Dag 7 - Fès – De oudste en meest prestigieuze keizerstad
Fès is de
oudste keizerstad van Marokko en daarmee ook de belichaming van het land.
Bovendien is het ook de spirituele en religieuze hoofdstad. De stad werd door
Idris I gesticht op de rechteroever samen met de inwoners van Volubilis die hij gevraagd had hem te volgen; zijn zoon
Idris II bouwde een stad op de linkeroever. Bovendien namen ze ook vluchtelingen
op vanuit Cordoba en vanuit Kairouan in Tunesië. Zo werden zij de kern van de Arabisering
van Marokko. Honderden jaren later werden de twee steden één en hernoemd tot
Fès en is het nu na Casablanca de tweede grootste stad van het land. De
trekpleister in de stad is de Dar-El-Makhzen, het paleizencomplex in het
centrum van de stad. Net zoals in elke grote stad, is dit de woonst van de
Marokkaanse koning als die op bezoek is. Het complex bestaat niet alleen uit
het paleis zelf heeft ook tuinen,
patio’s en ook overheidsgebouwen. Het complex is niet toegankelijk voor het
publiek. Vanop het immense Plein van de Alaoeieten, vallen vooral de gevel met
de indrukwekkende poorten op. Prachtig ambachtswerk zorgt voor misschien geen echt
kunstwerk maar toch een uniek stuk. De vergulde poorten werden voorzien van
geometrische figuren en gezet in een kader van cederhout en afgewerkt met magnifieke
kleurrijke mozaïektegels. Het zorgt voor een schitterend stukje handwerk, dat
door iedereen kan bewonderd worden.
Fès staat ook
bekend om zijn typische joodse wijk waar heel wat juwelen en diamanten werden
verhandeld, niet ver van het koninklijk paleis gelegen.
In de soeks staat
vooral de keramiek in de kijker. In deze streek wordt immers een speciale klei
gewonnen. De soeks bevinden zich op en rond de grote moskee en vormen een
bijzonder verwarrend labyrint. Elk product heeft zijn eigen straat, waarvan de
locatie zelf bepaald wordt door de waarde van het product. Niet alleen is het
een ingewikkeld grondplan, ook karren met goederen die moeten passeren in de
enge gangen, zorgen voor een uitdaging. Ook hier bevindt zich de prachtige oude
karavanserai die gerenoveerd werd. Die karavanserai zorgde destijds voor
onderdak en voedselvoorziening voor handelaars die zich op een handelsroute in
karavaan verplaatsten.
Naast de soek
bevindt zich de leerlooierij van Fès net naast de Wadi Fès, dichtbij het water
dus en zover mogelijk van de woonwijk, al is dat in een dichtbevolkte stad relatief.
De reden hiervoor wordt al snel duidelijk : mijn reukorgaan gaat een ongelijke
strijd aan met de bijna misselijkmakende, alles overheersende stan . Met de moed der
wanhoop en een takje munt onder de neus, probeer ik die geur zo goed mogelijk
te verdrijven, maar slaag daar maar gedeeltelijk in.
Leerlooien is
een eeuwenoude ambacht. Door het behandelen van dierenhuiden veranderen die in
zacht leer. Voor dat leer worden huiden van schaap, geit, kameel en koe
gebruikt. Eerste werk is het verwijderen van haar en vlees en dan worden de
huiden in grote kuipen geweekt. Deze kuipen hier in Fès zijn al eeuwen in
gebruik. Met een mengeling van water en de bast van mimosa of granaatappel
verandert de huid in leer. Na het wassen worden de huiden opgehangen om te
drogen en hiervoor worden de terrassen van de medina gebruikt, maar ook daken
van huizen en omringende heuvels doen
dienst. De gedroogde huiden worden nadien zeer intensief gespoeld en nadien
soepelder gemaakt door ze te weken in kuipen met een vettige oplossing. Het
kleuren van het leer gebeurt door natuurlijke stoffen zoals indigo en munt om
nadien verwerkt te worden tot jasjes, jurken, rokken maar ook tot handtassen en
portefeuilles.
Deze
leerlooierij ligt al sinds de middeleeuwen aan de Wadi Fès. Vanop een hoger
terras zien we de leerlooiers aan het werk. Met mijn takje munt dat ik strak
onder mijn neus hou, heb ik alleen maar bewondering voor deze arbeiders. De
geur is immers niet te harden en hangt als een indringende nevel boven dit
stukje van de stad. De eeuwenoude kuipen met gekleurd water zorgen voor bijna een idyllische aanblik en het
geheel lijkt zelfs op een doosje plakkaatverf, maar voor de werklui die hier dag
in dag uit in moeten werken, kan het niet anders zijn of deze geur moet uit
elke porie van hun lijf komen. Wat een hard leven om geld te verdienen. Toch
maar eens aan denken de volgende keer ik een leren kledingstukje koop, welk
weinig benijdenswaardig werk hier achter zit.
Aangekomen aan
de rand van de Sahara, staan een kolonne jeeps ons op te wachten. Ze brengen
ons verder de Sahara in naar onze overnachtingsplaats.
Met brullende
motoren zetten de jeeps zich in beweging om ons door deze onmetelijke zandbak
te loodsen. Het gaspedaal wordt helemaal naar beneden gedrukt waardoor we
topsnelheden halen op het verharde zand. Bochten worden kort aangesneden,
waarbij banden gieren en onze stemmen gillen.
Zodra dat verharde stuk overgaat in zand zacht, snellen onze chauffeurs
de heuvels op waarbij het zand alle kanten opstuift. De jeeps wiegen en hellen
van links naar rechts terwijl kriebels in de buik een acrobatisch optreden ten
beste geven. In de verte ontwaar ik de lichtjes van ons tentenkamp. We zijn
aangekomen bij de zandduinen van de Sahara.
Reacties
Een reactie posten