Dag 5 – Mannen van eer
We ontwaken in het gebied van de
maffia. Voor ons is dit een ver van mijn bed show, maar voor de Sicilianen maakt het
deel uit van hun dagelijks leven. Ze spreken er zelf niet graag over, maar de
maffia is nog alom tegenwoordig. Men
spreekt niet zozeer over maffia, maar over ‘mannen van eer’ of ‘vrienden van
vrienden’. Gisteren nog werden we met onze neus op de feiten gedrukt toen we op
weg naar Palermo de plaats voorbijreden waar rechter Falcone in 1992 vermoord
werd. De maffia had er maar liefst 400
kg dynamiet voor over (om geen risico te nemen) en blies hiermee zowel de rechter als ook een stuk van
de snelweg op waarover de rechter en zijn gevolg reden.
De maffia is georganiseerd in Zuid-Italië en Sicilië en is oorspronkelijk ontstaan in Sicilië ten zuiden van Palermo, in en rond het agrarische Corleone.
Het ontstaan van de maffia ligt al ruim voor de 19e eeuw. Het Sicilië van toen was puur agrarisch en in het bezit van adellijke landeigenaren. Dezen staken natuurlijk niet zelf de handen uit de mouwen om het land te bewerken. Tegen een percentage van de oogst en een pachtsom, verdeelden zij het land onder de boeren. Om toezicht te houden op het eigendom en er zeker van te zijn dat de oogst voldoende zou opbrengen, namen zij opzichters in dienst. Deze opzichters werden door de pachters 'chef', ofwel 'capo' genoemd. Deze capo was het aanspreekpunt voor het herverpachten van de landerijen en nog belangrijker, de verdeling van het regenwater dat werd opgeslagen in bassins voor irrigatie. Het irrigeren van de akkers op het zeer droge eiland was de enige garantie voor welstand. Kortom : wie het water bezat of verdeelde, bezat ook de rijkdom en daardoor de macht. Opzichters waren corrupt, en vrij te beschikken over het lot van vele pachters. Daar is de basis gelegd voor de hedendaagse maffia, die zich voornamelijk bezighoudt met criminele praktijken zoals prostitutie, woekerpraktijken (loansharking), vastgoed, drugshandel, afpersing (nog steeds een zééér groot probleem), wapenhandel en corruptie. Als toeristen zouden we normaal geen hinder mogen ondervinden van de ‘Cosa Nostra’. Wij zijn nodig voor de economie en worden geduld.
Op ons bezoek vandaag krijgen we een stadsgids mee : de Belgische Karine, die perfect drietalig is… en zij heeft een heleboel te vertellen. We maken eerst een stadsrondrit langs de belangrijke gebouwen zoals de Quattro Canti, de fontein van de schande (voor het gemeentehuis staat een imposante fontein gemaakt uit Carara-marmer, wat indertijd veel stof deed opwaaien omdat het niet hoorde zo iets duurs te bestellen voor een arme streek), de poort van Keizer Karel, enz.
De maffia is georganiseerd in Zuid-Italië en Sicilië en is oorspronkelijk ontstaan in Sicilië ten zuiden van Palermo, in en rond het agrarische Corleone.
Het ontstaan van de maffia ligt al ruim voor de 19e eeuw. Het Sicilië van toen was puur agrarisch en in het bezit van adellijke landeigenaren. Dezen staken natuurlijk niet zelf de handen uit de mouwen om het land te bewerken. Tegen een percentage van de oogst en een pachtsom, verdeelden zij het land onder de boeren. Om toezicht te houden op het eigendom en er zeker van te zijn dat de oogst voldoende zou opbrengen, namen zij opzichters in dienst. Deze opzichters werden door de pachters 'chef', ofwel 'capo' genoemd. Deze capo was het aanspreekpunt voor het herverpachten van de landerijen en nog belangrijker, de verdeling van het regenwater dat werd opgeslagen in bassins voor irrigatie. Het irrigeren van de akkers op het zeer droge eiland was de enige garantie voor welstand. Kortom : wie het water bezat of verdeelde, bezat ook de rijkdom en daardoor de macht. Opzichters waren corrupt, en vrij te beschikken over het lot van vele pachters. Daar is de basis gelegd voor de hedendaagse maffia, die zich voornamelijk bezighoudt met criminele praktijken zoals prostitutie, woekerpraktijken (loansharking), vastgoed, drugshandel, afpersing (nog steeds een zééér groot probleem), wapenhandel en corruptie. Als toeristen zouden we normaal geen hinder mogen ondervinden van de ‘Cosa Nostra’. Wij zijn nodig voor de economie en worden geduld.
Op ons bezoek vandaag krijgen we een stadsgids mee : de Belgische Karine, die perfect drietalig is… en zij heeft een heleboel te vertellen. We maken eerst een stadsrondrit langs de belangrijke gebouwen zoals de Quattro Canti, de fontein van de schande (voor het gemeentehuis staat een imposante fontein gemaakt uit Carara-marmer, wat indertijd veel stof deed opwaaien omdat het niet hoorde zo iets duurs te bestellen voor een arme streek), de poort van Keizer Karel, enz.
We beginnen
net buiten Palermo met een bezoek aan de
dom van Monreale, het hoogtepunt van Normandisch-Arabische bouwkunst. De kerk
werd gesticht door Willem II. Wereldwijd wordt deze kathedraal op de tweede
plaats gezet na de Aya Sofia in Istanbul wat mozaïeken betreft. De kerk bezit
dan ook fonkelende mozaïeken met passages uit het Oude en Nieuwe testament. Er ging heel wat werk aan vooraf om al deze pracht te krijgen : drie voorbereidende lagen, dan werd de figuur eerst uitgetekend
om daarna de mozaïeken te zetten. Ze
zijn zo fijn gemaakt, dat het eerder schilderijen lijken dan mozaïeken. We
staan er met open mond naar te kijken.
Willem II ligt
zelf in de kathedraal begraven in een sarcofaag.
We rijden de
stad terug binnen en stoppen eerst aan het Arabisch-Normandisch paleis voor een
bezichtiging van de Cappella Palatina ,
de privékapel van Roger II in het paleis. Ook deze wordt versierd door
mozaïeken van Bijbelse taferelen. In tegenstelling tot Monreale, zie je hier
wel duidelijk de mozaïekstukjes. Echte kunstwerken van een bijna buitenaardse schoonheid. Het houten plafond is een Arabisch meesterwerk met schilderingen, en doet ons denken aan de plafonds in het Alhambra, in
Granada, Spanje.
Volgende stop, de kathedraal… (we zitten in Italië, aan kerken geen gebrek :-).
Die wordt
spijtig genoeg ontsierd door een reusachtig reclamepaneel, tot ontzetting van
onze gids. Ze mag dan Belgische van geboorte zijn, ze is in elk geval een
Italiaanse furie geworden…
Van de
originele Normandische constructie is niet veel meer over. Ze werd door de
jaren heen verbouwd tot een neoclassistisch gebouw, zonder nog echte charme
vanbinnen. Enkel vanbuiten blijven er nog een paar Normandisch en Arabische
elementen over. De kathedraal is dan ook enkel nog interessant langs de
buitenkant.
Van hier gaat het naar het Politeama , het kleinere theater van Palermo.
Hier nemen we
afscheid van Karine en krijgen we de rest van de middag vrij. Genoeg tijd dus
voor een kleine wandeling door de stad, om nog wat foto’s te maken en ook nog
een stop te maken aan het Teatro Massimo, het operagebouw van Palermo dat qua
grootte met zijn 7700m2, na die van Parijs en Wenen komt.
Palermo is
duidelijk meer dan maffia.
De stad kroont
zich tot koningin van de mozaïeken en met prachtige kleine en grote gebouwen, zowel
binnen als buiten, is Palermo meer dan
een bezoek waard.
Reacties
Een reactie posten