Dag 3 – Van Kuala Lumpur tot Malakka
We rijden nog verder tot aan het restaurant in Chinatown waar we lunchen. Er bevindt zich een zeer grote Chinese gemeenschap in Maleisië, die nog stamt uit de handelstijd. Hier gaan we eten bij een zogenaamde Peranakan, het Maleisische equivalent van onze frietchinees. Ze presenteren er een mengeling van Chinese en Maleisische specialiteiten. Verschillende gerechten worden op een draaitafel geserveerd : scampi’s, inktvis, Chinese kool, ….Na de lunch maken we een wandeling door Chinatown en wandelen tot aan de Cheng Hoon Tengtempel. Die wordt algemeen beschouwd als de oudste Chinese tempel in Maleisië.
Hier sluiten we ons bezoek aan Malakka af. Hoog tijd om terug te rijden naar Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië.
We hebben pech
en verliezen tot twee keer toe kostbare tijd door files onderweg. Een eerste
file wordt veroorzaakt door een politiecontrole op motorfietsen; de tweede is
een kijkfile voor twee grote ongevallen die zich op slechts enkele meters van
elkaar voordoen in de andere richting. De Maleisiërs zijn dan ook slechte
chauffeurs. Ze hebben ongeveer hetzelfde systeem als bij ons kwestie van het
behalen van het rijbewijs : boek studeren om een theoretisch examen af te
leggen, dan praktijklessen en tot slot het praktisch examen en dan krijgen zij
een proeftijd van twee jaar waarin zij geen enkel ongeval mogenhebben of het
begint helemaal opnieuw. Maar men heeft ook de mogelijkheid te betalen voor
zijn rijbewijs zonder al die poespas en dat resulteert in veel ongevallen.
Onderweg zien we
duizenden palmbomen langs beide kanten van de weg. Deze werden tijdens de
kolonisatie-periode vanuit West Afrika ingevoerd, in eerste instantie eigenlijk
omdat ze mooi zijn en het Maleisische klimaat er uiterst geschikt voor is. Maar na een tijdje ontdekte men dat men er
olie kon uitpersen. Maleisië is nu de grootste exporteur van palmolie. In
tegenstelling tot Indonesië koestert Maleisië zijn eeuwenoude bossen. De
overheid staat geen houtkap toe voor de palmolieteelt. Palmolie bevindt zich in
ongeveer 10% van al onze voedingswaren. Ook biodiesel wordt uit palmolie
gemaakt. Het reeds welvarende Maleisië maakt zich op voor de toekomst…
Veel later dan
verwacht arriveren we terug in de hoofdstad. Kuala Lumpur is een grote moderne
stad met enkele fabelachtige gebouwen. Naar schatting wonen hier 1,8 miljoen
van de 30 miljoen Maleisiërs. We
verkennen de stad op een drafje. Eerste halte is het nieuwe koninklijke paleis
dat nog maar net gebouwd werd met een kostprijs van om en bij de 250 miljoen
USD . De koning en zijn vrouw hadden nu eenmaal een nieuw stulpje nodig. Persoonlijk
vind ik het een aartslelijk gedrocht. Het lijkt eerder op een betonnen blok
waarop een gouden kroon werd bevestigd. Aziaten staan wel bekend voor hun
kitscherige smaak, en soms kan iets dat zo lelijk is, nog op een zekere manier
mooi worden. Met al het geld in de wereld koop je wel een paleis maar duidelijk
geen smaak.
Het is een
beurtrol voor vijf jaar. De huidige koning is voor de tweede maal aan de beurt.
Het is eigenlijk meer een ceremoniële functie (de koning is wel hoofd van het
leger), de echte macht ligt bij de eerste minister die door de bevolking verkozen
wordt via een partijenstelsel zoals het onze.
Van hier uit vertrekken we naar het koloniale centrum. Maleisiërs zijn trots op hun Britse geschiedenis en dwepen nog met alles was Brits is. Zo heeft het koninklijk paleis ook zijn ‘changing of the guards’. Maar het echte Engelse karakter vind je terug op het Plein van de Onafhankelijkheid. Hier werd op 30 augustus 1957 voor het eerst de Maleisische vlag gehesen. Het plein is eigenlijk een grasveld waarop de Engelsen cricket speelden. Het clubhouse staat er nog in zijn originele vorm en doet nog altijd dienst voor ambtenaren en welgestelde zakenlui. Naast het grasveld staat het imposante en werkelijk schitterend hooggerechtshof, waar vroeger het Britse koloniale bestuur zetelde. Het gebouw heeft een eigen ‘Big Ben’.
De Maleisiërs bejegenen de Britten nog altijd met het
nodige respect. Het is de eerste keer dat ik gekoloniseerden met zulke mooie
woorden hoor praten over de kolonisten. Maar de Maleisiërs weten dat ze veel
aan de Engelsen te danken hebben. De Portugezen en Nederlanders hadden alleen
maar genomen (= de rijkdommen van het land gestolen). De Britten hebben ook
veel teruggegeven : ze zorgden voor wegeninfrastructuur, wetgeving, scholen,
democratie en uiteindelijk hun onafhankelijkheid,… het is aan de Britten te
danken dat het land nu welvarend is en dit in tegenstelling tot velen van de
buurlanden. Het land is stabiel ondanks de diverse etnische groeperingen :
moslims, Indiërs (hindoes) en Chinezen.
Tijdens de avondschemering schittert het in de skyline
van de stad. De torens fonkelen als diamanten. Het is niet alleen een groot
gebouw, het is ook een groots gebouw. Een stukje unieke architectuur. Als
afsluiter van onze korte citytrip maken we eerst nog een ritje met de monorail
van Kuala Lumpur. Onze verkenning van het vasteland van Maleisië zit erop. Tijd
nu voor het herontdekte paradijs.
Reacties
Een reactie posten