Dag 2 – I died in hell, they called it Passendaele
Vandaag zetten we onze
ontdekking van de streek rond Ieper verder. We rijden door het glooiende
landschap. De heuveltoppen waren de inzet van de bloedige strijd. Immers wie de
heuveltop had, had het strategisch voordeel t.o.v. de vijand. Vier jaar lang werd om
deze heuveltoppen gestreden. Na maandenlange strijd won men er één en moest deze
enkele maanden later weer afgeven. De westelijke frontlinie bewoog in
die vier jaar tijd eigenlijk maar een paar kilometer heen en weer. Maar de kostprijs in
mensenlevens was fenomenaal. Zoveel zonen, vaders, echtgenoten, broers, ooms die niet meer thuiskwamen. Gestorven aan het front tijdens de Grote Oorlog :
doodgeschoten door de vijand, verdronken in de loopgraven, gestikt door de
gasaanvallen van de Duitsers… De omstandigheden waren waanzinnig : een heuvel bestormen vanuit een loopgracht
recht in de vuurlinie van de vijand, zware artillerie proberen te verplaatsen
in diepe modder, niet gekleed zijn op harde winters en zware regen…
De cijfers liegen er niet om :
meer dan 60 pct van de Canadezen, Nieuw-Zeelanders en Australiërs haalden het
niet. Ook bijna de helft van de Britten kwamen om. Er werd een hoge prijs
betaald voor onze vrijheid.
Het eerste herdenkingsmonument
dat we vandaag bezoeken is dat van de Brooding Soldier, dat werd opgericht ter
nagedachtenis aan de 2.000 Canadese soldaten die omkwamen bij de eerste
gasaanval. Er waren immers ook 18.000 Canadese soldaten aangesloten bij de
Franse divisies die het doelwit waren van deze aanslag. Deze mijmerende soldaat
houdt zijn wapen omgekeerd. Een militair eresaluut.
Onze volgende halte is een
Duits kerkhof. Er bevinden er zich vi in
totaal in heel België. Het groen overheerst op deze begraafplaats.
Tussen de
10.000 soldaten bevinden zich ook 3.000
amper getrainde vrijwilligers die
deel uitmaakten van het Duitse leger om Langemark te bestormen. Hieraan ontspruit de mythe (dank zij de Duitse
propagandamachine) dat hier heel veel jeugdige jonge Duitsers (studenten
eigenlijk nog) werden afgeslacht In
werkelijkheid gebruikten de Duitsers grote aantallen ongetrainde soldaten om te
proberen een numeriek overwicht te verkrijgen, wat in de praktijk resulteerde
in het zich onbeschut storten op de vijandelijke linies. Deze jongeren hadden
geen kans.
de 10.000 geïdentificeerde graven, bevinden zich ook onder een
grasveld de resten van maar liefst 25.000 oorspronkelijk niet-geïdentificeerde soldaten.
Ondertussen kent men toch 17.000 van hen al bij naam. Die staan op basalten
blokken die dit perk omzomen Door het vele groen, kenmerkend voor Duitse begraafplaatsen, is dit een oase van rust Achteraan bevindt zich een sereen en, in dit regenachtig en mistig weer, zelfs mystiek kunstwerk dat die treurende soldaten voorstelt.
We rijden even verder tot het
centrum van Poelkapelle waar zivh op de rotonde het monument voor de Franse
vliegenier en oorlogsheld Georges Guynemer bevindt. Hij boekte 54
luchtoverwinningen. Deze oorlog werd ook in de lucht uitgevochten.
Even verderop ligt het Poelcapelle British Cemetery, waar er 7.478 soldaten liggen.
6.231 van hen konden niet geïdentificeerd
worden. Een groot aantal. Het bekendste slachtoffer is soldaat Joe Condon. Hij zou met zijn 14 jaar de jongste Britse
soldaat zijn die sneuvelde tijdens WO I, al wordt er aan deze leeftijd wel
sterk getwijfeld.
Even verderop stoppen we kort
aan het Dochy Farm New British Cemetery. Dit is een zogenaamd
concentratiekerkhof. Vele kleine kerkhoven werden herleid tot één groter.
Sommige soldaten die hier rusten, verzeilden in sommige gevallen best ver van
de plek waar ze sneuvelden.
Voor ons liggen de hellingen
van Passendale en ‘s Graventafel. Op deze laatste verloren de Nieuw-Zeelanders
op 12 oktober 1917 in twee uur tijd meer dan 2.800 soldaten, meteen de zwartste
dag in hun militaire geschiedenis. De troepen die toen moesten aanvallen,
ploeterden uren in de duisternis door de modder om op hun vertrekposities te
geraken. De zwaar bepakte soldaten waren al uitgeput voor de gevechten begonnen
…
Onze volgende stop is aan één
van de meest indrukwekkende en bekendste kerkhoven, Tyne Cot.
Hier liggen 11.956
Gemenebest soldaten, samen met vier Duitsers. Het ligt op de helling waar 100 jaar
geleden zo bloedig om gestreden is. Het witte Cross of Sacrifice (markeert een
kerkhof met minstens 40 soldaten) staat op een grote Duitse bunker.
Achteraan
op het kerkhof hangen panelen met daarop de namen van de overige 35.000
vermiste soldaten die sneuvelden na 15 augustus 1917 en waarvoor er geen plaats
meer was op de Menenpoort.
Nieuw-Zeeland verkoos, als enig lid van het Gemenebest, hun eigen ‘Memorial to te missing’ op te richten. Eéntje
bevindt zich hier in de centrale opening in de achtermuur.
Hier wordt men stil. Links en rechts, voor en achter, waar je ook kijkt, je wordt omringd door de bijna 12.000 graven. Een beeld dat op je netvlies blijft gebrand. Bezoekers lopen ingetogen rond. De stilte wordt enkel onderbroken door de opsomming van de namen van de overledenen die door een luidspreker worden opgenoemd.
Ik heb een houten herdenkingskruisje bij en zet het aan het graf van een 19-jarige soldaat. Te jong om te sterven …
Ik heb een houten herdenkingskruisje bij en zet het aan het graf van een 19-jarige soldaat. Te jong om te sterven …
We eindigen de dag op de
heuvels van Passendale. De strijd om Passendale behoort tot de top vijf van
meest beruchte veldslagen ter wereld. De vijandige troepen duwden elkaar over
en weer over de heuvelkam en dit vier jaar lang. Uiteindelijk slaagden de
Canadezen er op 6 november 1917 in Passendale in te nemen. In een parkje is een
gedenksteen voor de Canadezen opgericht.
We bezoeken in Zonnebeke nog
het Passendale museum waar we met foto’s en film een beeld krijgen van de hel
van Passendale.
De slag om de Ieperboog (de
heuvelkam rond Ieper) kostte 325.000 geallieerde doden of gewonden tegenover
260.000 Duitse soldaten. Hallucinante cijfers. Zonder twijfel stierven de overlevenden van deze hel, ook voor
een stuk.
Reacties
Een reactie posten