. Alles voor een groots feest. Er wordt druk gebeden en gedraaid aan de kleine gebedsmolentjes door zowel monniken als gewone stervelingen.
In de namiddag stoppen we in het dorpje Nakthang, waar zich een kloosterschool bevindt. Onze eerste echte ontmoeting met kloosterlingen. Spijtig genoeg zijn de meeste monniken naar het dorp vertrokken voor de riten bij een overlijden. 

Toch lopen er nog een paar jonge studenten rond die ons maar al te graag rondleiden. In de tempel van het klooster is de trekpleister de afbeelding van Goeroe Rinpoche in zijn acht manifestaties.


We rijden nog enkele kilometers tot het hoogste punt van vandaag : de Kori-La waarvan de top op 2.450 m ligt en waar zich trouwens een mooie stupa en gebedsmolen bevindt. Aan de stupa kan ook een kaarsje gebrand worden. Geen traditionele kaars zoals wij die kennen maar een  boterlamp, gemaakt van yakboter. In heel Bhutan werden trouwens de kaarsen uit was vervangen door die uit yakboter. 

Vandaag werden we volledig ondergedompeld in het religieuze aspect van Bhutan en de nauwe verbondenheid van de Bhutanezen met het boeddhisme. Putten zij hun geluk uit dat geloof?  

 

Reacties