Dag 7 – De keizerlijke stad Hué
Ten tijde van de Nguyen-dynastie (1802-1945) was Hué de
hoofdstad van Vietnam dat als een exclusieve diamant gelegen is aan de
Parfum-rivier. Dankzij haar kleurrijke en interessante geschiedenis is Hué één
van de grootste bezienswaardigheden van Vietnam.
Door de keizerlijke invloed is het eten in de stad van een
hoogstaand niveau. De Vietnamese keuken staat bekend als één van de lekkerste
van Azië, in Hué voegen ze daar nog een keizerlijke toets aan toe. Ons
middagmaal staat dan ook in het teken van de vorstelijke delicatessen. Op het
menu staan : nems met een zéér pikant
sausje, scampi’s geserveerd met een pittige citroensaus, een heerlijk groentesoepje,
het voor mij onbekende banh khoai (de specialiteit van Hué), een pannenkoekje
van rijstmeel gevuld met varkensvlees en garnalen en bijhorende sausjes. Daarna
volgt een uitmuntende vijgensalade geserveerd op kroepoek, perfect gegaard rundsvlees met rijst en
lotusgranen, nog wat exotisch fruit voor
de gezonde toets en als afsluiter een lekker Vietnamees dessertje, zijnde een zachte
sappige cake op basis van groene bonen. Die lekkere Vietnamese keuken is het
perfect samengaan van Aziatische smaken en invloeden uit die oerdegelijke
Franse keuken ten tijde van de kolonisatie. Fusion avant la lettre.
Na deze keizerlijke lunch is het tijd om Hué te ontdekken met een bezoek aan de citadel. Deze is ongeveer 5 km² groot en wordt omgeven door een maar liefst twintig meter dikke verdedigingsmuur van acht meter hoog. In deze citadel woonden de keizerlijke familie en haar werknemers. Binnen deze citadel bevindt zich nog een tweede verdedigingsmuur van zes meter hoog die bescherming bood aan de keizerlijke familie en de hoogwaardigheidsbekleders en waar zich de belangrijkste regeringsgebouwen bevonden, de zogenaamde keizerlijke stad.
We komen de stad binnen via de zuidelijke poort. De Ngo Mon poort was destijds de belangrijkste toegangspoort waarboven zich de prachtige Wachttoren van de Vijf Feniksen bevindt. Het was het perfecte uitkijkpunt vanwaar de keizer de festiviteiten aanschouwde. Op de Brug van het Gouden Water, treden we letterlijk in keizerlijke voetsporen. Deze brug was destijds enkel voorbehouden voor de keizer.
Meer nog, de brug mocht enkel door hem en niet door zijn gevolg betreden worden,. De brug brengt ons naar het Paleis van de Opperste Harmonie, zowat het belangrijkste regeringsgebouw in de stad. Het was hier dat de keizer audiëntie hield met familie en hofhouding.
Het gebouw is nog in een werkelijk uitstekende staat en versierd met die typische rode lak en gouden inlegwerk. Achter dit paleis ligt de zogenaamde Verboden Purperen Stad, enkel toegankelijk voor de keizer en zijn familie en verboden voor het gewone volk. Deze Purperen stad is geïnspireerd op de Verboden Stad in Beijing (en inderdaad als ervaringsdeskundige doet het mij er direct aan denken). Spijtig genoeg werd de Verboden Purperen stad bijna geheel verwoest tijdens het Tet-offensief op het einde van de Vietnamoorlog, omdat de Vietcong de stad als bunker gebruikten. Dit offensief had plaats op Tet, een nationale feestdag in Vietnam, waarop er normaal wapenstilstand heerste. De Vietcong verraste de Amerikanen echter met aanvallen op verschillende openbare gebouwen en militaire kazernes. Als reactie zetten de Amerikanen de grote middelen in met als gevolg een bijna totale vernieling van de Verboden stad.
De gigantische restauratiewerken van de Verboden Stad, zijn in
volle gang, een werk van lange adem want de schade aan de stad is enorm. Hele
gebouwen moeten nog gerestaureerd dan wel opgebouwd worden. In die muren die onverhoopt
nog rechtstaan, zijn de kogelinslagen niet te tellen. Cru gesteld blijft enkel
een ruïne over, verwoeste palen en muren waarop de decoraties nog nauwelijks te
onderscheiden zijn. Een eerder troosteloze aanblik op wat ooit majestueuze
gebouwen waren. Maar ondanks die schade,
is de grootsheid van het kloppende hart
van de stad in de stad, de plaats waar ooit de keizerlijke troon stond, en
daarmee hét symbool van de keizerlijke macht, nog goed voelbaar.
Het Keizerlijke Theater schittert nog in al haar glorie
zoals nooit tevoren. Het theater wordt nog steeds voor dansoptredens gebruikt. Het
prachtig versierde drakenpodium staat klaar, de traditionele muziekinstrumenten
wachten op hun spelers.
Spijtig genoeg hebben we geen tijd om een keizerlijk optreden bij te wonen. Het Dien Tho paleis, was het verblijf van de keizerin-moeder. Het complex is zeer goed bewaard gebleven, een likje verf is al wat er nodig is. Het vele groen zorgt voor een oase van rust. De perfecte plaats om even van dit kleine stukje paradijs te genieten.
Nog meer genieten doen we aan het Paviljoen van de Pracht met daarvoor de negen urnen van de dynastieën. De urnen dateren uit de 19de eeuw en zijn verfraaid met zowel zon, maan, dieren als bergen en rivieren, historische gebeurtenissen maar ook met alledaagse taferelen.
De urnen zijn een klein huzarenstukje waarbij honderden ambachtslieden betrokken waren. Elke urn staat voor een keizer van de Nguyen-dynastie. Mocht je er eentje mee naar huis willen nemen om bijvoorbeeld de tuin te versieren, bedenk dan dat elke urn maar liefst 2.500 kg weegt. Het Paviljoen van de Pracht heeft zijn naam niet gestolen. De decoraties getuigen van een extreem, bijna vrouwelijke verfijning. Pittoreske draken zorgen voor bescherming op de daken. De kleuren zijn nog even fel als vroeger. De keizerlijke stad is die naam nog steeds waardig.
.
Reacties
Een reactie posten