Dag 7 – De mooie geheimen van Mount Kinabalu

Want vandaag staat in het teken van Mount Kinabalu, die met 4.093 m één van de hoogste toppen is tussen de Himalaya en Nieuw Guinea. We hebben dan ook een flinke klim van drie uur per bus voor de boeg voor we Kinabalu Park zullen bereiken. In de botanische tuin van het park wordt wetenschappelijk onderzoek verricht naar de vele flora die op de berg groeit. Want in het binnenland van Borneo lijkt wel de wieg te staan van vele nieuwe bloemen-, bomen en plantensoorten. Borneo is dan ook  één van de rijkste biodiverse plaatsen ter wereld. Pas ontdekte soorten hier moeten  nog geclassificeerd worden en belangrijk  : ook nog een naam krijgen.  Eén van de meest voorkomende bloemen zijn de orchideeën, waaronder veel endemische zoals een aantal micro-orchideeën. 


Orchideeën zijn voor mij het toppunt van elegantie, vrouwelijkheid en finesse. Ze worden bij ons met zorg en aandacht gekweekt in veilige serres en nadien met alle liefde omringd. Die mooie tere bloemen groeien hier ironisch genoeg als ordinair onkruid langs de kant van de weg, al zien ze er heel anders uit dan wat wij onder orchideeën verstaan.

Behalve de orchideeën groeien er ook veel gemberplanten (ook fantastisch mooie bloemen) en vele soorten bekerplanten.  Deze laatste zijn de zogenaamde vleesetende planten waarvan men veronderstelde dat het eigenlijk insectenetende planten zijn. Maar op Borneo zijn er al een aantal bekerplanten gevonden met daarin kleine zoogdieren zoals bv.  ratten.  De insecten/zoogdieren worden aangetrokken door de zoete nectargeur die de plant verspreidt. De dieren worden opgeslokt en volledig opgelost op de bodem van de beker waarin zich vocht met een bepaald enzym bevindt.

Vanuit het park rijden we naar de zwavelhoudende warmwaterbronnen van Sporing. De baden zelf zijn niet natuurlijk ontstaan maar het zijn eigenlijk kleine zwembaden.

Hier hebben we een aantal opties : ofwel gaan baden in de bronnen, ofwel gaan zwemmen aan een waterval, ofwel een canopy walk gaan doen. Tegen beter weten in, kies ik voor het laatste. Elke reis moet ik toch een stukje van mezelf overwinnen 😉. Een canopy walk is een wandeling  ter hoogte van de  boomtoppen doorheen het oerwoud  via een systeem van hangbruggen  en dat op een 30-tal meter boven de grond. Klinkt misschien niet zo spectaculair, maar met hoogtevrees niet zo evident. Bovendien moet nog eerst een ferme berg beklommen worden alvorens we aan de eerste hangbrug komen. We moeten over een lengte van zowat 500 m zo’n 200 m hoogteverschil overwinnen. Dat is dus een steile klim. En dat in een moordende hitte en vochtigheid. Maar dan begint het echte werk. Een paar reisgenoten slaan in paniek op eerste hangbrug en dat doet mij niet goed natuurlijk. Met knikkende knieën begin ik als laatste aan de overtocht. Er zijn vijf hangbruggen waar we over moeten met een totale afstand van 165 m. De brug is zo smal dat je je voeten voor elkaar moet zetten. Het wiebelt vreselijk. En dan is er nog de diepte. Heel veel geniet ik niet onderweg. Ik overleef enkel door mijn hersenen op survivalmodus te zetten. Ik denk alleen maar : ‘Inge, je loopt boven het oerwoud in Borneo. Dit is een uniek moment. Dit is een unieke plaats’. Ik ga duizend keer dood, maar het lukt me toch. Op de platformpjes die de verschillende hangbruggen met elkaar verbinden, kan ik wat genieten van de unieke uitzichten over  één van de oudste regenwouden ter wereld. De ouderdom van het regenwoud wordt op  130 miljoen jaar geschat. Sommige bomen zijn duizenden jaren oud. Hoe zag de wereld eruit toen die jonge boompjes aan hun levenscyclus begonnen?  Als deze bomen konden spreken, wat een verhaal zou dat worden.


Maar dé beloning voor mijn inspanning is niet zozeer de uitzichten van daarnet maar wel een verrassing van formaat.  Het blijkt immers dat niet ver van Poring een rafflesia in bloei staat. De rafflesia, zal je zeggen? Wel dit is de grootste bloem ter wereld, met een doorsnede tot één meter. Ze komt enkel voor in Maleisië en Borneo. Het is een parasiet en ziet er zwamachtig uit, maar het is wel degelijk een bloem die zowel stamper als meeldraden bezit. Ze onttrekt voedsel aan de wortels van een liaan. De ontwikkeling van de bloem kan tot drie jaar duren na de bestuiving. De bestuiving gebeurt door vliegen die aangetrokken worden door de geur van rottend vlees als de bloem verwelkt. De open bloem staat maar voor een paar dagen in bloei. Er bestaat geen bloeiseizoen en de groei hangt af van zoveel factoren dat vele kleine kiemen nooit tot een bloem uitgroeien. Je begrijpt dat er enorm veel geluk bij komt kijken om dit te zien.  

Waaraan hebben wij al die mooie dingen te danken?

 

Reacties