Dag 4 - De verrassing van de Kinabatangan

Na een omzwerving via het vasteland, zijn we eindelijk ter bestemming, eindelijk op het eiland van mijn dromen. Ik zet vandaag na weken van ongeduldig aftellen, een voet (en ook een tweede) op Borneose bodem.
Bij aankomst op Borneo, worden onze paspoorten opnieuw gestempeld. Toen de twee noordelijke staten van Borneo (Sabah en Sarawak) zich aansloten bij Maleisië, was één van de voorwaarden dat zij controle konden blijven uitoefenen op de immigratie.
Het eiland is één groot eco-systeem en de overheid probeert zorg te dragen voor de natuur. Maleisië heeft het regenwoud, 56% van het grondgebied, opgedeeld in zeven categorieën, gaande van plaatsen waar niemand mag komen tot plaatsen waar enkel documentaires mogen worden opgenomen. Wij komen in de zogenaamde Nationale Parken, zij behoren tot categorie vier voor educatie en toerisme.
Het zuidelijk deel van Borneo hoort toe aan Indonesië. Zij nemen het niet zo nauw en de corrupte ambtenaren staan veel toe. Zo worden honderden km² bossen afgebrand  en gekapt voor de aanleg van gigantische palmboomplantages. Het afbranden van grote delen van het woud heeft ook een impact op de fauna van het eiland waaronder sterfte van honderden orang-oetans elk jaar.

Sandakan was de vroegere hoofdstad van de deelstaat Sabah. Tijdens WO II werd Borneo door de Japanners gewelddadig bezet en na de bevrijding door de geallieerden bleef er van Sandakan alleen een puinhoop achter. Sindsdien is Kotakinabalu de hoofdstad.  Vanuit Sandakan vertrekken we naar onze eerste overnachtingsplaats.
Onze lodge is prachtig gelegen aan de oevers van de Kinabatangan rivier. De lodge is eenvoudig, maar prachtig in mahoniehout uitgevoerd en met een schitterend uitzicht op de rivier. We logeren hier in eenvoudige bungalows midden in de jungle.
De Kinabatangan is de tweede langste rivier in Maleisië met een lengte van 560 km en staat bekend om haar opmerkelijk wildlife zoals de endemische pygmee-olifant, de neusaap, en de neushoornvogel. Deze dieren en meer zijn het resultaat van miljoenen jaren evolutie op een geïsoleerde tropische locatie. Vanuit onze lodge verkennen we een stukje van het oerwoud en het leven langs de rivier. We gaan dan ook meteen op bootsafari in de hoop één van de vele bijzondere diersoorten van Borneo te spotten. Na amper vijf minuten  varen merken we langs  de waterkant een paar grijzige schimmen op. Hun koortsachtig werkend slurfje dat momenteel een lekker vieruurtje vergaart, verraadt de aanwezigheid van olifanten. Hun kleine gestalte doet eerst nog vermoeden dat het om kleintjes gaat, maar de realiteit is dat we vijf minuten na vertrek al oog in oog komen te staan met een paar pygmee-olifanten, één van de meest schuchtere en moeilijkst te vinden dieren op Borneo. Ons hart maakt dan ook direct een sprongetje als we er maar liefst vier zien. Zeggen dat deze uiterst zeldzaam zijn is nog een understatement want er leven er nog amper 2.000. De kans deze dieren te zien is normaal dan ook bijzonder klein. 



De pygmee-olifant is zoals zijn naam al doet vermoeden, een kleinere variant van de Aziatische olifant met een witte huid en heeft zich hier in Borneo ontwikkeld. Onze vier schatjes storen zich niet echt aan onze aanwezigheid en wij genieten. We varen in totaal een drietal uurtjes terwijl we het leven in de wildernis aanschouwen. Met één oog op de oever en één oog op het water, nemen we het leven in het binnenland van Borneo in ons op.  De rivier is natuurlijk een magneet voor de dierenwereld. Zo ook voor een bonte verzameling vogels. Zo zien we de Soenda ooievaar die met uitsterven bedreigd is (amper 300 exemplaren blijven er nog over). Maar ook de reeds eerder genoemde neushoornvogel. Hij ziet er een beetje uit als een toekan door zijn gekleurde gebogen snavel maar is niet verwant. Boven zijn snavel groeit nog een extra stukje hoorn.  Het groene gebladerte is de perfecte achtergrond voor hen. En dan zijn er ook nog de ijsvogels. Deze zijn goed op weg om helemaal mijn hart te stelen. Deze kleine vogels komen in een variatie aan kleuren en zijn zo speels. Ze fladderen over het water, rusten op een tak en vliegen dan zorgeloos verder. Daarom trekken ze steeds mijn aandacht.


We varen tot het donker wordt want bij valavond krijgen we de kans  neusapen te zien. Ook een soort die enkel op Borneo voorkomt. Zij hebben een héél opvallende grote, brede neus die vooral dient om de vrouwtjes te verleiden en bij het ochtendgloren en valavond springen zij behendig van tak naar tak. Met een speels maar ook perfect uitgevoerd acrobatennummer zorgen zij voor topenentertainment. 


Als het dierenrijk zich voor de nacht terugtrekt, varen wij terug naar de lodge. Wat een dag. Borneo heeft mij vandaag absoluut niet teleurgesteld. Benieuwd wat de Kinabatangan morgen nog voor ons in petto heeft…

 

Reacties