Dag 3 - Bonobo's op de rand van uitsterven
Congo lijkt enkel in het nieuws te
komen wegens de politieke situatie, maar het land is zonder twijfel één van de
mooiste ter wereld. In de miljoenenstad Kinshasa kan men zich dat moeilijk voorstellen, maar het
uitgestrekte regenwoud vormt een belangrijk stukje natuur voor onze planeet, meer
zelfs dan het Amazone-woud. En in dat regenwoud woont zo mogelijk nog mooiere
fauna. Congo is het woongebied van een select groepje endemische en dikwijls
met uitsterven bedreigde diersoorten. Zo is er de okapi, nauw verwant aan de
giraf, maar bijna onmogelijk in het wild
te zien. De Zoo van Antwerpen heeft door het koloniale verleden van België van
oudsher okapi’s in de dierentuin staan. Zij zorgen zo via een kweekprogramma voor
de instandhouding van deze soort. Eerlijk gezegd heb ik een haat-liefde
verhouding met zoo’s. De zoo van Antwerpen is uiteraard één van de mooiste ter
wereld, maar de hamvraag blijft of een dier dat in het wild gewend is grote afstanden af te leggen, het wel verdient
op een bescheiden oppervlakte te moeten
leven.
Evenzeer bedreigd zijn de gorilla’s. In Congo komen zowel de laagland als
de berggorilla voor. Die berggorilla zit in het oostelijke Virungapark op de
grens met Oeganda en Rwanda. Aan mijn ontmoeting met die berggorilla in Oeganda
bewaar ik nog steeds de mooiste herinneringen.
Geen berggorilla’s tijdens deze reis, het Virunga National Park blijft tot
nader order gesloten gezien het in zwaar conflictgebied ligt. Wel op het
programma vandaag staan de bonobo’s, van alle mensapen de meest bedreigde
soort. Op deze aardbol wonen slechts vier soorten mensapen. Eén ervan woont in
Azië, de orang-oetan in Indonesië en Borneo. De drie andere soorten komen enkel
voor op het Afrikaanse continent. En toevallig komen ze alle drie in Congo
voor. Over de gorilla hebben we het al gehad. De guitige chimpansee komt voor
in West-Afrika en in Oeganda en Congo. En dan is er de bonobo, van alle
mensapen het meest gelijkend op de mens. Door zijn gelijkenis met de chimpansee
werd hij lang als een chimpansee ondersoort gezien en door zijn kleinere
gestalte, de dwergchimpansee genoemd. Uit later onderzoek bleek echter dat er
toch grote verschillen in het gedrag bestonden en werd de bonobo nadien als een
aparte soort én dus ook als de vierde mensaap aanzien. Van alle mensapen is de
bonobo de enige die alleen in Congo voorkomt. Dat beperkte leefgebied (dat door
illegale houtkap steeds kleiner wordt), de politieke instabiele situatie van
het land én het stropen, maken dat de bonobo op de rand van uitsterven staat. Voor
ons vandaag geen epische uitputtingstocht op zoek naar de dieren, maar wel een
redelijk te verteren wandeling in het ‘Lola Ya Bonobos’ reservaat. Armoede en
honger lijden zijn de aanleiding voor het stropen van wilde dieren die normaal
niet gegeten worden, het zogenaamde bushmeat. Het zorgt langs de ene kant voor
het stillen van de knorrende magen, maar brengt langs de andere kant ook veel
geld op bij de verkoop, dikwijls aan het buitenland. Bonobo’s zijn in Congo een
makkelijk doelwit. In dit reservaat worden verweesde bonobo’s opgevangen met
als doel ze terug te kunnen uitzetten in het wild. We zijn hier net als ze
gevoed worden en zijn dus in principe zeker dat we ze te zien krijgen. Het
reservaat is immers zeer groot en ze houden ervan zich te verstoppen in het
dichte gebladerte. De mango’s die even later door de lucht vliegen, zorgen
ervoor dat een groep bonobo’s al snel uit het niets verschijnen.
Wat als eerste
opvalt, is hun volledig zwarte beharing. Een eerste verschil toch met de zo
verwante chimpansee, die een veel lichter aangezicht hebben. De bonobo is
gitzwart. Een tweede is dat de vrouwtjes het voor het zeggen hebben in de leefgroep,
groepen die trouwens ook al groter zijn
dan die bij de chimpansees. Dat vrouwelijke zeggenschap zorgt er ook voor dat
de bonobo’s veel vredelievender zijn dan hun grote broer. En ook wel opvallend
is het kleinere en schijnbaar iets fragielere gestalte van onze nieuwe
vrienden. Hun speelsheid hebben ze in elk geval wel gemeen met de chimpansees.
Het zijn lenige en behendige dieren die houden van spelen en dat etaleren ze
meer dan eens vandaag. Aan hun uiterlijk zou je nooit denken dat ze zo verwant
zijn met het mensdom maar aan hun gedrag eens te meer. Het valt vooral op dat
ze meer rechtop staan en rechtop lopen dan de chimpansee, die zich toch meer op
handen en voeten verplaatst. Dat is niet het enige dat ze met ons gemeen
hebben. Zo duurt ook hun zwangerschap negen maanden en worden vrouwtjes
ongesteld. Anders dan wij zijn ze overwegend vegetariër, wat we vandaag dan ook
vanop de eerste rij kunnen beamen, aangezien de mango’s met smaak verorberd
worden. Maar ze lusten ook wel een
insect of twee als welgekomen snoepje. De bonobo is van alle mensapen (apen
zonder staart) de meest bedreigde soort. Hun aantallen zijn de laatste jaren
duizelingwekkend gedaald. In 1980 leefden er zo’n 100.000 bonobo’s (bij
benadering) in Congo. Nu wordt dat aantal geschat op een armtierige 20.000. Een
dramatische afname van deze unieke soort. Buiten de hierboven vermelde redenen,
is er ook een andere reden van deze daling, nl. het beperkt aantal kleintjes dat
geboren wordt. Mama bonobo’s zogen hun kleintjes tot het vierde
levensjaar. In die periode is er geen kans op een zwangerschap. Met een volgende zwangerschap die ook negen
maanden duurt, ben je vijf jaar verder voor een mama bonobo een volgende baby
op de wereld zet. Deze beperkte voortplanting heeft zonder twijfel ook een
invloed op het dierenaantal. Trouwens bonobo’s zijn ook wat seksualiteit
betreft een uitzondering. Waar de meeste dieren seks hebben om zich voort te
planten, is dit voor bonobo’s anders. Zij zijn één van de weinige dieren die
dit ook voor hun plezier doen, maar ook om te ontspannen en om spanningen in de
groep te verlagen. In de groep die ons vandaag hun beste kanten laten zien, is
er welgeteld één kleintje te bespeuren. Zij of hij lift eerst mee op de rug van
mama om nadien zich in de zalige en vooral veilige armen van haar te wentelen.
Vroeg of laat zal ook deze groep de veilige haven van het reservaat moeten
verlaten. Gesterkt om te overleven in dat gigantische Congolese regenwoud.
Zolang de mens door jacht en houtkap geen zorgt draagt voor het woud en zijn
bewoners, is proberen te overleven het enige woord dat op zijn plaats is om de
penibele situatie van de bonobo’s te omschrijven. Wij zijn het de bonobo’s
verplicht te blijven strijden voor een
veilig habitat waarin zij zonder zorgen kunnen leven, eten en spelen. En dat
kan alleen als de politieke situatie in Congo zich zal normaliseren.
Internationale druk is dan ook van levensbelang voor deze dieren en voor alle
inwoners van het Congo bekken.
En dan kom ik terug op dé vraag : is de zoo het ultieme wapen in de strijd
tegen het uitsterven van bepaalde dieren? In principe ben ik tegen het
vasthouden van dieren in een toch wel beperkte leefomgeving. Ieder levend wezen
verdient het zich vrij en zorgeloos te
kunnen bewegen, ook dieren. Toch is het houden van dieren in een zoo soms verdedigbaar.
In de eerste plaats kan iedereen zo de meeste exotische dieren van nabij
observeren. Een nog belangrijkere taak van de zoo’s zijn de kweekprogramma’s die
kunnen zorgen voor de instandhouding van dieren die in de natuur met uitsterven
zijn bedreigd en zo zorgen voor toenemende aantallen. Wat er ook gebeurt, op
deze manier blijven toch een minimaal aantal exemplaren bewaard voor het
nageslacht.
Reacties
Een reactie posten