Dag 8 - Het hart van de Zapatisten beweging

San Cristóbal de Las Casas werd door de Spanjaarden in 1528 gesticht als hoofdstad van de deelstaat Chiapas. De inwoners bestaan voor een groot deel uit Tzotzil Maya. De stad is vooral bekend vanwege haar koloniale architectuur die nog steeds heel aanwezig is door de vooral geografische isolatie. San Cristóbal ligt op zo’ 2.300 m in het hoogland van Chiapas, één van de armste delen van Mexico. San Cristóbal heeft er een moeilijke geschiedenis opzitten met ruzies tussen de koloniale afstammelingen en deze van de oorspronkelijke bevolking. Chiapas is dan ook bij ons niet onbekend door de Zapatisten-opstand tegen de regering die begon in 1994 en die ervoor gezorgd heeft dat de Zapatisten nog steeds over een deel van Chiapas het gezag uitoefenen.  Het EZLN is een antikapitalistische beweging die streeft naar autonomie van de indiaanse bevolking en zich verzet tegen globalisering.

Tijd voor een vleugje couleur locale en waar vind je dat beter dan op de lokale markt? Het is een overdekte markt waar alles te vinden is. Het fruit en de groenten zijn keurig geschikt in een emmertje. Aangezien de verkopers niet beschikken over weegschalen, wordt alles per emmer portie verkocht. De kleuren van de groenten en fruit en de geuren van de kruiden nodigen uit. De sinaasappelen zien er hemels uit en de tomaten zijn om in te bijten.  Iets verder is het een ander paar mouwen. Aan de geur van vlees en vis moet men wennen uiteraard en in zo’n overdekte markt kan die geur al eens een misselijkmakend gevoel naar boven brengen. Tijd om een andere soort markt op te zoeken, de toeristenmarkt aan de kathedraal. Hier wordt voornamelijk textiel verkocht aan de toeristen. We snuiven een beetje de sfeer op. Ook de kathedraal vereren we met een bezoekje.

De indrukwekkendste kerk is echter de Santo Domingo kerk, die alweer in de stijl van de Domenicanen rijkelijk versierd is. Op weg naar het centrale marktplein lopen we langs de winkelstraat van San Cristóbalen wandelen een amberwinkeltje binnen. Amber wordt gevonden op  slechts zes plaatsen ter wereld, waaronder de streek van Chiapas – Guatemala. Amber ontstond miljoenen jaren geleden door boomhars dat in de grond sijpelde.

Net buiten de stad bevinden zich twee Maya dorpjes. We bezoeken als eerste Zinacantan, een typisch dorpje van de Tzotzil indianen die nog in hun traditionele klederdracht uitgedost zijn. Er staan twee bezoeken op het programma : de kerk en normaal gezien ook aan een gezin. Bij aankomst krijgen we echter de horen dat de vader van het gezin overleden is. Gelukkig zijn er enkele ‘vriendinnen’ die ons gerust hun huis (en winkeltje) willen laten zien. We laten het lot beslissen (wie de grootste grasspriet getrokken heeft)  waar we op bezoek gaan. We krijgen alweer een artisanale manier van weven zien, en worden ook uitgenodigd in de ‘keuken’ voor een hapje en een drankje. Een meisje zit tortilla’s te bakken boven een houtvuur. Ze zijn erg lekker en we eten ze op met wat kaas en tomatensaus. Daarbij krijgen we ook een zelf gestookt drankje te drinken. Mmmm.

We rijden verder naar het tweede dorp. In San Juan Chamula is de kerk het ceremoniële centrum van de streek en de sjamaan zwaait er nog de scepter.  

Er is veel volk in de kerk, een teken dat het niet zo goed gaat. Voor deze indianen is de kerk hun steun en toeverlaat. Hele families zijn aanwezig. Aan het eten en drinken te zien dat ze hebben meegebracht, verwachten ze hier toch een hele tijd te zijn. Makkelijk kan het niet zijn om enkele uren op de stenen vloer te zitten. Ze hebben zich omringd met kaarsjes om de goden gunstig te stemmen. Er wordt hardop gebeden en gepraat tegen god over hun problemen. Hier en daar wordt een kip geofferd. Een vrij unieke gebeurtenis. Aan de kerk houdt net een begrafenisstoet halt. Hier wordt duidelijk anders omgegaan met de dood dan in het westen. 1 november was daar ook een voorbeeld van.  Voor de Mexicanen is de dood het begin van een ander leven en heeft de begrafenis veel weg van een feest. Een mariachi-band speelt de lievelingsmuziek van de overledene, er wordt niet geweend. Iedereen houdt kleurige bloemen in de handen. De kist wordt het hele dorp rondgereden en houdt halt aan kruisbeelden, waar er vuurpijlen worden afgeschoten. Het is meer een feestelijke optocht dan een sombere begrafenisstoet. Zelf bekijken we de festiviteiten ingetogen (zoals wij dat gewend zijn) vanop afstand.  Niet iedereen gaat om met de dood zoals wij dat doen. Wij herinneren onze doden met verdriet om het gemis, zij herinneren hun doden met een feest, een toast op het nieuwe leven voor de afgestorvene. 

Reacties