Dag 10 - Een Indian Summer in de bossen van Canada

De stilte in deze bosrijke omgeving is overweldigend. Het weer is niet zo geweldig. Er is wel wat zon voorspeld maar ook regen.  Bovendien hangt er deze ochtend een hardnekkige mist. Ik blijf hopen op wat zon nu ik de bossen induik voor een ochtendlijke wandeling.  De omgeving is wondermooi zelfs in deze nevelige omstandigheden. 


De bossen bestaan hier voornamelijk uit dennen, berken en esdoorns. Gecombineerd zorgen zij voor die wonderlijke herfstpracht. De dennen blijven eeuwig groen, de berken zorgen voor een gouden aureool en de esdoorns voor de rode vurigheid in het bos. Ik maak een wandeling van ongeveer drie kilometer. Het kleurrijke herfsttapijt knispert onder mijn schoenen. Kleine twijgjes kraken onder mijn gewicht. Zwammen en mossen tooien omgevallen boomstammen. 

De regen druppelt in een fijne straal van de blaadjes.  Tussen de bomen door zorgt de mist voor een mystiek tafereel. Kano’s liggen voorlopig werkloos op het meer. Boven het meer  trekt de mist op en weerspiegelen de wolken in het water.

‘s Middags maken we een wandeling met een gids die ons het reilen en zeilen van de beverwereld uitlegt. De bevers moeten zowel de vreemdste als de meest gehate dieren van Canada zijn. Vreemd omdat ze er zo bijzonder uitzien. Hun lippen staan achter hun tanden, hun oogleden zijn doorzichtig. Met reden, want zo kunnen ze onder water zien. Bovendien kunnen ze hun neus en oren afsluiten. Op die manier kunnen ze probleemloos onder water werken. Dat doen ze vooral in het donker. Het zijn noeste werkers die overal dammen opbouwen. Ze zagen zonder probleem dikke takken af met hun tanden en sleuren modder, zand, stenen en gras aan ter versteviging van hun dijken. Zodra een dijk het begeeft, herstellen ze hem. Bevers zijn een echte plaag in Canada. Hun werk maakt dan ook veel kapot. De dammen onderbreken rivieren, verwoesten landbouwgrond en zetten bomen plotseling in een zompige ondergrond. Bevers zorgen eigenhandig voor het ontstaan van meren. Niet verwonderlijk dat er jacht word gemaakt op bevers door ze in vallen te vangen. Maar ook hier hebben we weer pech. Geen bever te zien. Het is dan ook wel erg vroeg op de dag en tijdens onze wandeling is de zon beginnen schijnen. Er breekt blauwe lucht door, spijtig genoeg uren te laat, onze dag had er anders nog feeërieker uitgezien…

Maar de dag eindigt met een absoluut hoogtepunt, letterlijk zelfs.

Bij terugkomst aan onze herberg staat … een watervliegtuig klaar. Ook al valt de avond (en die valt snel hier) is dat volgens de piloot geen probleem voor de zichtbaarheid. Het is boven in de lucht immers lichter dan beneden. Het onderstel van het vliegtuig glijdt even later over het wateroppervlak terwijl de motoren op volle kracht brullen. 


We halen steeds meer snelheid en na enkele minuten komen we eindelijk van het water los. Bestemming : 300 m boven de Canadese bossen. De volgende twintig minuten wordt het puur genieten van het weidse zicht. Dit prachtige herfstschouwspel van op de grond bewonderen is niets vergeleken bij dat vanuit de lucht. De  bomen in goddelijke herfstmodus wisselen af met koninklijke meren, het één al groter dan het andere. 



Op sommige plaatsen scheren we net boven de boomtoppen. En zelfs nu met het verminderde licht (en zicht) blijven de kleuren intens. We vliegen van bomen naar bomen en van meren naar meren. Als de avond echt valt, daalt het vliegtuig gestaag en landen we terug op het water.


We glijden het absolute donker in en als het vliegtuig zijn motoren stillegt, geniet ik na in absolute stilte, de absolute stilte van het absolute niets. Die stilte hoor ik nog de hele nacht.









 

Reacties