Dag 2 – De hoofdstad Hanoi
Goodmoooooorning Vietnam.
Na een lange nacht aan boord van de vlucht van Vietnam
Airlines zetten we in Hanoi onze eerste stappen op Vietnamese bodem.
Hanoi, de hoofdstad van het verenigde Vietnam, is met
acht miljoen inwoners de tweede grootste
stad, na Saigon. En die eerste voetstappen gaan gepaard met een heus welkomconcert,
maar niet van het ontspannende soort. Geen Mozart, Beethoven of Vivaldi voor
ons, maar wel een irriterend, monotoon ‘getuut’ dat ons al sinds de eerste
seconde van onze rondgang begeleidt.
Die acht miljoen inwoners hebben samen immers vier miljoen
brommers. En het lijkt wel of ik die
allemaal hoor vandaag. Tuut tuut tuut,
zo gaat het maar door.
Ironisch genoeg zijn het net deze brommers die de stad leefbaar houden. Er zijn hier helemaal geen files, het verkeert circuleert vlot en dat komt omdat Vietnam er alles aan doet om de auto uit het straatbeeld te houden. Dat doen ze door auto’s zo duur te maken dat een gewone Vietnamees dit helemaal niet kan betalen. Om je een idee te geven, eenzelfde auto kost hier het dubbele tot driedubbele van bij ons vooral wegens een autotaks van 85%. En dan klagen wij. Door die vele brommers is het gevaarlijk zich hier in het verkeer te begeven. Vietnamezen zijn deze chaos gewoon, wij niet. Daarom mag een buitenlander hier zelf nooit rijden, het zou waarschijnlijk een zelfmoordmissie worden. Gelukkig hebben wij een chauffeur en hij brengt ons vandaag naar alle uithoeken van Hanoi. We beginnen de trip aan het Ba Dinh-plein.
Dit grote plein is zo’n beetje het equivalent van pleinen
van andere communistische hoofdsteden zoals het Rode Plein in Moskou en het
Tiananmen Plein in Beijing. Alleen is
het plein hier een troosteloze eentonige grijze bedoening. Hier las Ho Chi Minh
in 1945 de onafhankelijkheidsverklaring voor. Sinds 1887 maakte het huidige
Vietnam, maar o.a. ook Laos en Cambodja deel uit van de Unie van Indochina, een
kolonie van Frankrijk. Tijdens deze plechtigheid las Ho Chi Minh stukken voor
uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring
en verving ‘Engeland’ door ‘Frankrijk’. Hij haalde hiermee de woede van
de Fransen op de hals wat aanleiding gaf tot de eerste Vietnamoorlog, ook wel
de Frans-Indochinese oorlog genoemd die liep van 1946 tot 1954. Die
onafhankelijkheidswens was het logische gevolg van de tweede wereldoorlog die het
onafhankelijkheidsgevoel in veel Aziatische gebieden voedde.
Na een rijk gevuld leven als
onafhankelijkheidsstrijder, tien jaar premierschap en vierentwintig jaar als
president, stierf Ho Chi Minh in 1969. Na zijn dood werd hij opgebaard in een
mausoleum, gebouwd op dit plein.
Rijden moeten we zelf niet doen in Hanoi, maar op onze wandeling moeten we af en toe wel de straat oversteken en daar moet je de goede techniek voor onder de knie hebben : langzaam oversteken en dezelfde tred aanhouden. Ook al komt er verkeer aan, gewoon verder stappen, niet inhouden, zeker niet stoppen of terug achteruit gaan. De motorfietsers zullen je wel ontwijken. Niet evident, instinctief heb je toch de neiging te stoppen als er iets aan komt. Ik schrik er niet van dat er elke dag zo’n dertig mensen in Vietnam verongelukken in het verkeer. Vanaf het Ba Dinh-plein, wandelen we naar het Presidentieel Paleis. Dit was ten tijde van de Franse kolonisatie, de residentie van de Franse gouverneur. Het gigantische gebouw gelegen in een lieflijk groen park en opgetrokken in koloniale stijl, ademt nog steeds de tijd van toen uit. Wie zou hier nu niet willen wonen/verblijven? Wel één man : Ho Chi Minh. Hij wou als president niet in dit prachtig gebouw wonen, dat bedoeld was als presidentiële woning
We maken nog één stop aan de Tempel van de Literatuur,
gewijd aan de Chinese filosoof Confusius. De tempel staat naast de Nationale
Hogeschool. Na het behalen van hun diploma, kwamen leerlingen die een hogere
functie als mandarijn (ambtenaar) nastreefden, hier studeren voor hun zwaar
examen. Men werd onderwezen in literatuur, filosofie en Chinese en Vietnamese
geschiedenis, de ideale opleiding. Het terrein is verdeeld in vijf ommuurde
percelen en dit alles volgens de feng
shui leer in heerlijk groen en met dromerige tempels. Ik voel mij direct zen.
Men vindt er ondermeer het paviljoen van de sterrentekens, de grote vijver en
een verzameling steles waarop inscripties met namen en wapenfeiten van
afgestudeerden staan, die slaagden in hun examen. Achteraan staat het schitterende
Huis der Ceremoniën, waar offers aan Confusius worden gebracht.
In de namiddag vatten we een wandeling aan in de ‘Old Quarter’ Deze wijk ontstond in de 13de eeuw
toen ambachtsgilden zich in de toenmalige 36 straten vestigden. Elke gilde
werkte in een eigen straat. Nu zitten in de meeste straten nog altijd winkels
van één bepaalde specialisatie, maar die correspondeert die niet altijd meer
met de straatnaam. Toch is het er nog steeds gezellig druk.
Reacties
Een reactie posten